zaterdag 17 december 2016

Wat ik hobby

Velen die mij volgen weten dat ik graag haak. Ik ben er mee begonnen toen ik net een paar weken was gestopt met roken. Mijn handen verveelden zich waardoor mijn hoofd steeds opnieuw eraan herinnerd werd dat ik niet meer rookte. Ik zocht dus een bezigheid om mijn handen in beweging te houden.
Na diverse dingen te hebben geprobeerd bleef ik haken. Dat was wat ik het leukste vond om te doen. En het ging me nog best aardig af ook. Niet dat ik echt supersnel of extreem vaardig ben. Maar wel goed en snel genoeg om leuke dingen te maken. En dat is mijn nieuwe verslaving geworden.

Ik mag graag denken dat ik van alles wat haak maar dat valt wel tegen. Het gros van wat ik maak valt in de categorie sjaal/omslagdoek (afhankelijk van de grootte van het project). Daarnaast maak ik wel eens iets anders. Zo heb ik voor zoonlief een set van polswarmers, muts en col gehaakt bijpassend bij zijn nieuwe winterjas.
Voor mijzelf haakte ik ook polswarmers en daarbij een heerlijk grote omslagdoek. Heerlijk als het ’s avonds zo kil is als ik de hond uit laat.














Ik heb ook vrij veel tijd gestoken in het haken van een ledikantdekentje/sprei. Het idee was erg leuk, de uitvoering was alleen iets meer werk dan ik van tevoren gedacht had. Het is opgebouwd uit allemaal vierkantjes genaamd granny’s. In totaal heb ik drieenzestig granny’s gehaakt in dertien verschillende motieven. Ik heb ze nu allemaal aan elkaar zitten. Er zit een afwerkrand om het dekentje. Er moeten alleen nog wat draadjes worden weggewerkt. Hoewel ik het geen erg vervelend werkje vind heb ik in dit dekentje onderhand al zoveel draadjes weggewerkt dat daar bijna meer werk in zit dan in het haken van de granny’s.

           

 En last but not least haakte ik een moorkop voor de banketbakkerij waar jongste stage heeft gelopen. Wat een priegelwerkje was dat. Maar wel gelukt. En de bakker was er erg blij mee. Hij mocht zo aan de spiegel van de bedrijfswagen, paste mooi bij de , jawel, moorkop op het dak.



             

donderdag 15 december 2016

#WOT deel 50

Dictee ~ 1) Bijzondere taalles 2) Dictaat 3) Diktee 4) Iets zeggend laten opschrijven 5) Schrijfoefening 6) Spellingsoefening 7) Spellingstoets 8) Spellingtoets 9) Speloefening 10) Speltest 11) Stijloefening 12) Taaloefening

Nee , ik doe niet mee aan het Groot Dictee. Ik vind het altijd nog al langdradig waardoor bij mij de verveling toeslaat. Ook vind ik dat de teksten en het woordgebruik verre van natuurlijk is. Ik snap dat er in een dictee lastig te spellen woorden dienen voor te komen maar het groot dictee lijkt vaak meer op een verbintenis van lastige woorden, barbarismen, encyclopedische termen en spelvalstrikken. Hoe anders herinner ik mij de dictees van de lagere school.

We zullen ongetwijfeld al eerder dictees hebben moeten maken maar mijn herinneringen eraan starten in klas vier. Meester Lunsing dicteerde wekelijks een paar zinnetjes in voorbereiding op de grote dictees voor een cijfer. En met die paar zinnetjes per week heeft hij in ieder geval mij behoorlijk geconditioneerd.
Wekelijks schreef ik woorden als onmiddellijk (denk erom, dubbel d dubbel l) enigszins (pas op, je hoort hem niet maar hij staat er wel) commissie (dubbel m) comité (deze niet, deze enkele m en denk om het streepje) haviken, monniken, twijfel en weifel op. Zoals je ziet hoor ik terwijl ik ze opschrijf het nakijkcommentaar weer. Grappig hoe die dingen zich in mijn geheugen hebben vastgezet.
Op de middelbare school kwam daar nog de plaaggeest van menig gymnasiast bij:  ad rem. Wee degene die het aan elkaar durfde te schrijven. De preek over klassieke talen en leenwoorden klonken nog dagenlang in de lessen Nederlands.
Aan deze dictees had ik zeker geen hekel. Ik was er goed in. Door de vele herhaling haalde ik geregeld een tien op deze spellingsoefening. Een simpele manier om mijn cijfer flink op te krikken.


Ook achteraf denk ik dat deze vorm van oefenen mij zeker heeft geholpen. Vooral ook omdat er zoveel veel gebruikte woorden werden geoefend. Nog steeds schrijf ik abonnee in een keer goed. En ook wijds en weids worden niet verwisseld. Ik zou ook niet durven. Daarvoor ga ik iets te prat op mijn meer dan redelijke beheersing van de spelling der Nederlandse taal.

maandag 12 december 2016

#WOT deel 49

Langzamerhand ben ik weer uit mijn schulp aan het kruipen. Ik had me niet bewust verstopt maar was zo druk met het echte leven dat ik bloggen, twitter en facebook gewoon vergat. Ik keek en las wel maar realiseerde me afgelopen week pas dat ik zelf zeer weinig actief was geweest met posten en reageren.
Nu is dit natuurlijk geen schande. Iedereen heeft wel eens tijd voor andere zaken nodig. Het is alleen wel lastig om zonder uitleg of verontschuldiging het e-leven weer op te pakken. Dat ga ik toch niet doen maar ik wil jullie wel in sneltreinvaart op de hoogte brengen van het leven in huize Stegink van de afgelopen weken.

Manlief en ik waren twaalf en een half jaar getrouwd. Dit hebben we met zijn tweeën gevierd met een dagje sauna. Een fijne hamam behandeling en heerlijk eten maakten de dag extra feestelijk.


Er is hier ontzettend veel gesnotterd. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst zo ontzettend neusverkouden ben geweest. (Aan dit virusje heb ik trouwens een fantastisch kuchje overgehouden waardoor ik midden in de nacht nog wel eens wat paniek veroorzaak.) En zoals een goed mens betaamt heb ik manlief ook wat gegeven. Dus op een gegeven moment konden we wedstrijdjes zakdoekje vol snuiten houden.

Verder zijn er ontzettend veel tentamens en toetsen afgenomen. Oudste mocht aan de bak en heeft heel keurig enkel voldoendes gehaald. Tevens kwam er goed nieuws van zijn natuurkundeleraar. Hij mag de laatste toets uit havo 4 herkansen. Deze drukt zijn gemiddelde nogal.
Wat ook prettig nieuws voor hem is, is dat hij de rekentoets niet opnieuw hoeft te maken. Zijn voldoende van twee jaar terug is nog geldig omdat hij niet is blijven zitten of gezakt. Hierdoor hoeft hij dus ook de extra module rekenlessen niet te volgen. Scheelt weer tijd en moeite.

