woensdag 1 februari 2023

#wot deel 4. 2023

 

Er is een tijd geweest dat ik heel veel tijdschriften las. Dat is nog in de tijd dat het nog damesbladen, maandbladen en tijdschriften heetten in plaats van magazines en glossy’s. Best een tijd geleden dus.

Ik las graag maar had weinig tijd en energie waardoor boeken bleven liggen. Maar zo’n hap-snap-lees- blaadje was goed te verwerken.

 

Hoewel ik bijna een hele leesmap wel weg kon lezen ging mijn voorkeur uit naar bladen die zich richtten op jonge vrouwen. Dus niet de Libelle of Margriet maar de Viva en de Flair. Vooral de Flair vond ik een fijn lezend blad. De Viva hield zich voor mijn gevoel vooral bezig met alleenstaande, werkende, zelfstandig wonende vrouw. De Flair was iets behoudender, iets minder op seksualiteit en carrière gericht leek het. Het was allemaal iets rustiger van toon. Iets minder ambitieus. Wat meer doorsnee. En de kleding in hun rubrieken was een stuk meer betaalbaar.



 

Jaren las ik de Flair naar volle tevredenheid. Tot ook hier het gat tussen mijn leven als thuismoeder met drie kinderen en de doelgroep van jonge, werkende vrouwen zonder kinderen erg groot werd.

Ik ging op zoek naar een vervanger. Ik bladerde eens door wat Libelles en Margrieten maar dat was het toch net niet helemaal. Mijn kinderen waren nog geen tieners. Ik zat niet tegen of rond de overgang en nog wel erg jong voor hun mode.

 

Ik voelde me bijna weer een meisje van dertien. Je weet wel, tussen tafellaken en servet. Tussen Tina en Viva. En toen kwam de Esta uit. Wat vind ik het jammer dat dat blad niet meer bestaat. Dat was nou echt een blad wat dat gat tussen dertig en vijftig opvulde. Artikelen over gezinnen met bijzondere kinderen. Vrouwen met chronische beperkingen. Een rubriek over vrouwen rond de veertig. Zoveel herkenning en aansluiting Ik was helemaal fan.

 

De tijdschriftenwereld is enorm veranderd. De Flair bestaat niet meer. Ook de Esta en de Viva zijn gestopt. Of de Yes nog bestaat weet ik eigenlijk niet eens zeker. In de schappen wordt je om de oren geslagen met dure glossy’s van bekende namen maar ik voel weinig verbinding meer met deze bladen. Het is allemaal een behoorlijke ver van mijn bed-magazine geworden. En de mode uit hun mode-reportages niet te betalen.

 

Het #WOT-woord is:

Flair: 1) bijzondere handigheid, 2) charmante vlotheid, 3) fijne neus, 4) gemak in de omgang, 5) gemak waarmee men zich ergens doorheen slaat, 6) gemakkelijk in de omgang, etc.

woorden.org

 

 

 

zaterdag 21 januari 2023

#wot deel 3, 2023

 

Het is denk ik de meest gezochte eigenschap in een partner hoe vaak hoor je niet in van die datingprogramma’s dat ze vooral hopen dat hun blind date humor heeft. Vaak vraag ik me dan af wat voor humor ze dan bedoelen. Van die op het randje maar net er niet over- humor? Of van die gitzwarte die alle en iedereen genadeloos afzeikt? Of bedoelen ze dan die bulderen van het lachten-humor van Geer en Goor? Of de aloude lache of ik schiet-humor. Want zoveel mensen zoveel soorten humor.

Zo kan ik mij een verhaal van mijn ouders herinneren die toen ze nog verkering hadden naar het theater gingen. Mijn moeder heeft zich anderhalf uur lang zitten opvreten en wild ehet liefst in de pauze naar huis. Mijn vader heeft zitten gieren van het lachen. Het gezelschap waar ze naar gingen kijken was Neerlands Hoop in Bange Dagen Nog als ze Freek de Jonge ziet raakt mijn moeder zwaar geërgerd. Hoeft ze hem niet eens te horen.

 


 

Hoewel ik best een lachebekje ben denk ik niet dat ik de lach aan mijn kont heb hangen. Ik ben meestal ook op mijn grappigst als ik daar totaal geen erg in heb. Meestal is de grap het gevolg van een wat traag filtertje Pas als mensen beginnen te lachen heb ik door dat ik een best wel geniale opmerking heb gemaakt. Maar of dat nou betekent dat ik humor heb?  Dat mag de goegemeente zelf besluiten.

