Mondkapje = 1) beschermingsgerei 2) kapje
dat over neus en mond valt en in coronatijd geadviseerd wordt
Als klein meisje waren er een paar dingen die ik wilde
kunnen. Ik wilde kunnen lezen want ik was geïntrigeerd door boeken. Ik wilde
kunnen schrijven want ik wilde niets liever dan verhalen creëren. En ik wilde
kunnen handwerken. Het leek me fantastisch om vanuit het niets iets te kunnen
scheppen. En in mijn beleving was er geen hogere kunde dan iets nuttigs kunnen
fabriceren.
Het lezen was een vaardigheid die ik zeer rap onder de
knie had. En één waar ik mateloos van genoot. Wanneer het maar even mogelijk
was kroop ik in een boek en verdween naar de wereld die door het lezen
ontstond.
Handwerken en creatief schrijven waren toch wel een
ander verhaal. De basisvaardigheden waren niet het probleem. Er waren wat
andere factoren die het uitoefenen bemoeilijkten. Rust in de kont was daar er
daar een van. Snel verveeld zijn was een andere. En dan was daar nog die derde,
overgeleverd zijn aan de chaos in mijn hoofd.
Wanneer ik las stapte ik in een wereld die door letters
geschapen was. Woorden gaven vorm. Zinnen gaven richting. Het verhaal bracht
structuur aan.
Wanneer ik zelf ging schrijven moest mijn brein dat zelf
doen. Bedenken hoe deze wereld er uit zou zien. Hoe een personage zou zijn. Wat
er in deze fantasiewereld zou gebeuren. Alles moest ontstaan uit mijn hoofd. En
mijn hoofd maakte daar een potje van.
Ik was zo bezig met kleuren, richting aangeven en
structureren dat ik daar in verzandde. Helemaal omdat mijn brein geregeld een
andere kant opging dan ik van te voren had bedacht. In plaats van duidelijkheid
creëerde mijn brein nog meer chaos.
Met handwerken gebeurde hetzelfde. Mijn brein kreeg alle
ruimte en ging volledig los. Het schoot alle kanten op. Structuur was nergens
te bekennen. Verveling sloeg toe bij teveel herhalende handelingen. En waar het
naar toe moest veranderde per hersengolf.
Hoewel het er toen niet op leek heb ik daar koppigheid
vele vaardigheden toch opgedaan. Ik leerde mezelf naaien toen ik een jaar of
twintig was. Ik ging creatief schrijven toen ik beging dertig was. Ik leerde
haken toen ik veertig was.
In de loop der jaren leerde ik namelijk hoe ik kon
omgaan met een deel van de chaos in mijn brein. Hoe ik soms zelfs gebruik kan
maken van die creatieve gedachtenstorm. Maar nog altijd lukt het me niet blanco
te starten.
Schrijven doe ik hat liefst naar aanleiding van een
opdracht want die geeft houvast en richting. Haken doe ik volgens patroon omdat
dat structuur geeft. En zelfs iets simpels als het naaien van mondkapjes doe ik
van patroon.
Zolang ik een patroon heb weet ik waar ik moet beginnen,
welke kant ik op moet en wat nodig is om het resultaat te behalen. Welke kant
mijn gedachten ook opspringen, ik kan altijd weer terug naar waar ik nog wel
wist waar ik heen ging. Mondkapjes maken als mijn nieuwe zen-bezigheid.