Middelste had het ook druk met toetsen. Ook hij zit in het examenjaar dus alle toetsen tellen mee in het PTA (programma van toetsing en afsluiting). Helemaal serieus lijkt hij dat nog niet te nemen. Morgen mogen we zelfs weer even op school in gesprek met hem en zijn mentor om hem hopelijk te laten inzien dat hij er echt niet met de pet naar kan gooien als hij straks naar het mbo wil.
Daar over gesproken. Woensdag heeft hij een meeloopdag op Landstede op de opleiding ICT. Leuk, maar ook best spannend. Hij gaat alleen heen. Vandaag hebben we de reis uitgezocht. Op zijn verzoek met de bus want dan kan hij in Meppel instappen en in Zwolle uitstappen. Geen overstap en stress van het vinden van de juiste bus in een grote menigte.

Jongste is een beetje een stresskip. Niet heel raar want hij heeft een heel druk en vol jaar. Dit schooljaar is namelijk een combinatie. Alle vakken volgen de havo 3 lijn en tegelijkertijd doet hij in vijf vakken vmbo-examen. En daarnaast loopt hij een keer per week stage. En zo af en toe, zo tegen de vakanties aan en zo rond de tentamenweek heeft hij veel moeite met de druk die dit alles met zich meebrengt. Dan weet hij zichzelf goed de put in te denken.
Gelukkig kennen wij hem. En kennen ze hem op school onderhand ook wel een beetje. Het is niet altijd eenvoudig om in dat puberbrein door te dringen maar samen komen we een heel eind.

En natuurlijk is er niet alleen drukte, stress en ziekte. Er is geknutseld. Het huis is in kerstsfeer. Er was een gala-avond. Er komt een excursie naar een Duitse kerstmarkt aan. Het is bijna tijd voor de traditionele Ambelt winterbarbecue en de verkoudheid is zo goed als verslagen.Ik heb gehaakt. Manlief en ik zijn 23 jaar samen. Er wordt onder het eten voluit verteld, gepraat, geplaagd en gelachen.
Kortom genoeg reden om zo trots als een pauw te zijn op mijn mannen en mij.

Pauw ~ 1) Dier 2) Fazantachtige vogel 3) Gedomesticeerde vogel 4) Haarlemse organist 5) Heilige dieren van Hera 6) Hoenderachtige 7) Hoenderachtige vogel 8) Hoendervogel 9) Middelgrote hoendervogel 10) Nederlandse politieke figuur 11) Nederlandse raadpensionaris 12) Raadpensionaris 13) Sierhoen 14) Siervogel 15) Sterrenbeeld 16) TV-programma vernoemd naar presentator Jeroen Pauw


zaterdag 19 november 2016

Koper

Weet je nog de ene dag
Jij en ik en ik en jij
De dag voor hemelvaart
De eerste warme dag van het jaar
Ik wilde een jurk
Dan wilde jij een auto
Eentje die je zelf mocht rijden
We namen een andere route dan de anderen
Zoals we dat eigenlijk altijd hebben gedaan
Onderweg genoten we van de jurk, de auto en elkaar
Zielsgelukkig



 
Ook na die dag hebben we een andere route gevolgd
Niet altijd geheel vrijwillig maar wel met heel ons hart
Het bracht ons dicht bij elkaar
Het dreef ons uit één
Maar de keuze van die dag bleef 
Ongewijzigd






Ik denk nog vaak aan die dag
Soms met weemoed
Soms met tranen
Maar ik weet
Stond ik opnieuw voor de keuze
Zou ik niets anders doen
Want jij en ik en ik en jij
Wij zijn die jurk en die auto
Onderweg op die andere route
Samen








donderdag 17 november 2016

#WOT deel 45

Niets ~ 1) Allerminst 2) Bijwoord 3) Dalles (alles of) 4) Dem 5) Flauwiteiten 6) Geen 7) Geen enkel ding 8) Geen enkele zaak 9) Geen sikkepit 10) Geen spaan 11) Geen vin 12) Geen zier 13) Haar 14) Helemaal niks 15) Iets dat heel weinig te betekenen heeft 16) In het geheel niet 17) Jota 18) Lucht 19) Minder dan iets 20) Minder dan weinig

Tijdenlang heb ik naar de opdracht zitten kijken maar er kwam geen inspiratie. Halve zinnen werden al afgekeurd voor ze überhaupt in mijn hoofd waren aangekomen. Insteken en ziens wegen werden beoordeeld en afgekeurd. Het woord ‘niets’ riep niets anders op dan grote leegte. Natuurlijk een perfect voorbeeld van niets, maar dat was niet een ‘niets’ wat ik interessant genoeg vond om een blog van te maken.

Dinsdag gaf ik het op. Ik sloot het document met de opdracht af en liet het WOT-woord voor wat het was. Er was geen inval, geen inspiratie, geen idee, enkel frustratie dat ik maar niet verder kwam dan het kopiëren van de opdracht. Dat was het me niet waard. En niets moet, toch?


Het heeft tot vannacht geduurd voor het tot me doordrong dat daar voor mij de kern van deze WOT  ligt. Niets moet.


Ik moet niet schrijven. Ik moet niet mee doen aan de WOT. Ik moet namelijk niets.
Nu zou ik heel zen kunnen zeggen dat ik graag wil. Dat zou zeker zeer mindfull en verantwoord zijn maar dat is het ook niet. Ik wil niet per se een WOT schrijven. Ik schrijf niet omdat het een levensvervulling is om te schrijven. Ik schrijf om het me een voldaan gevoel geeft als ik een laatste punt zet. Ik schrijf omdat ik een zekere trots voel als ik iets van mezelf teruglees. Ik vind het licht gespannen gevoel als ik op de publiceer en deelknoppen druk prettig. Ik vind het fijn om te zien dat er een aantal mensen de moeite nemen een door mij geschreven stukje te lezen.

Ik schrijf omdat het een door mij gekozen vorm van communicatie is waar ik veel zelfbevestiging en voldoening uit haal. Niet omdat het moet. Want niets moet.


maandag 7 november 2016

#WOT deel 44

Alleen zijn ~ 1) Afgelegen 2) Afgezonderd 3) Afzonderlijk 4) Apart 5) Blotelijk 6) Enkel 7) Exclusief 8) Enkel of enkele 9) Eniglijk 10) Enig 11) Enige 12) Eenzaam 13) Enkel omdat er niemand bij is (crypt.) 14) In je eentje 15) In zijn uppie 16) Louter 17) Maar 18) Niet vergezeld 19) Niet onderling 20) Niemand 21) Niet samen 22) Onvermengd 23) Onvergezeld 24) Puur 25) Uitsluitend 27) Uniek 28) Uppie 29) Solo 30) Slechts 31) Solitair 32) Verlaten 33) Zuiver

Alleen zijn, wat klink dat heerlijk. Alles op mijn eigen tempo doen, op mijn eigen tijdstip, op mijn eigen manier. TV kijken wanneer ik dat wil en dan ook nog wat ik wil kijken. Alleen mijn eigen agenda bij houden en minstens een halvering van de hoeveelheid wasgoed.

Natuurlijk klinkt dat mij als muziek in de oren. Ik ben dan ook maar zelden echt alleen. Met mazzel ben ik overdag een paar uur alleen thuis, maar tussen de ploegendienst van manlief, het gunstige rooster van oudste, de korte schooldagen van middelste en de uitgevallen lessen van jongste door, zijn dat er vast niet meer dan drie. Tenminste, als onze oudste kat niet vindt dat ze me moet redden van de eenzaamheid en me overal waar ik ga volgen om tegen me te kletsen.

