donderdag 24 december 2020

#wot deel 52, 2020

 

Sisu = 1) doorzettingsvermogen 2) volharding 3) een ijzeren wil om een bepaalde, vaak langdurige taak te voltooien 4) kracht die ons kan helpen om door te gaan op het moment dat we denken dat we erdoorheen zitten

 

Het is een traditie geworden, één van de kerstdagen kook ik een uitgebreid dinerbuffet. Een boel werk maar ook een boel voldoening als alles weer op tafel staat en er gezamenlijk heerlijk gegeten wordt.

 

In de loop der tijd ben ik aardig bedreven geworden in het plannen en vooruit werken. Als er iets voorbereid kan worden dan wordt dat gedaan. Scheelt veel tijd en frustratie op de dag zelf. Consequentie is wel dat ik de dagen voor kerst al lekker in de weer ben.

 

Iets waar ik minder bedreven in ben is rekening houden met de andere personen in ons huishouden. Jarenlang was ik de dagen voor kerst alleen of zo goed als alleen thuis. Manlief was werken, middelste en jongste waren of in het logeerhuis of overdag naar de boerderij en oudste zat vakantie te vieren op zijn spelcomputer.

 

O, hoe anders was het dit jaar. Niet dat ze vervelend zijn (hoewel ze zich van de week een keer gedroegen als schoolkinderen die al 10 dagen vakantie hadden) het werkt toch net minder makkelijk als er om de haverklap iemand in de keuken staat omdat ze brood willen eten, willen eten, Wil weten wanneer we gaan eten, zo weg moeten, straks moeten werken of een afspraak hebben.

En toen had ik ook nog ‘ja’ gezegd toen middelste mij vroeg of ik ‘m in verband met zijn kerstpakket woensdag wel wilde brengen. En omdat ik de auto dus nodig had en het hard regende manlief wel naar zijn werk wilde brengen en dan ook wel weer ophalen. En dan meteen vriendin van oudste van het station halen anders werd het ook zo’n heen en weer gerij. Ik was best blij dat manlief daarna naar Nieuwleusen reed om middelste weer op te halen.

 

Ondanks deze onderbrekingen verliep het voorbereiden best heel voorspoedig. Alles wat voorgegaard moest worden staat in bakjes in een koelkast. De taart voor bij de koffie staat te koelen. Jongste heeft het toetje voor overmorgen klaar. De chocobombe voor morgen staat in de vriezer. Het enige wat eigenlijk nog moet is de Beef Wellington vast in de ham rollen maar mijn sisu is op.

Ergens aan het eind van de middag was het zo maar op. Het ene moment liep alles van een leien dakje, het volgende was ik moe en was mijn zin op. En ik heb het niet weer kunnen vinden.

 

Ik heb overigens besloten ook niet naar zin te gaan zoeken. We redden het morgen wel. Dan barst ik weer van de sisu.

 

 

zondag 20 december 2020

#wot deel 51, 2020

 

Mijn vader was bakker. Van huis uit brood en banket maar zijn hart lag bij het brood, het klein brood en het luxe brood. Ik heb zeer warme herinneringen aan hem terwijl hij in onze keuken  een deeg aan het voorbereiden is. Dat beloofde altijd fantastische geuren en heerlijke warme bolussen, speculaasbollen, puntjes of een heerlijke gerezen tulband.

Dat laatste probeerde hij elk jaar voor kerst te maken. Een gerezen tulband was bij hem een luxe brood gebakken in een tulbandvorm en gevuld met krenten, rozijnen, noten, bigarreaux en sukade. Het had wat tijd nodig om het deeg te bereiden, te laten rijzen, na te bewerken en nogmaals te rijzen maar het eindresultaat was altijd heerlijk.

Helaas waren de dagen voor Kerst in de bakkerij de drukste dagen in het jaar. Zo druk dat er jaren waren dat hij makkelijk een zevendaagse werkweek had van 12 uur per dag. Heel vaak had hij dus helemaal geen tijd om zo’n heerlijke tulband te bakken. Het was dus echt een zeldzame verwennerij.

 

Een kerstpakket kreeg hij in die jaren niet. Meestal kwam er op 24 december een medewerker aan de deur met een rollade, twee flessen wijn ( één rood, één wit) en een kerststol die mijn vader zelf ’s morgens nog uit de oven had gehaald. Geen enorme verrassing zeg maar.


 

Nu heb ik al vaker verteld dat ik enorm gesteld ben op voorspelbaarheid en sleur. Het zal sommigen dan ook vast verbazen dat ik gek ben op verrassingen.

Tot mijn grote vreugde krijgt manlief altijd een redelijk groot kerstpakket. De eerste jaren waren dat echte pareltjes. Altijd opgebouwd rond een thema met een prima verhouding tussen etenswaren, praktische objecten, iets voor kinderen en snuisterijtjes.

Waarom weet niemand maar in de loop der tijd is besloten dat het anders moest en kregen we een kerstkaart met een toegangscode en een aantal te besteden punten en konden we zelf iets uitzoeken. Daar zaten best leuke dingen tussen maar de verrassing was er wel van af.

Na twee of drie keer ging er iets gigantisch mis. Het bedrijf achter de site ging failliet en 80% van de werknemers die iets hadden uitgezocht ontvingen nooit hun kerstwaardering. Ook wij niet. Dat was wel een verrassing maar een verre van leuke.

 

Vanaf die tijd krijgen we weer een kerstpakket maar op de een of andere manier haalt het toch niet meer het niveau van die eerste jaren. Echt tegenvallen doen ze niet maar de kerstpakketten zijn vrij standaard geworden. Zo standaard dat we sommige producten drie keer in de kast hebben staan omdat ze ook bij jongste en middelste in het pakket zaten.

Maar toch, het is altijd nog beter dan een kerstpakket waarvan je een kwart zelf hebt moeten maken.

donderdag 17 december 2020

#wot deel 50, 2020

 

Vele mensen van mijn leeftijd kunnen het zich vast nog wel herinneren, elpees met sprookjes. Ik was er als klein meisje redelijk aan verslingerd.

Ik weet nog dat ik van iemand een oud koffer pick-upje had gekregen en mocht van mijn moeder boven op mijn kamer wel de sprookjeselpees luisteren. Ik voelde mij de koning te rijk.

Heel eerlijk gezegd denk ik dat mijn moeder dolblij was dat ze geen middagen lang meer naar de zoetsappige muziekjes en zijige verstelstemmen hoefde te laten maar dit is terugkijkend met de kennis die ik als moeder heb opgedaan.

 

Hoeveel precies weet ik niet meer maar we hadden meerdere elpees. Er zijn dus ook meerdere sprookjes mijn oren binnengekomen.

Ik herinner mij nog heel goed het sprookje over de standvastige tinnen soldaat die zo enorm verliefd was op een speelgoed ballerina. Ik heb menig traantje weggepinkt terwijl de soldaat en zijn ballerina samen versmelten. En zelfs nu hoor ik hem in gedachten nog zeggen: “Ik ben een standvastige tinnen soldaat.”. En ieder die ooit zo’n elpee heeft geluisterd weet exact hoe dat heeft geklonken.

 

Een ander sprookje wat op een van de elpees stond was ‘De rode schoentjes”. Och wat was ik verliefd op die rode schoentjes. Wie wilde er nou geen rode balschoentjes die je als vanzelf lieten dansen? Dat het meisje zich uiteindelijk dood danste drong niet helemaal door in mijn roze wolk. Ik wilde ook zulke rode schoentjes. Natuurlijk begreep ik best dat ze niet zelf konden dansen maar het zou mijn x-beentjesvast wel een beetje helpen.

