Het eerste deel is weer achter de rug. Vanochtend is de
envelop met de herindicatie-aanvraag de deur uitgegaan. Wat onwetenden ook
mogen denken, het blijft een pokkenklus. Je verzamelt en kopieert je suf en als
klap op de vuurpijl wordt je geacht een compleet verslag te schrijven over de
verleende zorg in de afgelopen twee jaar.
Ik prijs mijzelf gelukkig dat ik een aantal jaren VWO heb
gevolgd en daar de nodige stel- en briefopdrachten heb moeten maken. Ik heb
daar geleerd zakelijk en bondig te formuleren. Het andere geluk dat ik heb is
dat één van mijn vriendinnen stage heeft gelopen bij jeugdzorg en bereidt was
mijn verslagen te keuren. Maar niet alleen kostte het me veel tijd om deze
verslagen op te stellen, het blijft een emotioneel klusje omdat je weer een
keer je volledig mag richten op de minder sterke kanten van je kind. En in mijn
geval dus twee keer.
Hoewel bureau Jeugdzorg echt wel zijn best zal doen begrip
te hebben schoot het me toch in het verkeerde keelgat dat ik drie weken na het
ontvangen van het herindicatiepakket een brief kreeg die mee maande tot haast.
Ik had nog 6 dagen om alles bij hen in het postvak te krijgen anders ging men
er automatisch vanuit dat we geen PGB meer nodig hadden. Een beetje peper in
donkere plek was weliswaar geen overbodige luxe, maar ik heb ook andere dingen te doen. Zeker de eerste weken van het schooljaar. En het zette me aan het
denken.
Zoals ik al aangaf heb ik een opleiding gevolgd waarin
aandacht was voor zakelijk schrijven. Maar als je dat nou niet hebt gehad dan?
Of wat als je gewoon niet goed bent in het op papier zetten van je dagelijkse
leven? Wat nou als je voltijd werkt en daarnaast de zorg voor een of meerdere
bijzondere kinderen hebt? Het kostte mij al moeite zat tijd te vinden die
verslagen te schrijven en dan werkte ik de afgelopen weken 10 tot 15 uur per
week.
Elke dag weer ben ik blij dat we PGB hebben maar het is toch
jammer dat de drempel om het te krijgen steeds verder verhoogd wordt.