De laatste keer dat ik echt langere tijd alleen ben geweest is al even geleden. Dat was een weekend waarop oudste op kamp was, manlief nog mee mocht als begeleider en de jongste twee nog naar het logeerhuis gingen. En inderdaad daar heb ik toen volop van genoten. Overdag in bad, eten wanneer ik wilde, eten wat ik wilde, maar vooral met helemaal niemand rekening houden.Twee dagen lang was ik helemaal alleen. En net toen ik ze begon te missen kwam iedereen weer thuis.


Ja, dat alleen zijn klinkt best goed. Zo lang het maar niet te lang hoeft te duren kan ik daar erg van genieten.

dinsdag 1 november 2016

#WOT deel 43

Zin ~ 1) Absurd 2) Aardigheid 3) Animo 4) Belangstelling 5) Bestaansreden 6) Belang 7) Begrip 8) Bedoeling 9) Begeerte 10) Betekenis 11) Bijbelse figuur of naam 12) Doel 13) Dank 14) Damesblad 15) Deel van een tekst 16) Eetlust 17) Een regel woorden 18) Een regel woorden (crypt.) 19) Fascinatie 20) Fra 21) Frase 22) Geboeidheid 23) Geilheid 24) Gezegde

Jarenlang heb ik ze met plezier geschreven, de dagvoorbijhoroscopen. Bijna elke dag schreef ik een beschouwing over mijn leven van dat moment. Toch begon het na een tijdje wat te haperen. Ze verschenen zelfs een hele tijd niet. De prioriteiten lagen even elders.

Na enige tijd pakte ik het concept weer op. Ik miste het schrijven. Ik miste het even nadenken over de dagelijkse beslommeringen en het in woorden vatten van gewone ditjes en datjes. En gezien de positieve reacties was ik niet de enige die mijn mijmeringen miste.

Mijn hartinfarct en de daar op volgende beslommeringen onderbraken de reeks. Vaak was ik ’s avonds te moe om nog een stukje te schrijven. Ik probeerde lezers en volgers wel op de hoogte te houden van mijn wel en wee maar dagelijks lukte niet meer.


Na ongeveer een jaar heb ik wel weer overwogen het schrijven van de dagvoorbijhoroscopen weer op te pakken, maar eigenlijk ontbrak de zin. Ik had ernstig het gevoel dat ik al die piepjes, kraakjes, ergernisjes en blijheidjes al zo vaak had gedeeld dat het niet meer interessant was. Niet om te lezen, maar vooral ook niet om te schrijven. Ook niet omdat ik mijzelf een paar hindernissen had opgeworpen.

Ik wilde niet weer schrijven over lichamelijke ongemakken omdat ik sommige mensen niet ongerust wilde maken. Maar ook wilde ik er niet over schrijven omdat het er op begon te lijken dat ik niets anders mee maakte dan zwak, ziek en misselijk zijn.

Ook wilde ik absoluut niets schrijven over de depressie/burn-out/stressgerelateerde overspannenheid van manlief. Dat voelde niet kies. Zijn worsteling met zichzelf, mijn gezondheid, ons gezinsleven en het leven in het algemeen was iets wat maar weinig benoemd werd buiten ons huis. Het leek niet juist om dit dan groots uit te meten in een blog wat het hele internet over kan.

Hetzelfde gold voor het vastlopen van onze oudste zoon. Hoe groot ook de impact op een ieder van ons, het was meer zijn privé dan het mijne en dus niet aan mij om aan de grote klok te hangen.


De keuze niet over bovenstaande zaken te willen schrijven beperkte mij behoorlijk in het schrijven. Dit waren namelijk wel precies die dingen waar mijn dagen mee gevuld waren. Er was niet veel ruimte voor andere dingen.

Deze zelf opgelegde beperkingen hebben invloed op al mijn schrijven. Niet vrijuit schrijven lijkt mijn creativiteit aan te tasten. De #WOT wordt vaker niet dan wel geschreven omdat mijn eerste invalshoek vaak een link heeft naar mijn taboes en het me niet lukt dit los te laten en een ander licht over het woord te laten schijnen.
En ook bij iets totaal nieuws als het schrijven over spreekwoorden en gezegden op de blog van Carel, merk ik dat ik op de handrem sta.

In mijn hoofd voelt het als een verkeersinfarct. Er is na een ongeluk zoveel chaos ontstaan dat het terug in goede banen leiden en opruimen van de rotzooi nog steeds leidt tot opstoppingen, vertragingen en kleine aanrijdingen. Het kost veel tijd om alle geleden schade naar behoren af te handelen.


Of de dagvoorbijhoroscopen ooit weer terug komen weet ik nog niet. Misschien wel, maar misschien vind ik wel een totaal ander concept om mijn zin in schrijven in kwijt te kunnen.

woensdag 19 oktober 2016

#WOT deel 41

Wachten ~ 1) Afwachten 2) Bevroeden 3) Bewaken 4) Beiden 5) Dralen 6) Darren 7) De kat uit de boom kijken 8) Ergens blijven tot iets komt 9) Hoeden 10) Marren 11) Meppen (crypt.) 12) Schilderen 13) Sarren 14) Tarten 15) Toeven 16) Tokken 17) Talmen 18) Tegemoet zien 19) Uitkijken 20) Verbeiden 21) Zwerven

Wie geregeld met gezondheidszorg te maken heeft mag veel wachten. Zelf noem ik mij onderhand een expert. Wachten aan de telefoon om een afspraak te maken. Wachten in de wachtkamer op de arts. Wachten in een volgende wachtkamer op een onderzoek. Na een onderzoek wachten op de uitslag.

Een deel van mijn leven wordt ingevuld met wachten. Gelukkig heb ik er geen grote hekel aan. Voor mij een kwestie van mijn mentale instelling aanpassen. Als ik mij heb ingesteld op wachten maakt het me niet uit hoe lang ik ergens moet zitten wachten. Ik heb als voorbereiding al mijn telefoonspelletjes volledig klaar staan. Er zit een haakwerk in mijn tas. En als ik echt lang wachten verwacht ook leesvoer, een flesje water en een pakje sultana’s.
Opvallend is wel dat als ik zo goed ben voorbereid ik maar nauwelijks hoef te wachten. Alles lijkt mee te vallen. Er zijn weinig wachtenden voor mij. Er is een afspraak tussen uitgevallen. Het spreekuur verloopt op tijd. Vaak sta ik goed voorbereid zo weer buiten me te verbazen hoe weinig ik heb hoeven wachten.

Hoe minder druk ik mij maak over eventueel lang wachten, hoe soepeler alles lijkt te verlopen. Ook ik sta wel eens in een overvolle supermarkt. Dan kan ik mij best gaan ergeren maar daar verandert die wachtrij geen centimeter van. Juist dan lijkt het allemaal alleen maar langer te duren. Soms  lukt het me dan te bedenken dat we allemaal om dezelfde reden op hetzelfde moment daar in die wachtrij staan. We willen boodschappen hebben en dit moment was het meest geschikte moment in onze agenda. Als dat me lukt dan lijkt de tijd in de wachtrij veel sneller te gaan.
Uiteindelijk denk ik dat als beide situaties geklokt worden ik even lang in de rij heb gestaan. Alleen hoe ik in de situatie stond is totaal anders. Minder gespannen, minder geïrriteerd, meer ontspannen en relaxed. En dat voelt toch een stuk prettiger.



dinsdag 11 oktober 2016

#WOT deel 40

Stilte ~ 1) Achterbakse 2) Aankondiging van storm (crypt.) 3) Bedaardheid 4) Die hoor je niet vallen (crypt.) 5) Eenzaamheid 6) Geluidsloosheid 7) Geluidloosheid 8) Kalmte 9) Nietszeggend bevel (crypt.) 10) Rust 11) Stilheid 12) Slapheid 13) Silentium 14) Toestand van rust 15) Vredigheid 16) Zwijg

Wanneer het op stilte aankomt heb ik zeer dubbele gevoelens. Ik aanbid stilte en ik verafschuw het net zo hevig. Zonder stilte word ik gek. Van stilte word ik ook stapelgek.

Om te kunnen functioneren is stilte voor mij onontbeerlijk. Ik heb stilte nodig om tot rust te komen, om prikkels te verwerken, om mezelf te kunnen horen denken en mezelf te kunnen zien.
In stilte kan ik mijn leven in perspectief zien. Ik kan de bergen en dalen zien. Ik zie de obstakels op mijn pad. Ik ontdek kanten van mijzelf die achter herrie en ruis verstopt waren. In stilte kan ik mijzelf zien, horen en observeren. Van tijd tot tijd hard nodig.

Maar stilte kan zijn eigen ruis vormen. Als de stilte te lang duurt worden de bergen hoger, de dalen dieper en de obstakels beren op de weg. Observeren wordt navelstaren. Alles wordt uitvergroot. Ook die kanten die niet altijd prettig zijn om zo duidelijk in beeld te hebben. De stilte gaat zijn eigen ruis vormen en vormt zo een cocon waarin ik me steeds meer opgesloten voel.

Mijn grootste denkfout in dit proces is altijd dat ik meer rust en ruimte nodig heb en dat ik die enkel kan creëren met meer stilte. Maar hoe meer stilte, hoe meer ruis, des te meer irritatie en onrust.
En dus ga ik op zoek. Op zoek naar externe ruis. Muziek opzetten, lekker dansen en heel hard meezingen. Naar een beurs, even omringt zijn door dingen waar ik blij van word en heel veel mensen die daar ook blij van worden. Koffieleuten bij een vriendin en elkaar helemaal suf kleppen.
Even weg van de stilte, even weg van mezelf. Een andere manier van mijzelf en mijn leven in perspectief zetten maar minstens zo belangrijk.


donderdag 15 september 2016

#WOT deel 37

Dapper ~ 1) Braaf 2) Boud 3) Bluf 4) Driest 5) Eerlijk 6) Fiks 7) Flink 8) Fier 9) Ferm 10) Geducht 11) Heroïsch 12) Heroïek 13) Heldhaftig 14) Kloek 15) Kordaat 16) Krachtig 17) Kranig 18) Koen 19) Krijgshaftig 20) Moedig 21) Moresterk 22) Manmoedig 23) Mannelijk 24) Manhaftig 25) Niet bevreesd 26) Onverdroten 27) Onbevreesd 28) Onbeschroomd 29) Onbeducht

Ik ben een neuroot. Ik ben voor van alles en nog wat bang. Ik heb angsten die me op slechte dagen behoorlijk uit mijn slaap kunnen houden. En aan de meeste van die angsten doe ik geen fluit.

Natuurlijk weet ik ook wel dat ik mijn leven niet door angsten zou moeten laten leiden. Maar veel van mijn angsten staan dat leven ook maar weinig in de weg. Dat ik serieel bang ben een geliefde te verliezen maakt niet dat ik minder van het leven geniet. Het helpt me juist herinneren mijn geliefden te zien voor wat ze me waard zijn, hoeveel ik ze lief heb en hoe blij ik met ze ben.

Ik ben bang een ernstige ziekte te krijgen. Ik denk zelfs dat ik wel een tikje hypochondrisch ben. Gevoelsmatig dan, want rationeel wuif ik alle symptomen weg en kan ze zeer simpel verklaren. Altijd moe? Joh, je hebt een chronische ziekte, je hebt een hartinfarct gehad en je hebt een bovengemiddeld druk gezin. Geen wonder dat je altijd moe bent.
Hoofdpijn? Tja, altijd moe en veel stress, dat had je kunnen verwachten.
Hoestbuien met lichte pijn en een ietwat beklemmend gevoel? Vast een luchtweginfectie. Iedereen in de omgeving is al verkouden dus dat zal het wel zijn.
Ik ben zo goed in het rationaliseren dat ik mijzelf echt af en toe naar de huisarts moet schoppen omdat symptomen absurd lang aanhouden, me toch echt ongerust maken of me zelfs uit mijn slaap houden (waarmee ik dan mijn vermoeidheid moeiteloos verklaar)

Ook ben ik best wel bang van de wereld waar we in leven. Het maakt me zelfs zeer verdrietig. En ik weet hoe machteloos ik daarin ben. De enige manier voor mij om daar mee om te gaan is weinig nieuws volgen en proberen zelf zoveel mogelijk vriendelijkheid in de wereld te brengen. Gewoon iemand groeten. Af en toe iets aardigs zeggen tegen iemand die ik tegen kom. Een oprecht compliment uitdelen, zelfs al gaat het om uiterlijkheden. En vooral ook, vriendelijk zijn tegen werkende mensen. Een vrachtwagenchauffeur ruimte geven om een bocht te nemen en na afloop groeten, een kassameisje goedendag terugwensen, een telefoniste bedanken voor informatie. Kleine gebaren die mijn en hopelijk de ander zijn/haar dag een klein beetje mooier maken.

Mijn grootste angst is nog steeds autorijden op een snelweg. Daar komen al mijn angsten samen. Tel daar bij op dat ik geen enkele controle heb op het weggedrag van anderen. Bij het bedenken en opschrijven alleen al voel ik de onrust in mij groeien.
Nu zou ik daar best rijlessen voor kunnen nemen maar dat vind ik zelf een beetje klinken als ‘je bent bang voor water, waarom neem je geen zwemles?’ Waarom zou ik het mezelf aan doen volledige paniek te riskeren? Natuurlijk is het wel eens lastig. En soms beperkt het me zelfs. Openbaar vervoer is namelijk niet altijd een optie.
Toch kies ik ervoor geen professionele hulp te zoeken.  Natuurlijk omdat ik echt bang ben voor de angst. Maar ook omdat ik van mezelf mild mag zijn voor mezelf. Ik hoef niet alles te kunnen. Ik hoef niet altijd sterk te zijn. Ik moet niet alles kunnen. Soms mag ik gewoon heel erg bang zijn.

En dat vind ik pas echt dapper van mijzelf.

vrijdag 2 september 2016

WOT deel 35

Grenzen ~ 1) Afperking 2) Afpaling 3) Afscheiding 4) Afscheidingslijn 5) Begrenzing 6) Buitenrand 7) Begrensde tijdruimte 8) Beperking 9) Denkbeeldige lijn 10) Demarcatielijn 11) Drempel 12) Denkbeeldige lijn die twee gebieden scheidt 13) Deellijn (crypt.) 14) Einde 15) Gemeentegebied 16) Grenslijn 17) Grenswaarde 18) Kant 19) Kust 20) Landgrens 21)

Mijn grenzen en ik staan niet op goede voet. Het is geen dikke ruzie of oorlog, maar van vrede is ook geen sprake. Hooguit van lieve vrede, maar zoals altijd is lieve vrede vooral een bron van spanning en ergernis.

Ik voel mij een beetje bedrogen door mijn grenzen. Ik heb tijdenlang heel hard geprobeerd ze te eerbiedigen. Natuurlijk heb ik ze af en toe een beetje opgerekt, een beetje verlegd en misschien zelfs wel ietwat genegeerd, maar om me dan zo af te straffen vind ik toch wel schieten met een kanonskogel op een mug.

Wat er aan de hand is? Nou, ik ben bedeeld met nieuwe grenzen. Sinds twee weken mag ik mij scharen onder de astmapatiënten. Voor mij kwam de diagnose nog al uit de lucht vallen. Ik wist natuurlijk wel dat ik daarop werd onderzocht maar dat uit die onderzoeken daadwerkelijk naar voren zou komen dat ik astma heb had ik niet gedacht.

Na het eerste ongeloof ben ik nu in de boze fase aangekomen. Weer heeft mijn lijf een manier gevonden om mij te begrenzen. Weer moet ik opnieuw gaan onderzoeken wat mijn lijf wel wil en vooral ook wat niet. Weer eist mijn lijf een respect wat het zelf niet lijkt te geven. Weer zal ik moeten accepteren dat mijn hoofd, hart en lijf zeer verschillende dingen willen. Ik zal opnieuw een eenheid moeten zien te smeden tussen deze drie.
Voorlopig zie ik dat nog niet gebeuren. Mijn hoofd wil niet bevatten dat ik astma heb. Mijn hart wil even niet van datzelfde hoofd of het dwarse lijf houden. En het lijf wil absoluut geen polonaise.


Ja, het komt wel weer goed. Maar voorlopig ben ik vooral erg rebels en schop tegen de grenzen van hart, hoofd en lijf. Ze hebben me namelijk weer in de steek gelaten.

donderdag 11 augustus 2016

#WOT deel 32

Weg ~ 1) Afstand 2) Autoweg 3) Apo (Grieks) 4) Absent 5) Afwezig 6) Allee 7) Baan 8) Baanvak 9) Bevel 10) Broodje 11) Communicatiemiddel 12) Deel van een stad 13) Doorgang 14) Deel van een wijk 15) De deur uit 16) Die straat is niet te vinden (crypt.) 17) Ertussenuit 18) Etappe 19) Ervandoor 20) Ervandaan 21) Elders 22) Failliet 23) Foetsie

Al bij het lezen van de tweet met het nieuwe #wot-woord schiet er een liedje mijn hoofd binnen. En dat heeft zich behoorlijk in mijn hersenen genesteld. Dus om de haverklap zing ik in mezelf :”The road ahead is empty, it’s paved with miles of the unknown.” Verder kom ik nooit, want meer tekst ken ik niet. En wie het ook alweer zong heb ik even op moeten zoeken. Wel een o ja, maar ik kan niet zeggen dat ik daar zelf opgekomen zou zijn. Maar dat is ook niet echt van belang. Het gaat me hierbij echt om de tekst. Lekker cliché en daarom alleszeggend.

Op het gebied van mijn gezondheid heb ik het afgelopen jaar nogal een weg afgelegd. Alles om zoveel mogelijk te herstellen en misschien zelfs wel een klein beetje winst te behalen. Ik was natuurlijk al behoorlijk lang aan het kwakkelen, dus het zou mogelijk moeten zijn om hier iets beter uit te komen dan ik het infarct in ging.
Achteraf is de weg goed te zien. En man, wat heb ik stappen, stapjes en sprongen gemaakt. Maar helemaal hersteld heb ik mij nog niet gevoeld. Natuurlijk komt dat doordat ik een heel grote klap heb gehad, maar ook omdat ik opnieuw vage klachten kreeg. Vooral het gevoel adem te kort te komen bij inspanning maakt onzeker. Vooral ook omdat ik dat al eens eerder langere tijd had.

Sinds juni draai ik daarom opnieuw in de medische molen mee. Eerst bij huisarts die geen virus of infectie constateerde en mij voor de zekerheid toch maar terug naar de cardioloog stuurde.
De cardioloog kon geen duidelijk aanwijsbare cardiologische verklaring vinden en heeft mij doorgestuurd naar de longarts. Daar mocht ik vandaag heen. Veel duidelijkheid is er nog niet. Maar wel is er een stukje van de weg die ik heb te gaan uit gestippeld. Weer meerdere testen.

Of het wat gaat opleveren is onbekend. Het kan namelijk best zo zijn dat er lichamelijk niets mis is met me, maar dat mijn klachten een restant zijn van het infarct. Want dat schijnt te kunnen, boven verwachting herstellen en toch restklachten hebben. Zoals de cardioloog al waarschuwde: ’Het kan zijn dat je zult moeten accepteren dat dit het is. Dat dit bij je hoort. Dat je je altijd enigszins beperkt zult voelen. Waarom is een raadsel, maar dat gebeurt bij een deel van de patiënten. En bij een groter deel dan je nu denkt.’

De weg die ik heb te gaan is dus niet helder. En ondanks dat ik goed ben in beren op de weg zien is hij eigenlijk zo goed als leeg. Er staan wel wat afspraken als richtpunt maar de uitkomst is zo onbekend dat daar geen enkele verwachting aan te ontlenen is.
En dus neurie ik nog maar eens wat voor me uit. De uitvoerende artiest is trouwens City to city, mocht iemand het zich afvragen.





zaterdag 2 juli 2016

Delfsail: bootjes, buien en plietski's kijken

Donderdagochtend stap ik met drie redelijk opgewonden zonen in de auto. De jongste twee hebben een snipperdag mogen opnemen van school, oudste hoeft niet te werken en ook ik heb een dag zonder afspraken. Niet helemaal per ongeluk en toevallig, vandaag gaan we namelijk naar de Sail In van Delfsail. Maar eerst rijden we naar Meedhuizen, naar Ben en Carla. Daar drinken we een kop koffie, strekken we de benen en  gaan allemaal naar het toilet. En dan met z’n allen door naar Delfzijl.

Al voor Delfzijl staan we stil door boten. Er moeten even wat zeilbootjes door een sluis. Er zijn enkel masten te zien, maar dan wel meteen heel veel. Er passen best veel bootjes in die sluis! Nodeloos te zeggen dat het dus even duurt voor we verder kunnen. En dat begint zijn tol te eisen van middelste. Er wordt een groot beroep gedaan op zijn geduld.
Als we dan eindelijk de brug over de sluis over kunnen slaat Ben al snel af naar een mogelijke parkeergelegenheid. Het is even een stukje lopen maar dat vinden we geen van allen een probleem. Het is zelfs wel even lekker om de benen te kunnen strekken.


Eenmaal bij de toegangsweg van de haven aangekomen stokt onze voettocht weer. We moeten even wachten voor een historisch cavaleriegezelschap. Ze mogen de al volop binnen gevaren plezierboten verwelkomen. En dat gebeurt traditioneel, dus met een kanonschot. En dat was een heel behoorlijke knal. Zo een waarvan je je ook echt welkom voelt.
We mogen weer verder lopen. Wel een paar honderd meter want daar staat een brug tussen twee havengedeeltes open om de kleine pleziervaart naar binnen te laten zodat er in de grote haven ruimte komt voor alle schepen van de sail. Terwijl we voor de slagboom staan te wachten zegt oudste plots: ’Kijk, net zo’n rondvaartboot als de Jan Plezier.’ En ja, in de verte vaart een salonboot. Middelste ziet ‘m ook en zegt: ’Dat is de Jan Plezier.’ Natuurlijk Jas, hier in Delfzijl is een van de eerste boten die we zien een boot uit Meppel. ‘Ik weet het zeker want het staat daar aan de zijkant. Kijk maar. En daar aan de achterkant staat Meppel.’ Hoe we ook kijken en turen, wij zien niks. Tot de boot dichterbij komt, dan kunnen we allemaal lezen wat middelste allang had gelezen, het is inderdaad de Jan Plezier uit Meppel! Nee, die jongen heeft nog lang geen brilletje nodig.


We kunnen weer verder en lopen lekker rondkijkend door het havengebied naar de havenmonding. Daar gaan we lekker op een dijkje zitten wachten op de Sail In van de deelnemende schepen.
Het wordt een erg lange zit. De informatie op de website bleek niet helemaal te kloppen, de schepen zouden wat later aankomen dan daar op stond. Maar ook het weer werkt tegen. De wind waait straf vanuit de haven waardoor veel schepen binnen gesleept moeten worden en dat kost ook behoorlijk wat tijd. Dan zijn er nog een aantal vervelende buien die hoewel ze steeds maar een paar minuten duren ervoor zorgen dat we allemaal nat, klam en ongeduldig worden.




Maar dan melden de jongens dat er in de mist  aan de andere kant van de pier schepen te zien zijn. Ze komen er aan! Op het water in de havenmond neemt de bedrijvigheid toe. Er vaart van alles. Rondvaartboten, motorbootjes, kleine zeilbootjes en jetski’s met politie, door ons omgedoopt tot plietski’s.
En dan komen ze echt binnen. Helaas door de tegenwind en de buiïgheid met gestreken zeilen  maar nog steeds erg indrukwekkend. Wat zijn die schepen groot. Wat zijn er ongelooflijk veel mensen aan boord. En wat zitten er een boel touwtjes aan al die masten, dwarshouten en andere palen.















Helaas blijft het weer zeer wisselvallig. Dit vergt veel van het gestel. En hoewel nog niet alle schepen binnen zijn besluiten we terug naar Meedhuizen te gaan. De jongens mopperen eerst nog wel wat maar onderweg naar de auto merken ook zij dat die paar uurtjes best veel van ze gevergd hebben. Alleen op een ander vlak.
In Meedhuizen ploffen we met zijn allen op de beschikbare hangplekken. Even lekker niksen. Als dan ook nog wordt aangeboden dat we mogen mee-eten zakken we nog wat dieper weg in de bank en stoelen. Zo lekker dat er goed voor ons wordt  gezorgd. We raken er helemaal ontspannen van.

Maar na het eten is het dan toch echt tijd om naar Meppel te gaan. We zijn precies op tijd thuis om nog even met manlief samen koffie te drinken en de oren van zijn hoofd te kletsen over al die geweldige dingen die we hadden beleefd, meegemaakt en gezien. Ik denk dat hij blij was dat hij vlak daarna naar zijn werk mocht.



alle foto's zijn gemaakt door Ben en Carla







maandag 6 juni 2016

Stress en andere vervelende zaken

Stress, een veel gebruikt woord. Allemaal ervaren we wel eens stress. Soms wat meer, soms wat minder. Soms maar kort, af en toe langduriger. Voor sommigen is het een woord voor wat spanning en een volle agenda. Voor anderen is het meer een gevoel van onder druk staan en (te) veel moeten.
De afgelopen weken heb ik zeer veel stress ervaren. En dan die stress van de tweede soort. Het is allemaal al veel langer geleden maar plots kwamen een aantal dingen samen en begon mijn lijf te reageren.

Het begon met een knagend gevoel dat er iets niet klopte in de afhandeling van de gespreksverslagen van jongste en middelste. Het duurde allemaal te lang. De keukentafelgesprekken hadden al in december plaats gevonden maar doordat het logeerhuis dicht ging en we eerst nieuwe opvang schenen te moeten hebben voor de verslagen konden worden ondertekend en de beschikkingen afgegeven had het al even geduurd voor we ze eindelijk kregen. Vooral ook omdat er met het verzenden iets fout was gegaan, de verslagen daarna spoorloos verdwenen zijn in de post en de hele boel opnieuw moest worden verstuurd.
Toen ik ze in april onder ogen kreeg gingen meteen alle alarmbellen af. Dit was fout gegaan. Ondanks dat er ons steeds was voorgehouden dat we de zorg die we hadden ongeveer behielden stond er echt dat we 12 logeerweekenden per jaar kregen. Een per maand. Maar we hadden een etmaal per week. Ja, rijkelijk veel maar van die extra dagen bekostigden we het logeren en de extra dagopvang in vakanties. En ja, die hebben we nodig. Manlief kan nou eenmaal niet elke nachtdienst in een vakantie vrij krijgen, middelste gaat zich thuis vervelen en gaat dan anderen lastig vallen en ook jongste vliegt na twee weken tegen de muren op.
Ik heb direct gebeld en de situatie voorgelegd. Ook de case-manager besefte dat er iets niet goed was gegaan in de communicatie. Ze zou het aanpassen en nadat het wederom was voorgelegd aan haar baas zouden de nieuwe verslagen onze kant weer op komen. Maar ze kwamen niet.

In eerste instantie wilde ik geen zeurmens zijn. Ze had gezegd dat het geregeld ging worden. Ik hoefde me geen zorgen te maken want het werd aangepast. Paniek was niet nodig want alles kwam goed.
Toen kwam de hoofdpijn. Zo’n zeurende. Zo’n vervelende hoofdpijn die je kan hebben als je iets moet doen waar je tegen op ziet. Zo’n spanningshoofdpijn. En ik wist meteen wat daarvan de oorzaak was. Die verrekte gespreksverslagen. En dus deed ik verstandig. Ik ondernam zo snel mogelijk actie.
Dat viel tegen. Het heeft ruim een week geduurd voordat ik de case-manager aan de telefoon kreeg. Ik vertelde dat we nog steeds geen nieuwe verslagen hadden ontvangen. Ze reageerde verrast. Ze waren al een paar weken geleden verzonden. Ze had het al zo vreemd gevonden dat we maar niet reageerden. Ze beloofde ze zo spoedig mogelijk opnieuw toe te sturen.
Ze hield woord. Twee dagen later waren de verslagen, met aangepast aantal weekenden, in huis. Ze zijn dezelfde dag nog ondertekend retour gegaan.
Nu dat afgehandeld was kon ik de andere stress die zich in mijn lijf had genesteld los laten. Een gemeen soort stress. Een soort wat zich manifesteert in mijn darmen. De stress van de machteloosheid. Maar ik was niet langer machteloos, dus die stress zou ook weg gaan. Dacht ik.

Een dag na het terug sturen van de verslagen werd ik door de gemeente gebeld. Dit keer door de andere case-manager, die van oudste. Oudste liep in februari tegen een aantal dingen aan en er werd geadviseerd ondersteuning aan te vragen. In april hadden we alles rond en kreeg ik van zijn casemanager een aantal namen van instanties die de hulp konden bieden die wij voor oudste zochten. In overleg met oudste kozen wij een instantie uit, gaven dit door aan de casemanager. Kregen groen licht en ik heb hem aangemeld. Ik kreeg een paar dagen later een bevestigingsbrief met daarin de boodschap dat ze zeer binnenkort contact op zouden nemen voor een afspraak. Dat gebeurde enkel maar niet. Afgeleid als ik was door de perikelen rond de zorg van de andere kinderen verdween de onrust daarover een beetje naar de achtergrond maar nu dat was opgelost wist ik dat ik daar ook even achteraan moest bellen. Maar dat hoefde dus al niet meer. De instantie had al met de gemeente gebeld.
De instantie had inderdaad de aanmelding binnen gekregen en bevestigd. Ze hadden zelfs al de beschikking van de gemeente binnen maar toen ze de afspraak wilden inplannen stuitten ze op een probleem. Het budgetplafond was bereikt. In mei, het budgetplafond bereikt. Ze konden dus helaas niets voor deze jongeman betekenen.

Ik was even helemaal stil. En toen werd ik nog even stiller. Met zoveel moeite en zorgvuldigheid hadden we gezocht en we dachten dat we het hadden gevonden. En toen kwam bureaucratie en geld voorbij. En nu? Wat moesten we dan nu?
Ik voelde de moed in mijn schoenen zinken. Ik was de afgelopen maanden al zo intensief bezig geweest met zorg zoeken, zorg vinden, zorggeld vragen, zorg proberen te regelen. En het ging al zo moeizaam. Ik had gedacht dat we dat stuk voorlopig konden afsluiten en nu moest ik weer opnieuw beginnen met zoeken?
Ik ben nog steeds blij dat de casemanager van oudste vrijwel direct aanbood zelf zorg te gaan zoeken en dan eerst het budgetplafond checken voor ze ons met elkaar in contact brengt. Maar de stress had al toegeslagen. De stress van de machteloosheid.


Het heeft een poos geduurd. Ik heb me op mijn blog even een flink stuk minder laten zien. Ik heb bewust een beetje afstand genomen van sociale media. Om met de woorden van een dierbare vriendin te spreken heb ik mij een tijdje verschanst in mijn tipi. En het heeft geholpen. De buikpijn is zo goed als weg. De darmen functioneren bijna naar behoren. De hoofdpijn is weg. Nu alleen nog een paar nachten lekker slapen en het leed is weer geleden. Ik ben we weer.

maandag 9 mei 2016

Fictie

Het kriebelt. Het kriebelt al langer. Maar door een directe vraag van een vriendin heeft de kriebel aandacht gekregen en is daardoor gegroeid.
Haar vraag was direct maar simpel: ”Schrijf jij eigenlijk nog?” En ik kon niet anders dan schoorvoetend toegeven dat ik al in geen eeuwigheid meer fictie had geschreven. En ik weet ook niet of ik het alweer kan. Of aandurf. Het kost al zo ontzettend veel tijd en moeite om  ‘gewoon’ te bloggen.

Het is geen onwil. Zeker niet. Ik heb namelijk altijd veel plezier beleefd aan het proces van hersenspinseltje tot voltooid verhaal. Het bedenken van mogelijke ontwikkelingen. Het proberen uit te werken van een wild idee en het dan toch volledig schrappen omdat het niet klopt met je personage. Of het verhaal vertraagd, onnodig ingewikkeld maakt of zelfs verstoord.
Het verbaasde en plezierde mij enorm om te zien wat ik met wat woorden tot stand kon brengen. Ik ben ondanks al mijn onzekerheid ook altijd erg trots geweest op mijn verhalen op ‘Cin verzint’.
En daar wringt ‘m de schoen. Ik ben bang dat ik dat niveau wat ik van mijzelf eis niet meer kan bereiken.

Ik heb vorig jaar een beste optater gehad. Een optater die zowel lichamelijk als geestelijk sporen heeft achtergelaten. Een van die sporen was een enorme woordverwardheid. Ik kon woorden niet terug vinden, ik had moeite met synoniemen en ook mijn zinsopbouw liet geregeld te wensen over.
Maar ook mijn concentratievermogen en geheugen hadden te lijden gehad. Informatie kwam nauwelijks binnen en anders zorgde mijn geheugen er wel voor dat het verkeerd werd opgeslagen. Ik had al moeite te onthouden welk onderwerp de zin had die ik was begonnen, laat staan dat ik een hele alinea kon schrijven. Er waren wel verhaalideetjes en zelfs af en toe een schrijfpoging maar de verhaallijnen raakten meer verstrikt dan een streng kerstlichtjes.
En toen heb ik het ondenkbare gedaan. Ik heb het opgegeven. Weliswaar tijdelijk, maar toch. Ik zag het niet meer zitten. Ik kon me niet indenken dat ik ooit weer een volledig verhaal zou kunnen schrijven.


Maar de kriebel is er. En de kriebel is behoorlijk toegenomen. Er beginnen zich weer verhaallijntjes in mijn hoofd te ontspinnen. Er worden weer personages en achtergronden bedacht. Er wordt weer nagedacht over gebeurtenissen, plots en twisten. Ik wil mijn fantasie weer aan het werk zetten en de bevrediging voelen van de laatste punt achter een goed verhaal. En hoewel ik nog wel vastloop in de opstart voel ik aan mijn water dat er binnenkort eindelijk weer leven in de brouwerij komt op mijn andere blog.

zondag 8 mei 2016

#WOT deel 18

Niks ~ 1) De kosten van de zonsopgang (crypt.) 2) Geen zier 3) Geen enkel ding 4) In het geheel niets 5) Minder dan iets 6) Minder dan weinig 7) Mis 8) Noppes 9) Nihil 10) Niets 11) Niet 12) Nada 13) Niemendal 14) Nog minder dan niets (crypt.) 15) Niemendal 16) Niets anders dan ’n x (crypt.) 17) Nul 18) Ontkennend telwoord 19) Onbepaald voornaamwoord

We doen het allemaal wel eens. De een iets meer dan de ander maar wanneer er ons word gevraagd of er iets scheelt, is ons antwoord al snel ‘niks’. Niet omdat ons  daadwerkelijk niets mankeert maar meer omdat we geen sociaal ongewenst antwoord willen geven.