Helaas was ik als kind gezegend met stalen steunzolen dus kon ik balschoentjes wel op mijn buik schrijven. Daar pasten die stalen krengen nooit in. Die prachtige rode schoentjes zijn dan ook altijd een droom gebleven.

 

Toen popmuziek zijn intrede deed in mijn belevingswereld verhuisden de sprookjeselpees terug naar de platenkoffer van mijn ouders en de rode schoentjes verdwenen uit mijn gedachten. Tot de gabberhouse zijn hoogtepunt bereikte.

 

Het zal begin of halverwege de jaren negentig zijn geweest dat de gabberhouse onontkoombaar leek. Van alles en niets werden gabberplaten gemaakt. Zo werd James Brown gebruikt, de begintune van Swiebertje omgebouwd en zelfs Orff’s Carmina Burana werd vergabberd. Geen enkel geluidsfragment was heilig.

Misschien had het me dan ook niet moeten verbazen dat ook de sprookjeselpees aan de beurt zouden komen maar ik weet nog hoe ik met stomheid was geslagen toen ik in een intro het begin van het sprookje over de rode schoentjes hoorde. 

Natuurlijk voelde het als schennis maar tegelijkertijd bracht het zo veel herinneringen boven van een tijd dat ik gelukkig was met een oud pick-upje om te kunnen luisteren naar een zijige stem die ondersteund door zoetsappige muziek de meest gruwelijk sprookjes vertelde.

 

Rood = 1) Bankterm 2) Bessenjenever 3) Bezetkleur 4) Blos 5) Haarkleur 6) Kaartkleur 7) Kleur op waterkraan voor warm water 8) Kleur van schuld en schaamte 9) Kleur voor bezet

 

woensdag 16 december 2020

#wot deel 49, 2020

 

Bingo = 1) Bordspel 2) Casinospel 3) Flipperautomaat 4) Gezelschapsspel 5) Gokautomaat 6) Kansspel 7) Loterijspel 8) Uitroep 9) Uitroep na een rake opmerking

 

Na een interview wat ik gaf voor de plaatselijke krant besefte ik dat ik het fictie schrijven miste. Dus toen het #wot-woord van vorige week verscheen nam ik mij voor er een verhaal van te maken. Ik had zelfs al een idee.

 

De uitwerking liet wel behoorlijk op zich wachten. Na een week had ik nog geen letter op mijn scherm. En dat terwijl ik me zo had voorgenomen wat meer op tijd mijn schrijfsels te gaan plaatsen. Het lukte maar niet mezelf er toe te zetten gewoon te gaan schrijven. Laat ik me toch weer tegenhouden door twijfel. Tot mijn jongste van de week in een gesprek in een heel andere context zei: “Bij twijfel gewoon doen.”.

 

Bingo! Dat was het zetje wat ik nodig had. Ondanks dat het nog een paar dagen heeft geduurd heb ik het verhaal voor de vorige #wot af. Mocht je het nog niet voorbij hebben zien komen en het willen lezen kan je hier klikken.

woensdag 25 november 2020

#WOT deel 47, 2020

Regen = 1) Atmosferische neerslag 2) Bui 3) Depressieverschijnsel 4) Hemelwater 5) Meteorologische term 6) Natuurverschijnsel 7) Neerslag 8) Weertype.

 

Dit jaar hebben we maar weinig ‘echt’ herfstweer gehad. Geen dikke najaarsstormen waarbij de wind om het huis huilt en de bomen kaal blaast. Geen regen die tegen de ramen slaat waardoor je blij bent dat je lekker warm binnen zit en nog maar eens diep onder je dekentje kruipt. De bladeren hebben nauwelijks gedanst en de regenlaarzen hebben bijna ongebruikt bij de achterdeur staan wachten tot ze werden uitgelaten.

Veel mensen lijken het helemaal niet erg dat de herfst dit jaar een beetje wordt overgeslagen, maar ik mis het. Ik mis het balen als je overvallen wordt door een bui. Ik mis het gevoel van geborgenheid terwijl de wind waait en de regen klettert en ik veilig en warm binnen zit. Ik mis het dansen van de bladeren, het stampen door de plassen en het gekraak als ik door een dikke laag afgevallen blad loop. Ik mis de seizoenen.

 

Hoewel het af en toe lijkt alsof het altijd regent zijn er veel tekenen dat dat best wel mee valt. Misschien zelfs wel een beetje tegen. De lage waterstand in de omringende meren, kanalen en rivieren is daar een goede indicatie voor. Waar we eerder in Meppel bang waren voor natte voeten aan het eind van de herfst, moeten we nu meer vrezen voor doorbrekende dijken en verzakkende kades door verdroging.

Of het nou regent of niet, de dreiging van natte voeten blijft. We raken van de regen in de drup.

 

 


woensdag 18 november 2020

#WOT deel 46, 2020

 

Heb je wel eens gehoord van het begrip ‘jeukwoorden’? Jeukwoorden zijn woorden die een antipathie oproepen. Ze zijn er in verschillende soorten en maten maar ze behoren opvallend vaak tot jargon. Voorbeeld van jeukwoorden is ‘een stukje’. Persoonlijk krijg ik de figuurlijke kriebels van ‘zeg maar’. En ook ‘dat zit op mijn allergie’, ’dat moet even landen’ en ‘dat gaan we handelen’  veroorzaken bijna fysieke ongemak.

Transparant hoort voor mij bij deze woorden.

 

Transparant = 1) Doorschijnend 2) Doorzichtig 3) Helder

 

Voor mij is transparant het nieuwe decentraliseren, het nieuwe herinrichten, het nieuwe ‘we gaan het allemaal anders doen omdat we nu denken dat dat beter is maar eigenlijk zorgen we alleen maar voor meer verwarring, afstand, ondoorzichtigheid en bureaucratie’.

Hoewel ik helemaal voor eenvoud, eenduidigheid en duidelijkheid ben in organisaties ben ik bang dat transparant gewoon het zoveelste jeukwoord wordt. Goed bedacht, alleen zo verrekte slecht uitgevoerd.

 

 

dinsdag 10 november 2020

#WOT deel 45, 2020

 

Spelregels = 1) regels volgens welke een spel gespeeld worden 2) regels volgens welke men dient te handelen 3) regel die bij het schrijven van woorden in acht genomen dient te worden.

 

Spelletjes, ik heb er een haat/liefdeverhouding mee. Hoewel ik het spelen van spelletjes best heel leuk vind kan ik vreselijk slecht tegen mijn verlies.

Spelletjes zijn echt een afspiegeling van hoe ik in de maatschappij sta. Ik ben niet slecht in spelletjes maar ook niet vreselijk goed. Ik ben het veelal niet eens met de regels maar durf er niet teveel van af te wijken. Bluffen kan ik niet. En wanneer ik stilletjes mijn zetten probeer uit te spelen heeft iedereen mij door omdat ik ‘te stil’ ben. En als ik aan het eind niet gewonnen heb voel ik me bekocht dat mijn best niet goed genoeg was.

 

Ondanks dit alles heb ik met de kinderen wel altijd spelletjes gedaan. Ik vind ze namelijk erg belangrijk in het leren omgaan met wachten op je beurt, je houden aan spelregels, winnen en verliezen. Ik kreeg het zelfs voor elkaar om af en toe expres te verliezen om het zelfvertrouwen van ze een zetje de goede kant op te geven. Maar het heeft best een tijd geduurd voor ik er ook van kon genieten.

Spelletjes zijn namelijk helemaal niet eenvoudig voor kinderen en zeker niet voor temperamentvolle kinderen met wat obstakels in hun sociale ontwikkeling. Maar toen ik ontdekte welke spelregels hun school voor speciaal onderwijs hanteerde werd het een stuk leuker. Die heb ik meteen thuis ook ingevoerd. Sommigen gebruiken we nu nog.