 

 Het #WOT-woord is:

Humor is volgens Van Dale “dat wat grappig, geestig, om te lachen is”. Wie humor heeft, heeft “oog en gevoel voor vrolijkmakende tegenstrijdigheden tussen voorkomen en bedoeling of betekenis van zaken” of, actiever, “de neiging het vrolijkmakende in gebeurtenissen het meest te doen uitkomen”

vandale.nl

 

 

donderdag 19 januari 2023

#wot deel 2, 2023

 

In mijn hoofd heb ik dit blog al honderden keren opgetikt. Ik heb geschreven over het zachte weer van vorige week, met een leuk bruggetje naar de zachtheid van stoffen en hoe het een gezins-guilty pleasure is om op een stoffenmarkt stofjes te voelen. Over de gevoeligheid van de kinderen voor stoffen op hun huis. Over de fantastisch zachte hoodie die mijn dochter met kerst kreeg waardoor ik haar wil blijven aaien als ze hem draagt.

In werkelijkheid lag ik in mijn bed opgekruld onder het dekbed. Of hing ik in het hoekje van de bank onder een dekentje te haken. Of ik was bij die poging tot haken genadeloos in slaap gesukkeld en lag kwijlend en snurkend te dromen over dit blog.

 

Het #WOT-woord is:

Zacht (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord): 1) niet hard; = week, 2) bijna niet merkbaar: iem. zacht aanstoten, 3) niet luid, bijna onverstaanbaar: zacht spreken, 4) niet ruw: een zachte hand, 5) met weinig kalk: zacht water, 6) aangenaam: een zachte winter niet koud, 7)(van de dood) niet pijnlijk, 8) niet snel: zacht rijden, 9) niet grof of bars; = goedig: een zacht karakter, 10) geleidelijk, zonder sprongen: een zachte landing

vandale.nl

 

 

Helaas ben ik al een week geveld door een fikse verkoudheid. De enige zachtheid die ik momenteel voel is de bebalsemde tissue waarmee ik mijn neus snuit. De hap honing om mijn keel te verzachten. De flanellen  dekbedhoes die mij warm probeert te houden en het heerlijke dekentje op de bank wat mij in mijn ellende omarmt.

 

Ik houd hoop. Er zal nu vast snel een einde komen aan deze verkoudheid from hell. Het zou een keer tijd worden na zeven dagen.

zondag 8 januari 2023

#wot 2023, deel 1

 

Een ieder die mij al wat langer volgt weet dat ik een enthousiast handwerker ben. Waar ik lange tijd kleding heb gemaakt voor mijzelf en mijn kinderen, heb ik mij de laatste jaren vooral op het haken gestort Ik probeer nog steeds dapper het breien goed onder de knie te krijgen. Zou graag willen kunnen borduren en pak heel af en toe een handnaaiwerkje op.

 

Mensen die mij goed kennen weten dat ik ook een zeer enthousiast beginnend handwerker ben. Ik zie iets, word enthousiast, begin er aan en dan komt het gewone leven tussendoor. Daar heeft mijn gewone leven nogal eens een handje van, tussendoor komen als ik ergens enthousiast mee bezig ben.

Dat is ook geen groot probleem maar het veroorzaakt wel vertraging in mijn handelen en afleiding van mijn tijd. Tijd die ik niet stop in het afmaken van mijn handwerkproject maar die wel net voldoende ruimte geeft nieuwe projecten te ontdekken. Projecten waar ik zo blij en vrolijk van word dat ik bijna niet anders kan dan al vast een stukje proberen. Of alvast een beginnetje maken. Of ter afwisseling van het grote project te starten

 

 

Enthousiasme is een gemoedstoestand waarbij men zich levendig en uitgelaten gedraagt en een grote geestdrift en motivatie voor iets of iemand vertoont.

nl.wikipedia.org

 

 

Het gevolg van al dat enthousiasme is dat er nogal wat projecten veel langer blijven liggen dan de bedoeling is. Sommigen liggen al lange tijd te wachten tot ze eindelijk de doos uit mogen. Anderen liggen vergeten te verstoffen of worden ergens anders voor gebruikt Nog weer anderen moeten zeer vee geduld hebben tot ze eindelijk worden voltooid

 

Het meest beruchte voorbeeld van zo’n laatste project hangt eindelijk buiten aan de lijn. Trots en lichte schaamte vullen mij als ik de deken voor mijn middelste zie wapperen Negen jaar heeft de jongen  er op moeten wachten Negen jaar!

Het begon zo goed Ik kwam op facebook een cal tegen (een cal is een patroon wat door een groep mensen tegelijkertijd wordt gehaakt) Ik vond het een mooie deken en liet hem aan jongste zien Deze werd ook enthousiast en vroeg of ik deze voor haar wilde maken. Middelste hoorde dat en vroeg of ik voor hem ook een deken wilde maken Natuurlijk gun ik beide kinderen zo’n mooie, warme deken dus vol enthousiasme gingen we aan de slag. We kozen samen kleuren uit, ze kozen allebei welke variant van de deken ze wilden en moeders ging aan de slag.

Zoas heel vaak bij mij raakte ik uit het ritme door gebeurtenissen in het dagelijks leven Beide dekens werden geregeld aan de kant gelegd en even zo vaak pakte ik ze weer op Maar na verloop van tijd merkte ik dat ik de groentintendeken voor jongste makkelijker oppakte dan de roodzwarte voor middelste.

Zwart garen is een behoorlijke uitdaging. Men zegt niet voor niets “als je iets zelfgemaakts krijgt beteken je veel voor een persoon. Is het van zwart garen dan ben je heel bijzonder en zeer geliefd.” De steken zijn moeilijk te zien waardoor er bij dit uitdagende patroon enkel bij daglicht kon worden gehaakt. En zelfs ik heb daar niet heel veel van beschikbaar voor handwerken.

Daar kwam boven op dat ik in deze variant heel veel meer fouten maakte dan in de groentintendeken. Nog nooit heb ik zoveel uitgehaald en herhaakt. En opnieuw uitgehaald en herhaakt. En nog maar eens uitgehaald. En nog eens. En nog eens. Mijn enthousiasme voor deze deken verdween als sneeuw voor de zon.

Eens in de zoveel tijd werd het schuldgevoel zo groot dat ik de deken toch weer pakte, het patroon weer opzicht en vol goede moed opnieuw verder ging. Tot het patroon weer niet uitkwam en ik weer alles wat ik er aan gehaakt had weer kon uithalen.

 

Vorig jaar was ik het zo spuugzat dat ik al mijn moed verzamelde en middelste gevraagd heb of ik wel een andere deken mocht maken met het door hem uitgezochte garen. Gelukkig ging hij snel akkoord. Hij wilde gewoon heel graag een door mij gehaakte deken en de kleuren die hij ooit eens heeft uitgezocht.

 

Het is een enorme deken geworden. De voorzichtig geschatte maten zijn 220 cm x 250 cm. Dat is best groot maar er moet ook een beer van een vent onder passen. En sinds gisteren is hij af. Eindelijk is dit project zonder einde afgerond. En omdat ik een heel nieuwe deken ben begonnen bleef het begin van de andere deken over Daar is de kat nu heel gelukkig mee. Die is net zo gek op gehaakte dekentjes als mijn  middelste en mijn jongste kind.



vrijdag 9 december 2022

Houdt Meppel van haar bibliotheek


 

Het is onderhand wel bekend dat ik een betrokken vrijwilliger ben bij de bibliotheek. Ik werk er met veel plezier en ik ben mij zeer bewust geworden van de maatschappelijke betekenis van de bibliotheek. De vragen die wij voorgeschoteld krijgen zijn behoorlijk divers. Natuurlijk gaat een groot deel over boeken maar ook op andere vlakken ondersteunen wij graag.

Zo biedt de bibliotheek gratis internet en wifi zodat een ieder gebruik kan maken van deze faciliteiten. We bieden hulp bij kleine digitale vragen zoals printen, apps installeren en online lezen. Voor grotere ondersteuning is het ido-spreekuur(informatiepunt digitale overheid), het seniorenweb- inloopmoment of cursussen die de basis van digitalisering onderwijzen.

We bieden ruimte om kranten en tijdschriften te lezen. Zowel print als digitaal. Er wordt een geldloket gefaciliteerd waar mensen terecht kunnen met vragen over toeslagen, subsidies, gemeentelijke bijdragen en andere manieren om financieel te worden ondersteund.

In corona-tijd hadden we het erg druk met enerzijds de uitleenfunctie van de bibliotheek te blijven verzorgen en anderzijds de vele vragen over de corona-app, gezondheidsverklaringen en coronapassen te beantwoorden. We wisten weliswaar niet alles maar raakten zeer bedreven in het zoeken naar de juiste plek voor antwoorden.

En op dit moment worstelen we met het faciliteren van de warme huiskamer, het vangnet voor mensen die de kosten van de energiecrisis zoveel mogelijk proberen te beperken. Dit levert een aardig spanningsveld op tussen energie besparen door de gebouwbeheerder en de mate van comfort die wij willen bieden.

 

 

Momenteel staan de lokale media vol met berichten over een mogelijke huiskamer in de Grote- of Mariakerk. Een prachtig plan voor een bibliotheek, leeszaal en stadshuiskamer in de stadsgezicht bepalende kerk midden in het centrum.

Het raakt een zenuw bij vele mensen die zich inzetten voor de bibliotheek. Aan de ene kant omdat er gesteld wordt dat het tijd wordt ‘de stoffige boeken achter ons te laten en te richten op nevenfuncties als lezingen, cursussen en andere nevenactiviteiten’, dingen die we dus al lang doen. Taken waar we met liefde aan bijdragen omdat ze de functie van de huidige bibliotheek en onze liefde voor boeken ter ontspanning en ter informatie ondersteunen en sterken.

Anderzijds is er de financiële kant die doet grimassen. Aan een stadsbibliotheek zijn behoorlijke kosten verbonden. En dat in een gemeente die erom bekend staat voor de culturele sector de hand stevig op de knip te houden. Al jarenlang laat onze gemeente zien dat het enkel wil bijdragen aan de basisvoorziening van een bibliotheek. Waar het landelijke gemiddelde ligt op 27 euro per inwoner per jaar draagt Meppel 10 euro/inwoner/jaar bij.

Steeds meer extra activiteiten moeten worden geschrapt omdat er geen middelen meer voor zijn. Zo is enkele jaren geleden de zelfstandige bibliotheek in Nijeveen al gesneuveld. Zij hebben enkel nog een servicepunt zonder eigen budget waardoor ze volledig afhankelijk zijn geworden van Meppel.

 

Deze week sneuvelde er een zeer populaire jeugdactiviteit omdat Meppel blijft weigeren een jaarlijkse bijdrage van 5000 euro hiervoor te betalen. Dit tot groot verdriet van onze vrijwilligers en medewerkers. 

De Biebfabriek levert namelijk een hoop op. Niet alleen onderwijst het kinderen op een speelse manier op verschillende vlakken van techniek en programmeren, het levert ook een sociale bijdrage. Elk kind kan meedoen aan de gratis activiteit. Kinderen hebben interactie, helpen elkaar, doen kennis op en kweken zelfvertrouwen op digitaal gebied.

Buiten dat het erg leuk is zien we dat kinderen zich gezien voelen. En we weten allemaal dat als we ons als kind ergens gezien voelden we in ons latere leven de weg ernaar toe makkelijker vinden en nemen.

 

Het sneuvelen van de Biebfabriek stemt ons somber. Het geeft ons het gevoel dat de gemeente Meppel de functie van zijn bibliotheek helemaal niet zo belangrijk vindt. Waar we in coronatijd werden bejubeld dat we ons zo enorm inzetten voor het welzijn van de inwoners worden we, nu we om extra middelen vragen, afgewezen. Terug in het hok gestuurd.

Er wordt al jaren gewaarschuwd dat als Meppel blijft weigeren de bijdrage te verhogen er functies en activiteiten zullen verschralen. Meppel kan niet langer meeliften op de bijdragen en inzet van anderen. Het zal moeten kiezen, boter bij de vis moeten doen om een levendige, actieve voorziening in stand te houden of accepteren dat de bibliotheek in onze stad niet meer zal zijn dan een punt waar men boeken kan lenen.

 

donderdag 17 november 2022

#wot 2022 deel 46

Als er toch een woord is wat ik al een eeuwigheid niet meer heb gehoord of gelezen en zelf nauwelijks tot nooit in de mond neem is het het #wot woord van deze week, kissebissen.

 

Kissebissen: 1) Bakkeleien 2) Hakketakken 3) Harrewarren 4) Herrebekken 5) Kibbelen 6) Kiften  

www.encyclo.nl

 

Ik vind kissebissen ietwat archaïsch aandoen. Alsof het zo rechtstreeks uit een Cissy van Marxveld boek komt. Of Aafke’s tiental. Of Sil de Strandjutter. Het woord roept bij mij altijd herinneringen op aan boeken van rond de eeuwwisseling van goed 120 jaar geleden.

Natuurlijk weet ik wel dat het ook lang daarna nog als keurige variant van bekvechten werd gebruikt. Het heeft ook iets vriendelijks. Iets onschuldigs. Een zweem van eufemisme.

 

Waar het me het meest aan doet denken is mijn vader. Niet dat hij zulke taal bezigde. Nee, het zit in het liedje ‘een bosje rode rozen’. Hij was gek van dat nummer. Wij, zijn kinderen en vrouw, werden er gek van. Waarschijnlijk is dit nummer ook de reden dat ik kissebissen maar een lullig woord vind. De lulligheid straalt van het hele nummer af. En dankzij deze #wot heb ik m al de hele dag in mijn hoofd.

Niemand is verplicht me op mijn woord te geloven dus klik vooral onderstaand youtube-filmpje aan en oordeel zelf of dit al dan niet lullig is. Ik zal er niet over kissebissen.




dinsdag 15 november 2022

#wot 2022 deel 45

 

 

 

Kwaliteit van Leven: Kwaliteit van leven is een subjectief begrip. Het zegt iets over hoe een persoon zijn of haar lichamelijke, psychische en sociale functioneren ervaart. Het kan daarnaast ook objectieve aspecten betreffen, bijvoorbeeld als het gaat om beperkingen als gevolg van ziekte.

www.vzinfo.nl

 

 

Ik strubbel deze week een beetje met de #wot. Want wat is nou eigenlijk kwaliteit van leven? Volgens mij is dat niet alleen voor iedereen anders, het is ook zo afhankelijk van waar je bent in je leven en wat je meemaakt en meegemaakt hebt.

 

Toen ik in 1994 een aantal weken in het ziekenhuis verblijven voelden de weekenden dat ik ‘op verlof’ mocht als ultieme vrijheid. Ik was weliswaar lopend patiënt maar ik moest te allen tijde laten weten waar ik was. Bij het warm eten mocht ik uit twee gerechten kiezen.

Tussen zaterdagochtend negen uur en zondagavond negen uur   golden die regels niet. Ik mocht binnen de gemeente grenzen gaan en staan waar ik wilde. Ik kon eten wat ik wilde. Ik hoefde me nergens een aantal keer per dag te melden.

Deze vrijheid gaf mij kwaliteit van leven. Hoewel ik voor mijn bestwil in dat ziekenhuis was, werd ik er knettergek. Maar op zaterdagochtend reden Paul en ik langs de bakker om broodjes te halen. We gingen naar de kroeg. We lagen veel te laat in bed en bleven ellenlang liggen zonder dat iemand kwam kijken of alles wel goed ging. Er werd gesnackt. Het waren maar een paar uren maar de vrijheid gaf me voldoende voldoening om me weer een paar dagen te schikken in mijn ziekenhuis-lot.

 

 

Toen de kinderen klein waren,  waren het heel andere dingen die kwaliteit aan mijn leven gaven. Een nacht doorslapen. Een middag zonder geruzie. Een maaltijd die ze allemaal zonder morren aten. Een dagje zonder kinderen. Een avondje naar het theater. Ook nu waren het dingen die energie gaven om tijdens het ‘gewone’ leven door te gaan. Waar ik met plezier aan terug dacht of naar uitkeek.

Na mijn hartinfarct waren het diezelfde kinderen die kwaliteit van leven gaven. Zolang ik me om hen kon bekommeren was er een doel, zingeving, invulling.

 

Op dit moment zit mijn kwaliteit van leven in de vrijheid mijn eigen keuzes te kunnen maken, dingen doen die me blij maken, onze kinderen die hun eigen leven zijn aangegaan en langzamerhand op hun plek terecht komen. Ook de altijd veranderende en eeuwig hetzelfde blijvende relatie met Paul geeft kwaliteit aan mijn leven. Een reden om dingen wel of niet te doen.

 

Uiteindelijk denk ik dat kwaliteit van leven vooral in liefde zit. Liefde voor de mensen om me heen. Liefde voor de dingen die ik leuk vind om te doen. Liefde voor het alledaagse en voor het bijzondere. Liefde voor het leven.