Natuurlijk doe ik dit zelf ook. Hoewel ik mij lang geleden al eens had voorgenomen eerlijker antwoord te geven op zo’n vraag merk ik dat het nog al uitmaakt wat er aan scheelt of ik dat doe. Er zijn nou eenmaal een aantal onderwerpen waar je het niet zomaar over hebt. Dingen die sociaal nog niet heel erg worden geaccepteerd als normaal gespreksonderwerp.

Mocht je nu denken dat dat onzin is moet je je maar eens afvragen hoe je het zou vinden als ik zou zeggen: ”Nee, het gaat niet zo goed. Ik ben ongesteld geworden en heb de halve nacht wakker gelegen van de buikkrampen. Ze waren zo hevig dat ik droomde dat ik heftige weeën had en ging bevallen.”
Het zou zomaar kunnen dat je je een beetje ongemakkelijk voelt bij zoveel openhartigheid over vrouwenkwaaltjes. Misschien vind je het aanstellerij, want alle vrouwen menstrueren en hebben allemaal wel eens een beetje last van kramp. Misschien vind je dat ik een beetje te openhartig ben over mijn persoonlijke ellende. Maar vooral is het een antwoord wat je niet verwacht en dat wil nog wel eens voor sociale ongemakkelijkheid zorgen.


Het lijkt wel of er een code is. Er zijn een aantal onderwerpen die je niet aanroert als iemand vraagt of er iets mankeert. Je hebt het niet over vrouwenkwalen. Je spreekt niet over dingen die vies worden gevonden zoals diarree of bloed op rare plaatsen. Je hebt het ook niet over financiële tegenslagen. Je zwakt eventuele fysieke klachten af. En je houdt je mond over psychische aandoeningen. Maar om helemaal veilig te zijn geef je gewoon ‘niks’ als antwoord, dan kun je je in ieder geval niet vergissen in hoe vrij je bent in je antwoord.

dinsdag 3 mei 2016

#sg16 - Kok


Vandaag neem ik een kijkje op het blog van Carel. Even spieken wat voor woord hij dit keer heeft bedacht voor #sg16. Wie weet inspireert het me. Wanneer ik het lees, schiet ik in de lach. Geen erg nette reactie maar ik moet denken aan een van de redenen die hij ooit opgaf om #sg16 te starten, het veelal foutieve gebruik van spreekwoorden en gezegden, de verhaspelingen. En laat ik toch meteen moeten denken aan de grootste verhaspeling die ik op spreekwoordgebied ken! Na lang nadenken over andere spreekwoorden en kort twijfelen of ik dan toch de verhaspeling zal nemen als onderwerp neem ik een besluit. Ik doe het.


Het is al een aantal jaren geleden dat manlief en ik een item werden. En zoals zoveel jonge items wilden we vooral heel veel bij elkaar zijn. Ik woonde in een klein studentenkamertje, manlief woonde met enkel zijn moeder in een grote eengezinswoning. Tel daar bij op dat daar altijd eten in huis was en ik moest rondkomen van een studiebeursje en een ieder zal begrijpen dat we veel tijd doorbrachten bij manlief thuis.

Zoals gemeld woonde manlief thuis bij zijn moeder, een vrouw die hem de liefde voor taal en taalspelletjes met de paplepel had ingegoten. Ik leerde een heel nieuw arsenaal aan woordgrappen.
Zo deed mijn knalrood geverfde haar mijn schoonmoeder uitroepen: “C’est trop tard!” een zin die de punchline bleek van wat vroeger bij haar thuis een populair mopje was.
Ik leerde wat mumsels zijn. En wat poekeltjespap is. Maar wat ik vooral leerde was het opzettelijk verhaspelen van spreekwoorden. Uiteindelijk is enkel die van die kok blijven hangen, maar die is dan ook zo sterk overeind gebleven dat ik altijd even moet nadenken hoe het oorspronkelijke spreekwoord ook al weer ging. Want ik heb de kok wel horen fluiten,  maar ik weet niet waar de lepel hangt.

Wat ik nou het allerleukste vind? Dat het oorspronkelijke spreekwoord zo lekker verwoord wat hierboven fout zou kunnen zijn gegaan.


zondag 1 mei 2016

#WOT deel 17

Rust ~ 1) Adempauze 2) Bekende personen en groepen 3) Bezitting 4) Beheerstheid 5) Bedaardheid 6) Commando 7) Cesuur 8) Caesuur 9) Deel van wedstrijd 10) Deel van een schip 11) Deel van muziekschrift 12) Dat roest zonder te oxideren (crypt.) 13) Gemoedsrust 14) Gerustheid 15) Glasplaat 16) Gemak 17) Geruststelling 18) Halftime 19) Het niet actief zijn


Het is momenteel nogal eens onrustig in ons huis. Het wegvallen van de logeeropvang, het (nog) niet voldoende geïndiceerd krijgen voor andere logeeropvang en de wachtlijsten voor als we het budget wel naar onze zin rond hebben vergen veel van ons allemaal. Onzekerheid is funest voor de rust in een gezin en nog wat meer in een gezin met autisme en ADHD.
Veel professionals raden ons dan ook aan om goed voor onszelf te zorgen en eens lekker een dagje er tussen uit te knijpen. Even wat afstand van de drukte en de zorgen. Even tijd voor onszelf. Even helemaal ontspannen.

Afgelopen week vond ik het tijd worden weer eens zo’n dagje weg te organiseren. Eerst maar eens via vakantieveilingen iets binnen ons budget op de kop tikken. Dat lukt wonderwel snel. Een teken dat een dagje relaxen ons gegund wordt? Dat, of fikse mazzel.

Dan komt het tweede punt, het regelen van de zaken thuis zodat we ook echt onbekommerd weg kunnen. Niet eenvoudig want doordat in onze omgeving de basisscholen vanaf zaterdag pas vakantie hebben is de opvang van de boerderij niet open.
Vorige maand heb ik vriendin Marijke ingeschakeld toen we heel graag naar en feestje wilden. Om haar dan nu weer te vragen voelt niet goed (al weet ik dat zij het geen probleem vindt) dus vraag ik andere vrienden of middelste een etmaaltje welkom is. En gelukkig kan dat. Dat geeft rust want jongste en oudste kunnen met een flinke instructie zich wel een dagje samen redden. Daar vallen niet zo snel rake klappen of gewonden als die samen thuis zijn. En omdat oudste thuis is hoeft jongst niet lang alleen te zijn dus daar hoef ik dan geen opvang voor te vinden.

Middelste merkt wel op dat hij nu al voor de tweede keer in twee maanden ergens heen gaat terwijl de anderen thuis blijven. Best confronterend, zowel voor hem als voor mij, maar gelukkig snapt hij wel waarom en vindt ook wel dat hij een beetje mazzel heeft dat hij mag logeren bij leuke mensen.

Vrijdag is het dan eindelijk zover. Na vier dagen regelen, voorbereiden en instrueren stappen we in de auto naar Voorst. Daar wacht ons een heerlijk saunacomplex waar we na enige opstartproblemen dan eindelijk weer een beetje ontspannen. We komen tijdelijk helemaal tot rust. En dat is best wat geregel waard.