 

Een korte samenvatting:

Regels worden vooraf doorgenomen en door iedereen bevestigd.

 De timetimer/kookwekker helpt als nadenktijd uit de hand dreigt te lopen.

Het kaartspel pesten is vanwege een gebrek aan eenduidige regels per direct verboden en vervangen door Uno.

En een heel belangrijke, de winnaar ruimt op.

 

Deze redelijk eenvoudige afspraken hebben al menig spelletje gered, al denk ik dat ik ze er voor de feestdagen nog wel even aan moet helpen herinneren. Scheelt toch een hoop herrie.

 

donderdag 5 november 2020

#WOT deel 44, 2020

 

Van nature ben ik geen echt negatief persoon. Ik zal niet beweren dat ik altijd overloop van positivisme maar over het algemeen is mijn glas halfvol.

Helaas ben ik wel erg gevoelig voor negativiteit. Ik word er prikkelbaar en chagrijnig van en dat heeft weer invloed op mijn lijf en gezondheid. Het beïnvloedt mijn welzijn, mijn gevoel van welbehagen. Het houdt mijn hoofd bezig. En dat heeft dan weer zijn weerslag op mijn focus.

 

Op dit moment is helemaal naadje met mijn focus. Er gebeurt zoveel wat moeilijk als positief of opbeurend genoemd kan worden. Corona, Amerikaanse presidentsverkiezingen, een plotse ziekenhuisopname van iemand zeer dichtbij, het vreet allemaal aan mijn positieve inslag.

 

Het lukt me niet om me af te sluiten voor dit alles. Sterker nog, het lijkt wel alsof alles nog harder binnen komt. Ik heb echt het gevoel alsof mijn hoofd een telefoon is waar alle apps van open staan. Mijn werkgeheugen wordt overvraagd. Ik weet niet meer wat ik eerst moet verwerken. Al mijn zintuigen lijken met vertraging te werken. Ik hoor niet goed, ik versta nog veel minder. Ik zit geregeld te turen omdat mijn zicht niet scherp stelt. En mijn hoofd tolt van alle informatie die er in rondrent.

 

Wat helpt is de meeste prikkels uitzetten en me te focussen op een heel sterke prikkel. Geen tv, geen muziek. Zo weinig mogelijk sociale media maar schrijven. Wat ook wonderbaarlijk goed werkt bij mij zijn stupide telefoonspelletjes spelen. Homescape, candy crush, Matchinton Mansion zien mij geregeld weer een leveltje spelen.

Lezen lukt niet, daar dwalen mijn gedachten te vaak af en halen lukt alleen als ik alleen ben want het moment dat iemand wat vraagt of zegt kan ik een stuk uithalen omdat ik verkeerd geteld heb, of de tel kwijt ben of domweg niet meer weet waar ik ben gebleven.


Hoewel ik gebrek aan focus erg vervelend vind is het gelukkig niet de eerste keer dat me dit gebeurt. Ik weet dat het uiteindelijk wel weer goed komt. Gewoon rustig blijven ademhalen en geduld heb. Ook deze periode waait wel weer voorbij.

woensdag 28 oktober 2020

#WOT deel 43, 2020

 

Wollig = 1) Bedekt 2) Onduidelijk 3) Verdoezelend 4) Verhullend en nietszeggend 5) Wolachtig

 

Laat ik voorop stellen dat ik een liefhebber ben van duidelijke taal. Vertel me gewoon klip en klaar wat je wil zeggen. Ook al vind ik kritiek niet leuk, ik heb er meer aan dan vage hints. Maar het enkel gebruiken van Jip-en-Janneketaal heeft ook een keerzijde. Er lijken mooie woorden te verdwijnen uit onze spreektaal.

 

Waar ik in mijn schrijfsels nog weleens wat ‘duurdere’ woorden gebruik, doe ik dat bijna nooit meer als ik aan het praten ben. Toen ik afgelopen week in de boek over een boek zei dat het beduimeld was, was het eerstvolgende wat ik hardop dacht:” Hemeltjelief dat is lang geleden dat ik dat woord hardop heb uitgesproken.”

En dat is ook zo. Een woord als beduimeld is lang en klinkt wollig en archaïsch dus zal ik vaak kiezen een ander woord te gebruiken om het te omschrijven. Terwijl ‘beduimeld’ precies omschrijft wat er met het boek aan de hand was.

 

Waar ik wollige woorden over het algemeen prachtige woorden vind ben ik als haakster ook gek op wollig garen. Hoewel ik de kleuren van katoen vaak sterker en sprekender vind, vind ik de uitstraling vaak wat strak en koud. Ik hou zelf meer van iets minder glad, een beetje pluiziger, knuffelig, een beetje wollig.

Het leven is al Jip en Janneke genoeg. Het mag af en toe best wat minder strak, hard en rechtlijnig.

 

 

 

 

woensdag 21 oktober 2020

#wot deel 42 2020

 

Route = 1) Af te leggen weg 2) Baan 3) Etappe 4) Gespecificeerde scheepvaartweg 5) Koers 6) Pad 7) Reisplan 8) Richting 9) Traject.

 

Het is een tic, het uitzoeken van de beste, snelste, meest optimale route. Een oude gewoonte die is overgebleven uit het tijdperk voor de navigatiesystemen.

 

Thuis gingen we uitgebreid kijken in Het Beste Boek van de Weg, een boek wat bij bijna elke Nederlander in de kast stond. We keken waar we naartoe wilden, welke wegen er naar toe leidden en welke afslagen voor ons de meest gunstige zouden zijn. Vele kladblaadjes later hadden we een lijst met plaatsnamen en wegennummers. De route was uitgestippeld.

 

Eenmaal onderweg was het mijn taak de juiste afslagen op de ANWB-borden te koppelen aan de plaatsnamen en wegennummers op het papiertje.

Natuurlijk ging dat niet altijd goed. Soms namen we een afslag te vroeg. Soms realiseerde ik me iets te laat dat we de afslag die we bijna gingen passeren moesten hebben en heel soms begreep de chauffeur me net wat te laat. En heel af en toe waren de chauffeur en ik zo aan het kleppen dat we minstens drie afslagen hadden gemist.

Waar de eerste situaties redelijk op te lossen waren was het laatste geval toch wat lastiger. Gelukkig hadden we voor nood onderweg ook een Michelin Wegenatlas in de auto. Zo kwamen we altijd op de plek van bestemming en ook weer thuis.

 

Toen de navigatie ook in onze levens doordrongen veranderde er veel. Na twintig jaar trouwe dienst verdween Het Beste Boek boven in de boekenkast, de boekenkast waar boeken staan die niet weg mogen maar waar we ons eigenlijk geen raad mee weten. Het Michelinboek had meer pech. Dat was in zeer goed gebruikte staat en is twee auto’s geleden van zijn plicht ontheven.

 

Toch hebben we niet het hele ritueel bij het vuil gezet. Alleen kijken we nu van te voren op een onlineroute waar we ongeveer langs moeten en welke afslagen ons naar onze bestemming brengen. Erg interessant omdat verschillende systemen nog al eens van mening verschillen over wat de snelste, beste of slimste route is. Zo bijzonder dat de ANWB, Apple maps en Google maps het daar maar niet over eens kunnen worden.

zondag 18 oktober 2020

Strubbelingen

 

Het is zondagavond half tien. Ik zit op de bank met mijn laptop voor me. Ik staar naar een leeg document. De cursor knippert gestaag. Het knipperen ergert me. Het lijkt me uit te dagen. Of misschien zelfs wel te beschimpen. “Toe dan. Typ dan. Jij had toch zoveel te zeggen over het #wot-woord?”.

