woensdag 14 oktober 2020

#wot deel 41, 2020

 

Mondkapje = 1) beschermingsgerei 2) kapje dat over neus en mond valt en in coronatijd geadviseerd wordt

 

Als klein meisje waren er een paar dingen die ik wilde kunnen. Ik wilde kunnen lezen want ik was geïntrigeerd door boeken. Ik wilde kunnen schrijven want ik wilde niets liever dan verhalen creëren. En ik wilde kunnen handwerken. Het leek me fantastisch om vanuit het niets iets te kunnen scheppen. En in mijn beleving was er geen hogere kunde dan iets nuttigs kunnen fabriceren.

 

Het lezen was een vaardigheid die ik zeer rap onder de knie had. En één waar ik mateloos van genoot. Wanneer het maar even mogelijk was kroop ik in een boek en verdween naar de wereld die door het lezen ontstond.

Handwerken en creatief schrijven waren toch wel een ander verhaal. De basisvaardigheden waren niet het probleem. Er waren wat andere factoren die het uitoefenen bemoeilijkten. Rust in de kont was daar er daar een van. Snel verveeld zijn was een andere. En dan was daar nog die derde, overgeleverd zijn aan de chaos in mijn hoofd.

 

Wanneer ik las stapte ik in een wereld die door letters geschapen was. Woorden gaven vorm. Zinnen gaven richting. Het verhaal bracht structuur aan.

Wanneer ik zelf ging schrijven moest mijn brein dat zelf doen. Bedenken hoe deze wereld er uit zou zien. Hoe een personage zou zijn. Wat er in deze fantasiewereld zou gebeuren. Alles moest ontstaan uit mijn hoofd. En mijn hoofd maakte daar een potje van.

Ik was zo bezig met kleuren, richting aangeven en structureren dat ik daar in verzandde. Helemaal omdat mijn brein geregeld een andere kant opging dan ik van te voren had bedacht. In plaats van duidelijkheid creëerde mijn brein nog meer chaos.

 

Met handwerken gebeurde hetzelfde. Mijn brein kreeg alle ruimte en ging volledig los. Het schoot alle kanten op. Structuur was nergens te bekennen. Verveling sloeg toe bij teveel herhalende handelingen. En waar het naar toe moest veranderde per hersengolf.

 

Hoewel het er toen niet op leek heb ik daar koppigheid vele vaardigheden toch opgedaan. Ik leerde mezelf naaien toen ik een jaar of twintig was. Ik ging creatief schrijven toen ik beging dertig was. Ik leerde haken toen ik veertig was.

In de loop der jaren leerde ik namelijk hoe ik kon omgaan met een deel van de chaos in mijn brein. Hoe ik soms zelfs gebruik kan maken van die creatieve gedachtenstorm. Maar nog altijd lukt het me niet blanco te starten.

 

Schrijven doe ik hat liefst naar aanleiding van een opdracht want die geeft houvast en richting. Haken doe ik volgens patroon omdat dat structuur geeft. En zelfs iets simpels als het naaien van mondkapjes doe ik van patroon.

Zolang ik een patroon heb weet ik waar ik moet beginnen, welke kant ik op moet en wat nodig is om het resultaat te behalen. Welke kant mijn gedachten ook opspringen, ik kan altijd weer terug naar waar ik nog wel wist waar ik heen ging. Mondkapjes maken als mijn nieuwe zen-bezigheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten