dinsdag 25 augustus 2020

#wot 2020 deel 33

 

Warmhartigheid = 1) Ubuntu (Zuidelijk Afrika), 2) Mienskip (Friesland), 3) Naoberschap (Oost-Nederland)

 

Net zoals ik helemaal verliefd kan zijn op een woord, kan ik er ook op slag een schijthekel aan hebben. En helaas valt warmhartig voor mij in de tweede categorie.

Ik vind alles aan het woord nep. Het is zo vreselijk bedacht. Je ziet aan alles dat het geen spontane samentrekking is tussen warmte en barmhartig  maar gemaakt als variatie. En met welke reden? Iets uitdrukken waar we ten Oosten van Zwolle al een woord voor hebben.

 

Nu mijn gal over het woord gespuugd is kunnen we het hebben over wat het inhoudt en wat ik daar van vind.

 

Noaberschap is een prachtig begrip wat voorkomt uit een samenleving die zich verantwoordelijk voelt voor elkaar. Het houdt in dat men zich bekommert om meer dan hypotheek, status en afkomst.

En eerlijk is eerlijk, ook hier in het Oosten lijkt het vaak een Utopie. Want dat mensen stug zijn, ietwat gereserveerd naar nieuwkomers en zich vooral lijken bezig te houden met wat de buren er wel niet van vinden klopt ook wel een beetje.

Tot het moment dat er nood aan de man is. En of dat dan kleine nood is of grote nood maakt niet uit.  Vanuit allerlei hoeken komt er hulp. Soms groots, soms wat kleiner maar iedereen probeert zijn steentje bij te dragen.

 

Zelf hebben wij dit mogen ondervinden toen we om vijf uur ’s ochtends naar ons uitbrandende huis stonden te kijken. Onze kinderen en huisdieren zaten bij buren op de hoek. Buurman en manlief hielpen onze bejaarde slecht-ter- been-zijnde buurman vanuit zijn bed naar beneden en zijn huis uit. Andere buren waarschuwden de mensen in de andere bedreigde woningen.

En ook na die nacht kwam er hulp uit de buurt. Mensen dachten mee over tijdelijke woonruimte, er werd voor ons gewassen, onze kinderen werden door buren meegenomen naar school. Noaberschap op zijn best.

 

Nog nooit heb ik de plek waar ik woon zo gewaardeerd. En wat een  fantastisch mooie kant van de mensheid hebben wij mogen ervaren. Maar ik vertik het toch echt om dat warmhartig te gaan noemen.

 

 

 

vrijdag 14 augustus 2020

#wot 2020 deel 33

 

Zwoel = 1) Benauwd, 2) Broeiend, 3) Drukkend warm, 4) Laf, 5) Laks, 6) Lauw, 7) Los, 8) Sensueel, 9) Troebel, 10) Verstikkend, 11) Vochtig warm.

 

Als tiener kreeg het woord zwoel een betekenis voor mij. Mijn wijsheid haalde ik uit films, videoclips, romannetjes en muziek. Het was de tijd van Dirty Dancing, de Lambada en rode oortjes bij een Bouquetreeks boekje. 

Ik wist het zeker. Zwoel dat was een fijne zomeravond aan het water en dansen bij een kampvuur. Het was in zomerkleding zwierig flaneren en uiteten op een terras. Het was eindeloos liefhebben en liefkozen. Zwoel droeg de belofte van feestvieren, romantiek en fantastische, eindeloze seks.

 

De afgelopen dagen werden we getrakteerd op lange, zwoele zomeravonden. En ik voel me vreselijk bekocht. Zelfs een tikkeltje belazerd. 

Zwoel maakt helemaal niets waar van de belofte die het schijnt te doen. Het is te warm om een stap te verzetten, laat staan flaneren. Niet dat dat zin zou hebben want door de zwoelte blijft alle kleding aan je vastplakken zodat er niets te zwieren valt. Door de hitte moet ik niet aan eten denken en dankzij het alom tegenwoordige vliegende ongedierte al helemaal niet op een terras.

De stranden zijn afgeladen vol en snikheet. Dansen bij een kampvuur? Welke idioot zou nu een kampvuur maken? Veel te gevaarlijk met de droogte en vreselijk overbodig want koud worden doet het niet.

En misschien ligt het aan mij maar ik voel me vies en warm en plakkerig en vreselijk niet in de stemming voor wat voor romantiek dan ook. En blijf in vredesnaam van me af, ik heb het zo al warm genoeg. De hitte werkt op mij niet echt libido verhogend zal ik maar zeggen.

 

De rooskleurige invulling van wat zwoel zou zijn door een naar romantiek en avontuur verlangend tienermeisje bleek niet bestand tegen de werkelijkheid van 35 graden. En dat stelt toch wel lichtelijk teleur.

 

woensdag 12 augustus 2020

#wot 2020 deel 32

 

Lijdzaamheid = 1) Berusting, 2) fatalisme, 3) geduld, 4) gelatenheid, 5) kalme gemoedstoestand, 6) onderwerping, 7) onderworpenheid.

 

Al dagen worstel ik in gedachten met het #wot-woord van afgelopen donderdag. Hoewel ik verstandelijk weet dat de woordbetekenis daadwerkelijk is wat er in het woordenboek staat voelt het heel anders. Veel negatiever dan de neutrale betekenis.

 

Of het karakter is of opvoeding durf ik niet te stellen maar ik associeer lijdzaamheid vooral met niet handelen. Met opgeven. Met zwakte.

Lijdzaam toekijken. Lijdzaam afwachten. Het klinkt toch een beetje als dat spotje tegen natuurbranden: “Wat kan ik daar nou aan doen?”. Als het schikken naar een schijnbaar onontkoombaar lot.

Geen gevecht. Geen strijd. Geen onvertogen woord. Geen boosheid. Gewoon schikken want er valt toch niets tegen te doen.

 

En toch, zou het misschien dan toch wel een beetje een goed iets kunnen zijn. Juist dat niet vechten tegen wat onvermijdelijk is. Dat opgeven voor de strijd begonnen is. Dat in stilte aanvaarden van het lot.

Het zou wel eens rust kunnen geven. Sereen aanvaarden wat is. Niet vechten tegen jezelf, een ziekte of een veroordelende maatschappij. Heel misschien kan ik wel een beetje lijdzaamheid gebruiken.

Als het maar niet zo als een zwakte klonk.