De toon van de cursor is opmerkelijk gelijk aan de toon die mijn innerlijke criticus aanslaat. Provocerend, misschien zelfs een tikje denigrerend.

 

Mijn hoofd is vol. Zinnen buitelen over elkaar heen. Zinnen vol woorden, meningen, voorstellingen. Allemaal vertellen ze een onderdeel van mijn verhaal. Helaas vertellen ze allemaal een andere kant van hetzelfde verhaal. Samenhang is ver te zoeken. Nergens wordt het zinnig.

Ik wil het bijltje erbij neer gooien maar tegelijkertijd wil ik me niet laten kennen, me niet laten klein krijgen door de krioelende woorden en het lege document.

 

Ik ben vaak begonnen met schrijven. Als kind al begon ik in elk leeg schrift wat ik kocht of kreeg een verhaal. Even zo vaak stopte ik weer. Het leek me maar niet te lukken om dat wat ik in mijn hoofd had op papier ( later op een scherm) te krijgen.

Toch ben ik gaan bloggen. Ik wilde zo graag stukjes van mijn leven delen dat ik gewoon begon. Ik plaatste blogs en mensen lazen het. Ze leefden mee, dachten mee en gaven feedback. Zowel over de stukjes uit mijn leven als over mijn schrijven. Sommigen motiveerden me zelfs toch weer eens verhalen te maken. Gewoon in blogvorm, dus niet meteen een heel boek maar korte verhalen.

 

In schrijven kan ik mijn ziel en mijn zaligheid kwijt. Ik durf het alleen niet altijd. Soms is mijn ziel te kwetsbaar. Een andere keer mijn zaligheid te groot. Ook ben ik op dit gebied nog altijd onzeker.

Dat laatste heeft al vele blogpauzes opgeleverd. De innerlijke stem die me vraagt of er wel iemand op mijn schrijfsels zit te wachten. Of ik recht van spreken of schrijven heb. Of ik mijn hersenspinsels wel open en bloot op internet moet zetten. Of ik überhaupt wel iets te melden heb.

 

Maar toch wil ik schrijven. Iets in mij wil verwoorden wat ik voel. Iets in mij wil gelezen worden. En dat iets is zeer vasthoudend, want hoe vaak ik ook daadwerkelijk het bijltje er bij neergegooid heb, ik ben even zo vaak toch weer begonnen met bloggen. Dat maakt mij of erg volhardend, of zeer koppig, of een beetje dom. Schrijven geeft een invulling aan mijn bestaan. Een soort van ‘scribo ergo sum’.

 


 

 

woensdag 14 oktober 2020

#wot deel 41, 2020

 

Mondkapje = 1) beschermingsgerei 2) kapje dat over neus en mond valt en in coronatijd geadviseerd wordt

 

Als klein meisje waren er een paar dingen die ik wilde kunnen. Ik wilde kunnen lezen want ik was geïntrigeerd door boeken. Ik wilde kunnen schrijven want ik wilde niets liever dan verhalen creëren. En ik wilde kunnen handwerken. Het leek me fantastisch om vanuit het niets iets te kunnen scheppen. En in mijn beleving was er geen hogere kunde dan iets nuttigs kunnen fabriceren.

 

Het lezen was een vaardigheid die ik zeer rap onder de knie had. En één waar ik mateloos van genoot. Wanneer het maar even mogelijk was kroop ik in een boek en verdween naar de wereld die door het lezen ontstond.

Handwerken en creatief schrijven waren toch wel een ander verhaal. De basisvaardigheden waren niet het probleem. Er waren wat andere factoren die het uitoefenen bemoeilijkten. Rust in de kont was daar er daar een van. Snel verveeld zijn was een andere. En dan was daar nog die derde, overgeleverd zijn aan de chaos in mijn hoofd.

 

Wanneer ik las stapte ik in een wereld die door letters geschapen was. Woorden gaven vorm. Zinnen gaven richting. Het verhaal bracht structuur aan.

Wanneer ik zelf ging schrijven moest mijn brein dat zelf doen. Bedenken hoe deze wereld er uit zou zien. Hoe een personage zou zijn. Wat er in deze fantasiewereld zou gebeuren. Alles moest ontstaan uit mijn hoofd. En mijn hoofd maakte daar een potje van.

Ik was zo bezig met kleuren, richting aangeven en structureren dat ik daar in verzandde. Helemaal omdat mijn brein geregeld een andere kant opging dan ik van te voren had bedacht. In plaats van duidelijkheid creëerde mijn brein nog meer chaos.

 

Met handwerken gebeurde hetzelfde. Mijn brein kreeg alle ruimte en ging volledig los. Het schoot alle kanten op. Structuur was nergens te bekennen. Verveling sloeg toe bij teveel herhalende handelingen. En waar het naar toe moest veranderde per hersengolf.

 

Hoewel het er toen niet op leek heb ik daar koppigheid vele vaardigheden toch opgedaan. Ik leerde mezelf naaien toen ik een jaar of twintig was. Ik ging creatief schrijven toen ik beging dertig was. Ik leerde haken toen ik veertig was.

In de loop der jaren leerde ik namelijk hoe ik kon omgaan met een deel van de chaos in mijn brein. Hoe ik soms zelfs gebruik kan maken van die creatieve gedachtenstorm. Maar nog altijd lukt het me niet blanco te starten.

 

Schrijven doe ik hat liefst naar aanleiding van een opdracht want die geeft houvast en richting. Haken doe ik volgens patroon omdat dat structuur geeft. En zelfs iets simpels als het naaien van mondkapjes doe ik van patroon.

Zolang ik een patroon heb weet ik waar ik moet beginnen, welke kant ik op moet en wat nodig is om het resultaat te behalen. Welke kant mijn gedachten ook opspringen, ik kan altijd weer terug naar waar ik nog wel wist waar ik heen ging. Mondkapjes maken als mijn nieuwe zen-bezigheid.

vrijdag 2 oktober 2020

#WOT deel 40, 2020

 

Koffie = 1) Aftreksel 2) Alcoholvrije drank 3) Bakkie troost 4) Bruine drank 5) Genotmiddel 6) Geurige drank 7) Leut 8) Nagerecht 9) Slaapwerend middel 10) Slemp 11) Troost 12) Bakkie pleur.

 

Een van de grootste misverstanden van de afgelopen jaren is toch wel dat ik een enorme koffieleut ben. Al jaren word ik zo beschouwd. En dat snap ik ook wel want ik ben ook jaren een echte koffieleut geweest.

Het eerste wat ik deed als ik wakker was, was een kop koffie drinken. Dan nog een en dan ging ik voorzichtig aan over tot de orde van de dag. Zonder koffie was ik geen mens.

 

Ik merk dat velen mij nog steeds zo zien. Het eerste wat me wordt gevraagd na de begroeting is: “Koffie?”.  Als ik ‘nee’ zeg is de verbazing groot. Ik zal toch niet ziek zijn? Ik drink toch altijd koffie? Als ik dan vertel dat ik 3 maximaal 4 koppen per dag drink word ik bijna niet geloofd. Toch is het waar.

 

Na mijn hartinfarct heb ik mijn koffie-inname drastisch beperkt. Of het een reactie op de medicatie is of een gevolg van de restschade weet ik niet maar ik krijg vreselijke hartkloppingen als ik (te)veel koffie drink. En aangezien hartkloppingen verre van prettig zijn ben ik daar mee opgehouden.

Ik ben ook meteen een veel kritischer drinker geworden. Waar eerder smaak niet zoveel uitmaakte wil ik nu toch wel graag op een lekkere manier mijn cafeïne binnen krijgen. Dus voor mij liever geen senseo, geen automatenkoffie en al helemaal geen cafeïnedrap die in zieken- en verzorgingshuizen doorgaat voor koffie. Dan maar een snob. Dan maar geen koffie.

maandag 28 september 2020

#WOT deel 39 2020

 

Fiets = 1) Door spierkracht aangedreven voertuig 2) Draver 3) Rijwiel 4) Sportartikel 5) Stalen ros 6) Tweewieler 7) Vélocipède 8) Vervoermiddel

 

Een echte toerfietser ben ik nooit geweest maar ik heb zeker geen hekel aan fietsen. Er was een tijd dat ik bijna vergroeit was met mijn zadel.

Ik deed bijna alles op de fiets. De kinderen naar school brengen, naar de markt, boodschappen doen. Zonde van de benzine om daar de auto voor te gebruiken en dus pakte ik daarvoor de fiets. Al moet ik toegeven dat het af en toe bijna onverantwoord was wat ik allemaal meenam op die twee wielen. Aan elke kant van het stuur een tas, beide fietstassen stampvol en dan de grote dingen op de bagagedrager onder de snelbinders. Maar goed dat ik toen nog geen bagagerek voorop had anders had ik die ook nog vol gezet.

 

Op een gegeven moment is er in deze gewoonte de klad gekomen. De jongens hoefden niet meer naar school gebracht. De weken waren volgepland met afspraken, therapieën, zorgverlening en andere zaken die zich niet op fietsafstand afspeelden. Zo ging ik bijvoorbeeld  werken en moest aansluitend naar Steenwijk om te zorgen dat de jongste twee met de bus naar de boerderij konden. Het kon precies, maar dan moest ik wel met de auto naar mijn werk.

Toen dat alles in een wat rustiger vaarwater kwam was mijn conditie zo hard achteruit gegaan dat het me nauwelijks nog lukte om op de fiets bij de winkel te komen. Laat staan dat ik die bepakt en bezakt nog weer thuis kreeg. Geen kracht genoeg in de benen, kramp in de bovenbuik en een gierende ademhaling maakten dat dat zeer moeizaam ging. Dat ik toen al sluimerende hartproblemen had werd later pijnlijk duidelijk.

 

Na mijn hartinfarct zat ik vol goede voornemens. Ik was toe aan een nieuwe fiets en dat moest maar zo’n fiets met een rek voorop worden en met grote fietstassen. Dan ging ik de boodschappen weer op de fiets doen. Ik was nu gedotterd dus dat zou ik binnen de kortste keren wel weer kunnen.

Dat viel tegen. En niet een beetje. Mijn verwachting dat dat met het opbouwen van de conditie wel beter zou gaan kwam niet uit. Bij elk zuchtje tegenwind hangt mijn tong op mijn schoenen. De fietstest in het ziekenhuis kon  niet volledig worden afgenomen door ernstige kortademigheid. Ik bleek astmatisch. Waarschijnlijk al vrij lang maar dit was altijd gemaskeerd, eerst door het roken, daarna door de hartproblemen.

 

Ik ben niet iemand die snel ergens spijt van heeft. Ik weet dat mijn beslissingen en keuzes meestal voortkomen uit tijdstip, ervaringen en omstandigheden. Maar ik heb nog wel altijd spijt dat ik na mijn hartinfarct zo optimistisch was dat ik weer de oude zou worden dat ik absoluut geen elektrische fiets wilde. Dat had me toch echt heel wat frustraties, zweetdruppels en inhalerpuffen kunnen schelen.

 

 

 

 

 

dinsdag 22 september 2020

#WOT deel 38, 2020

 

Rituelen = 1) Ceremonie 2) Cultusgebruik 3) Eredienst 4) Gebruik 5) Geheel van religieuze gebruiken 6) Kerkelijk gebruik 7) Lange reeks handelingen

 

Laat ik beginnen met een bekentenis. Ik ben Cindy en ik ben een controlfreak met kenmerken van ADHD. Zonder rituelen zou ik gillend gek worden.

Ik gebruik rituelen om mijn dagelijkse handelingen uit te voeren. Zo neem ik mijn medicatie op vaste momenten in. Niet op tijdstip maar op stappenplan. Op hun plek in mijn ochtend- en avondritueel.


Zolang ik dat ritueel volg vergeet ik een aantal belangrijke dingen niet te doen. Hoef ik niet wakker te liggen of ik kortademig ben door het traplopen of doordat ik mijn puf niet heb gehad. Of dat mijn dikke enkels wel of niet komen doordat ik mijn plasmedicatie niet heb gehad. Rituelen helpen mij orde te scheppen in de chaos die in mijn hoofd heerst. Het houdt controle. En daar ben ik gek op.

 

Zelf koppel ik rituelen eigenlijk meer aan religie dan aan mijn gewone leventje.

Ik ben niet kerkelijk opgevoed maar ging wel eens met mijn oma mee naar de zondagsdienst. Ik verbaasde mij daar altijd dat iedereen om mij heen precies wist wat ze wanneer moesten doen. Men ging tegelijk staan, men pakte tegelijkertijd het psalmen- of gezangenboek en men ging tegelijkertijd weer zitten. Als ik daar naar vroeg zei mijn oma altijd:” dat weten we omdat we altijd zo doen we.” Voor mij een beetje een dooddoener want ik wist nooit wanneer we nou wat gingen doen. En al helemaal niet wat we moesten zingen!

Toen ik later in een Katholiek jongerenkoor zong zag ik soortgelijke rituelen. Zeker waren er verschillen maar uiteindelijk waren de gebruiken in zowel de Katholieke als de Hervormde kerk net zo vaststaand. Op elke handeling volgde steevast een vaste volgende. En dankzij de liturgie en een belletje kon ik al snel meedoen met de afwisselingen tussen zitten en staan. Ik raakte perfect geconditioneerd.

 

En dat is precies wat voor mij het nut van rituelen uitlegt. Door steevast hetzelfde stappenplan te volgen, raak ik goed geconditioneerd waardoor chaos minder grip krijgt op mijn dagelijks leven. Er moeten alleen niet teveel belletjes gaan rinkelen.

 

 

dinsdag 15 september 2020

#wot deel 37 2020

 

Drommels = 1) Allemachtig 2) Deksels 3) Deuvekaters 4) Krachtterm 5) Parbleu 6) Ten zeerste 7) Uitroep 8) Verduiveld 9) Stakkerds

 

Of ik zelf veel Bassie en Adriaan heb gekeken weet ik eigenlijk niet meer. Maar dat mijn tien jaar jongere broertje het vaak keek weet ik dan weer wel. Horendol werd ik als puber van dat Ha.Ha.Ha-lachje van robot Robin. Om over dat ge-piedie-piedie-piedie maar te zwijgen.

 

Dat ik er toch meer van opgepikt heb dan ik altijd dacht bleek toen ik zelf kinderen had. Ik vond het geen fijn iets om algemene krachttermen rond ze te gebruiken omdat ik het geen fijn idee vond dat ze die krachttermen al op jonge leeftijd zouden gaan gebruiken. Ik ging dus op zoek naar alternatieven.

Al snel kwam het woord Drommels naar voren. En als we het rond de kinderen over niet al te slimme streken en zetten hadden zeiden we al snel dat we een behoorlijke bal gehakt waren geweest. Een kind wat zich zieliger voordeed dan het was deed piedie-piedie en als ze aan het fantaseren waren vroeg ik of ze dat aan de binnenkant van hun oogjes hadden gezien.

 

Dat taal altijd in ontwikkeling is bleek ook bij onze “nette” krachttermen. Onze kinderen gingen tv kijken en Spongebob was een van hun favorieten. Ook in deze show werd er creatief omgegaan met krachttermen. Zo riep Spongebob zeer geregeld: ”Anemoontjes!”. Een uitroep die ik al snel kopieerde. Ook het wat stevigere “tartaarsaus!” werd een gevleugelde.

 

Zo ontwikkelde mijn krachttermgebruik zich mee met de ontwikkelingsfasen van mijn kinderen. Maar hoe ik toch aan de uitdrukking “wat ben je toch een knurft” ben gekomen is ook mij een raadsel.

 

zondag 13 september 2020

#wor deel 36, 2020

Pauze = 1) Even niets doen 2) Halftime 3) Lunchtijd 4) Muziekteken 5) Ogenblik van rust 6) Onderbreking van werk 7) Oponthoud 8) Rust tussen de bedrijven.

 

Toen ik vorige week de tweet met het #wot-woord voorbij zag komen dacht ik: “Leuk woord. Daar kan ik wel wat mee.”

Dat viel tegen. Niet dat ik geen inspiratie had, ik had juist teveel invalshoeken en zienswijzen. Teveel om er een homogeen geheel van te smeden.

Ook het opdelen lukte niet. Steeds als ik een ingang had gekozen liep ik vast in het vertellen. Ik kreeg de zinnen niet mooi rond, het gevoel niet verwoord, de intentie niet overgebracht.

Uiteindelijke fabriceerde ik op pure wilskracht een enigszins samenhangend verhaal maar ik was niet tevreden en stelde daarom het publiceren steeds opnieuw uit.  

Toen het opnieuw donderdag werd sprak ik mijzelf streng toe. Ik mocht vandaag nog sleutelen aan het blog en ’s avonds moest het dan maar online, of ik nou wel helemaal tevreden was of niet. Dat liep even anders want rond tien uur ’s ochtend kreeg ik een appje wat ons leven even op pauze zette.

 

De vriendin van onze oudste was een paar dagen bij ons geweest (logistiek dingetje. Ze woont bij Almelo maar volgt een Minor die in Leeuwarden wordt gegeven) en had slecht nieuws. Ze had symptomen die bij Covid-19 passen en moest zich laten testen.

Meteen nam iedereen in ons gezin contact op met school, werk en stage welke richtlijnen er worden gehanteerd en meteen zat iedereen tien dagen na aanvang school en werk weer thuis. En omdat manlief ook lichte symptomen heeft werd besloten dat ook hij zich laat testen.

 

Vriendin kon zich gisteren laten testen en is gelukkig negatief. Manlief zit op het moment van schrijven in de auto onderweg naar de teststraat in Groningen. We hopen van harte dat zijn testresultaat net zo snel binnen is als die van vriendin zodat we snel weten waar we aan toe zijn. Nog wat langer op pauze of een herstart.

 

De uitslag liet even op zich wachten maar vanavond kwam dan het bericht dat de uitslag negatief is. 

woensdag 2 september 2020

#wot 2020 deel 34

 

Bonnefooi = 1) Zonder voorbereiding, 2) op goed geluk, 3) in goed vertrouwen

 

Waar ik het woord van vorige week verfoeide vind ik het woord van deze week prachtig. De klank heeft iets wat me laat glimlachen. Iets lichtvoetigs, iets frivools. En daar word ik dus best blij van.

 

Zelf ben ik niet zo van op de bonnefooi. Ik word daar erg onrustig van. Ik ben meer van het oneindig voorbereiden en dan alsnog moeten improviseren omdat er een afslag wordt gemist, of omdat er een omleiding is, of iemand toch niet thuis. Maar juist doordat ik zo ontzettend grondig ben voorbereid raak ik niet helemaal in paniek als een reis, bezoek of vakantie anders gaat dan gepland.

 

Ja, dat klinkt tegenstrijdig maar eigenlijk heb ik er in mijn voorbereiding al rekening mee gehouden dat alles anders kan lopen dan ik had bedacht. En hoewel het leven mij altijd weet te verrassen met dingen die ik niet had bedacht sla ik me er best aardig door omdat wat ik had bedacht vaak een stuk melodramatischer was dan wat er uiteindelijk gebeurt.

 

Natuurlijk zou ik best een stuk spontaner of impulsiever willen zijn maar tegelijkertijd vraag ik me af of ik mezelf wel zou moet willen kwellen. Wat heb ik eraan om vanaf het moment dat ik het bedenk tot het al dan niet gewenste resultaat in een staat van paniek te verkeren?  Waarom zal ik mezelf dat aandoen?

 

Het bijzondere is dat ik dat dus wel doe met het schrijven van blogs en verhalen. Daar heb ik altijd alleen maar een idee, een vertrekpunt en ik bedenk onderweg pas waar het naar toe gaat leiden.

Ik probeer meestal wel een soort van structuur in het schrijven aan te brengen maar als puntje bij paaltje komt eindig ik altijd heel anders dan ik van te voren had bedacht. Een verhaal opstarten is wat lastig met alleen een ideetje maar als het dan begint te lopen dan blijft het lopen.

Tja, als het werkt dan werkt het. Dan maar vertrekken met een vaag idee en schrijven op de bonnefooi.

dinsdag 25 augustus 2020

#wot 2020 deel 33

 

Warmhartigheid = 1) Ubuntu (Zuidelijk Afrika), 2) Mienskip (Friesland), 3) Naoberschap (Oost-Nederland)

 

Net zoals ik helemaal verliefd kan zijn op een woord, kan ik er ook op slag een schijthekel aan hebben. En helaas valt warmhartig voor mij in de tweede categorie.

Ik vind alles aan het woord nep. Het is zo vreselijk bedacht. Je ziet aan alles dat het geen spontane samentrekking is tussen warmte en barmhartig  maar gemaakt als variatie. En met welke reden? Iets uitdrukken waar we ten Oosten van Zwolle al een woord voor hebben.

 

Nu mijn gal over het woord gespuugd is kunnen we het hebben over wat het inhoudt en wat ik daar van vind.

 

Noaberschap is een prachtig begrip wat voorkomt uit een samenleving die zich verantwoordelijk voelt voor elkaar. Het houdt in dat men zich bekommert om meer dan hypotheek, status en afkomst.

En eerlijk is eerlijk, ook hier in het Oosten lijkt het vaak een Utopie. Want dat mensen stug zijn, ietwat gereserveerd naar nieuwkomers en zich vooral lijken bezig te houden met wat de buren er wel niet van vinden klopt ook wel een beetje.

Tot het moment dat er nood aan de man is. En of dat dan kleine nood is of grote nood maakt niet uit.  Vanuit allerlei hoeken komt er hulp. Soms groots, soms wat kleiner maar iedereen probeert zijn steentje bij te dragen.

 

Zelf hebben wij dit mogen ondervinden toen we om vijf uur ’s ochtends naar ons uitbrandende huis stonden te kijken. Onze kinderen en huisdieren zaten bij buren op de hoek. Buurman en manlief hielpen onze bejaarde slecht-ter- been-zijnde buurman vanuit zijn bed naar beneden en zijn huis uit. Andere buren waarschuwden de mensen in de andere bedreigde woningen.

En ook na die nacht kwam er hulp uit de buurt. Mensen dachten mee over tijdelijke woonruimte, er werd voor ons gewassen, onze kinderen werden door buren meegenomen naar school. Noaberschap op zijn best.

 

Nog nooit heb ik de plek waar ik woon zo gewaardeerd. En wat een  fantastisch mooie kant van de mensheid hebben wij mogen ervaren. Maar ik vertik het toch echt om dat warmhartig te gaan noemen.

 

 

 

vrijdag 14 augustus 2020

#wot 2020 deel 33

 

Zwoel = 1) Benauwd, 2) Broeiend, 3) Drukkend warm, 4) Laf, 5) Laks, 6) Lauw, 7) Los, 8) Sensueel, 9) Troebel, 10) Verstikkend, 11) Vochtig warm.

 

Als tiener kreeg het woord zwoel een betekenis voor mij. Mijn wijsheid haalde ik uit films, videoclips, romannetjes en muziek. Het was de tijd van Dirty Dancing, de Lambada en rode oortjes bij een Bouquetreeks boekje. 

Ik wist het zeker. Zwoel dat was een fijne zomeravond aan het water en dansen bij een kampvuur. Het was in zomerkleding zwierig flaneren en uiteten op een terras. Het was eindeloos liefhebben en liefkozen. Zwoel droeg de belofte van feestvieren, romantiek en fantastische, eindeloze seks.

 

De afgelopen dagen werden we getrakteerd op lange, zwoele zomeravonden. En ik voel me vreselijk bekocht. Zelfs een tikkeltje belazerd. 

Zwoel maakt helemaal niets waar van de belofte die het schijnt te doen. Het is te warm om een stap te verzetten, laat staan flaneren. Niet dat dat zin zou hebben want door de zwoelte blijft alle kleding aan je vastplakken zodat er niets te zwieren valt. Door de hitte moet ik niet aan eten denken en dankzij het alom tegenwoordige vliegende ongedierte al helemaal niet op een terras.

De stranden zijn afgeladen vol en snikheet. Dansen bij een kampvuur? Welke idioot zou nu een kampvuur maken? Veel te gevaarlijk met de droogte en vreselijk overbodig want koud worden doet het niet.

En misschien ligt het aan mij maar ik voel me vies en warm en plakkerig en vreselijk niet in de stemming voor wat voor romantiek dan ook. En blijf in vredesnaam van me af, ik heb het zo al warm genoeg. De hitte werkt op mij niet echt libido verhogend zal ik maar zeggen.

 

De rooskleurige invulling van wat zwoel zou zijn door een naar romantiek en avontuur verlangend tienermeisje bleek niet bestand tegen de werkelijkheid van 35 graden. En dat stelt toch wel lichtelijk teleur.

 

woensdag 12 augustus 2020

#wot 2020 deel 32

 

Lijdzaamheid = 1) Berusting, 2) fatalisme, 3) geduld, 4) gelatenheid, 5) kalme gemoedstoestand, 6) onderwerping, 7) onderworpenheid.

 

Al dagen worstel ik in gedachten met het #wot-woord van afgelopen donderdag. Hoewel ik verstandelijk weet dat de woordbetekenis daadwerkelijk is wat er in het woordenboek staat voelt het heel anders. Veel negatiever dan de neutrale betekenis.

 

Of het karakter is of opvoeding durf ik niet te stellen maar ik associeer lijdzaamheid vooral met niet handelen. Met opgeven. Met zwakte.

Lijdzaam toekijken. Lijdzaam afwachten. Het klinkt toch een beetje als dat spotje tegen natuurbranden: “Wat kan ik daar nou aan doen?”. Als het schikken naar een schijnbaar onontkoombaar lot.

Geen gevecht. Geen strijd. Geen onvertogen woord. Geen boosheid. Gewoon schikken want er valt toch niets tegen te doen.

 

En toch, zou het misschien dan toch wel een beetje een goed iets kunnen zijn. Juist dat niet vechten tegen wat onvermijdelijk is. Dat opgeven voor de strijd begonnen is. Dat in stilte aanvaarden van het lot.

Het zou wel eens rust kunnen geven. Sereen aanvaarden wat is. Niet vechten tegen jezelf, een ziekte of een veroordelende maatschappij. Heel misschien kan ik wel een beetje lijdzaamheid gebruiken.

Als het maar niet zo als een zwakte klonk.

vrijdag 31 juli 2020

#WOT 2020 deel 31

Snikheet = 1) Drukkend warm, 2) gloeiend heet, 3) intens heet, 4) smoorheet, 5) verstikkend warm, 6) tropisch warm

 

Het is tien uur in de ochtend. De gordijnen aan de voorkant zitten nog dicht. Ik doe achter alvast de gordijnen dicht. Het duurt weliswaar nog bijna anderhalf uur voor de zon daar op schijnt maar beter te vroeg dan te laat. De achterdeur staat nog wel open maar omdat het buiten nog koeler is dan binnen mag die nog even open blijven.

In gedachten loop ik de bovenverdieping door. Voor staat het raam nog wel open maar manlief ligt daar te slapen dus een beetje ventilatie is meer gewenst dan koelte. Achter is het raam wel al dicht. Ik moet alleen het rolgordijn zo nog even naar beneden doen.

Hopelijk zal het afdoende zijn de warmte een beetje buiten te houden. Het lijkt namelijk wel alsof de warmte steeds sneller en steeds dieper het huis in trekt.

Ik zal zo nog even snel de vaatwasser legen daarna is mijn to do-lijst zo goed als leeg. Ik heb ‘m expres niet erg vol gezet. Zo hoef ik me niet schuldig te voelen als ik halverwege de dag als een zoutzak op de bank hang.

 

Volgens de voorspellingen krijgen we vandaag een dag met tropische temperaturen. Ik hoorde en las al veel mensen die erg blij waren. “Eindelijk zomer!”. Mij zul je niet snel horen juichen bij dat soort vooruitzichten. Ik houd niet van temperaturen boven de 25 graden Celsius.

Ik Was erg gelukkig met het weer van de afgelopen dagen. Een graad of 22, zonnetje, briesje afgewisseld met dagen met buien. Heerlijk. Goede dagen om van alles te ondernemen en goede dagen om even lekker in huis rond te keutelen. Klinkt mij als een fantastische zomer in de oren.

 

Gisteren kwam ik de buurvrouw tegen. Vol enthousiasme riep ze me toe: ”Het wordt eindelijk goed weer dit weekend.” Buurvrouw is het type wat pas tot leven komt bij 25 graden.

Een andere buurvrouw loopt tot 25 graden handenwrijvend en licht kleumend met haar hond door het park. Ook zij kijkt reikhalzend uit naar een volgende hittegolf.

Ik daarentegen begin weer te dagdromen over een emigratie naar Scandinavië.  Weg van hitteplannen en laveloos lamgeslagen hangen op de bank omdat zelfs rechtop zitten al als teveel moeite voelt.

Een huisje in een mooie waterrijke omgeving met een bootje bij de deur mag ook. Of het daar beter zal zijn weet ik niet maar in mijn dromen is het helemaal ideaal.

 

Het schijnt dat de hitte snel weer voorbij is. Dat biedt hoop. Misschien is het met een dag afzien wel weer gedaan. Vol goede moed installeer ik me dus op de bank voor een snipperdag. Lekker dagdromen en huizen kijken op funda. Dat is vast wel een dag vol te houden


dinsdag 28 juli 2020

WIP's en UFO's

 

Het is geen geheim dat ik graag hobby. Vooral haken is iets wat ik graag doe. Er is alleen wel een klein probleempje. Ik ben heel goed in het starten van projecten maar minder goed in het afmaken. Door deze lichte afwijking heb ik een heel arsenaal aan WIP’s En UFO’s ( Work In Progress en UnFinished Object)

 

Aan het begin van het corona-tijdperk nam ik mij heilig voor  om alle projecten die ik nog had liggen eens erbij te pakken en af te maken. Dat bleken er nog al wat te zijn. Zoveel dat ik me er gewoon een beetje voor schaam. Ze kunnen mij een half jaar in een totale lockdown quarantaine zonder pakketbezorging zetten en nog heb ik voldoende projecten om de tijd mee te doden.

Sommige dingen waren al behoorlijk gevorderd en daardoor zo af. Zo waren het babydekentje en de vlinder voor baby Otis rap af. Ik had dan ook nog wat goed te maken bij zijn moeder. Zijn zus heeft na haar geboorte namelijk nog even moeten wachten voor ze haar dekentje kreeg.

Een ander project lag al iets langer te wachten. Ik wilde vorig jaar een regenboogsjaal maken voor Pride Zwolle. Toen niet gelukt maar de sjaal schiet nu zo lekker op dat hij bij de volgende Pride met trots kan worden gedragen.

Ook de giraf die mijn moeder had besteld vordert ondanks het pokkegaren heel aardig.

 

Er ligt ook een UFO waar ik me een beetje voor schaam. Dat is er een die al vijf jaar lang wacht om afgemaakt te worden. Het is geen onwil van mijn kant. Het is ook niet zo dat het vreselijk moeilijk, vervelend of lelijk is maar die deken voor middelste heeft wat dingen niet mee zitten. Zo is het een groot en warm project. De kleuren die gekozen zijn werken niet echt prettig en zijn alleen goed te verwerken bij echt daglicht. En ik heb al een paar keer hele rijen moeten uithalen wegens kleine maar wel heel vervelende foutjes.

Keer op keer wordt de deken weer even aan de kant gelegd omdat ik de moed niet kan opbrengen die uitgehaalde rijen opnieuw te haken. Of omdat een deken haken vreselijk onprettig is met temperaturen boven de 20 graden. Of omdat er zo weinig daglicht is op een dag dat er gewoon geen tijd is om te haken bij goed licht.

Wat deze UFO helemaal een beetje sneu maakt is dat middelste vaker pech heeft als zijn moeder knutselt. Zijn kerstcadeautje was ook al niet af. Gelukkig is hij niet erg rancuneus. Zolang ik zorg dat of het cadeautje of zijn deken af is voor de volgende kerst zou hij niet gaan zeuren.

Ik denk dat ik dat cadeautje maar eens snel moet gaan opzoeken. Voordat ik weer iets anders zie wat me leuk lijkt om te maken.

 

 


vrijdag 24 juli 2020

#WOT deel 30

Bingen = 1) een tv-serie per twee tot zes afleveringen achter elkaar kijken 2) een serie boeken achter elkaar lezen.

 

Ik zal het maar meteen toegeven. Ja, ik binge. Zowel bingewatchen als bingereading. Er is iets zo ontzettend fijns aan het direct bevredigen van mijn nieuwsgierigheid hoe een verhaal verder gaat dat ik de neiging om continu door te gaan maar moeilijk onderdrukken.

 

Toch zit er ook een nadeel aan bingen. Ik merk dat ergens in een serie mijn nieuwsgierigheid afneemt en zelfs af en toe omslaat in ongeïnteresseerdheid. De serie, het hoofdkarakter of de rode draad begint me te vervelen of zelfs te irriteren.

Soms weet een schrijver daar door heen te breken en kijk ik met hernieuwde aandacht graag verder. Maar soms moet ik mezelf echt motiveren een serie af te sluiten. Er zijn wel wat series waarbij me dat niet is gelukt.

 

Zo ben ik ooit aan het laatste boek van de Outlander-reeks begonnen maar heb ik het na drie hoofdstukken terug gebracht naar de bibliotheek. Weer een nieuwe omgeving met eigenlijk weer dezelfde gebeurtenissen. Ik kon me er niet meer toe zetten.

Een andere serie die voor mij al klaar was maar waar toch nog een nieuw boek vanuit kwam is de Holenbeerstamreeks. Na ‘Een vuurplaats in steen’ was voor mij het verhaal afgerond. De schrijfster vond blijkbaar van niet. Wie er gelijk heeft weet ik niet, ik heb het laatste deel niet gelezen.

 

Het gebeurt me niet enkel met boeken. Er zijn ook zat series waarbij ik semi-verplicht doorkijk. En ook daar wordt het soms wel weer leuk en soms ook helemaal niet.

De enige serie die ik echt zonder onderbrekingen en zonder gezucht over ergerlijke rode draad-zijsporen heb gebinged was ‘Doctor Who’ . Daar ben ik dan ik bijna fangirl-enthousiast over. Als ik hem opnieuw zou kunnen streamen zou ik dat meteen weer doen. Dan maar wat minder nachtrust, daglicht en huishouden.


maandag 20 juli 2020

bijzondere tijden

Aan het begin van de coranatijd bedacht ik me dat het erg mooi zou zijn als ik elke dag van deze bijzondere periode vast zou gaan leggen. Misschien in de vorm van een dagvoorbijhoroscoop, of gewoon een persoonlijk blogje, of misschien wel heel privé in een dagboek. Herinneringen maken.

 

Het is er niet van gekomen. Nou gebeurt mij dat vaker dat ik prachtplannen heb maar dat de uitvoering een beetje op zich laat wachten, maar deze plannen kwamen helemaal niet van de grond. Het lukte me niet op te schrijven wat er gebeurde, hoe het voelde en wat deze gekke tijd met mij deed. Ik blokkeerde.

 

Nu de dreiging wat minder acuut begint te voelen, merk ik dat er weer ruimte komt in mijn hoofd om te gaan ordenen. En met dat ordenen komt de grote wens op te schrijven wat er in mij omgaat. Ik ben toe aan delen.

Niet wat er van dag tot dag gebeurde. Niet hoe bijzonder, vreemd en gek deze tijd is. Niet wat mijn mening over alle regels en reacties daarop is. Wel dat er bij ons vooral veel andere dingen aan de hand waren die enkel wat meer bijzonder waren door de tijd waarin ze gebeurden.

 

Zo hadden wij twee zonen die min of meer verplicht mochten gaan uitkijken naar een andere opleiding. Dat was best een uitdaging zonder voorlichtingsavonden, open dagen en meeloopdagen. Ze zijn er allebei uit maar er zit toch wel wat nattevingerwerk in de keuze. We gaan er maar van uit dat hun intuïtie ze de goede kant op heeft geleid en dat ze komend schooljaar eindelijk wel op de voor hen juiste plaats zitten.

 

Een andere uitdaging was dat mijn moeder tot drie keer toe opgenomen werd in het ziekenhuis. Normaal al niet leuk maar in coronatijd best wel erg onprettig. Helemaal als je dan bedenkt dat al haar kinderen tot risicogroepen behoren.

We hebben best zitten puzzelen hoe we ons aan de coronamaatregelen konden houden terwijl we tegelijkertijd niet onze moeder verwaarloosden. De vraag: ”Wat is wijsheid?” is hier best vaak gesteld.

Met moeders is het allemaal goed gekomen en ze huppelt ondertussen weer vrolijk rond in haar eigen huisje.

 

Langzamerhand begint iedereen in ons huishouden zijn draait weer te vinden. De kinderen werken volop en manlief streept de dagen af tot zijn vakantie. Bijna als vanouds.

Bijna. Want helaas speelt bij mij momenteel de Crohn op. Al voelt dat ook wel een beetje als vanouds. Net als iedereen zijn draai heeft gevonden en het gezinsleven een soort van op rolletjes loopt wordt mijn lijf opstandig.

Hoogste tijd om het zorgen en regelen weer even wat meer los te laten. Opnieuw leren vertrouwen dat het allemaal wel goed komt met die kindertjes van mij. Ze stuiteren niet voor niks, dat is om te zorgen dat ze altijd weer op hun pootjes op het voor hen juiste pad terecht komen.