Nadat u
gisteren op horoscoop gebied gespijbeld had, had u gedacht de dag van gisteren
bij vandaag aan te breien. Daar dacht vandaag toch anders over.
Afgelopen
week werd u verblijd met een uitnodiging tot gesprek met oudste,
leerlingcoördinator en mentor. Natuurlijk had u de bui al lang zien hangen maar
zo’n uitnodiging voelt toch een beetje als een voorbereiding op een slecht nieuws-gesprek.
Vanmiddag
gaan oudste, manlief en u het gesprek aan. Het nieuws was weinig verrassend.
Het is nou eenmaal zoals het is, oudste staat er niet rooskleurig voor en voelt
zich daar behoorlijk beroerd onder. U vindt de situatie lastig. Aan de ene kant
ziet en merkt u dat stress zich meester maakt van oudste, aan de andere kant
wilt u niet dat hij de handdoek in de ring gooit. Maar wat is dan de gulden
middenweg? Voorlopig verandert er nog niet heel veel. Wel wordt afgesproken dat
Tim voor twee vakken hulp in de vorm van bijles gaat vragen en wij zullen hulp
bij plannen en organiseren aanvragen. Want dat daar iets niet goed gaat geeft
oudste wel toe.
Op de
terugweg merkt u aan manlief dat er iets dwars zit. U krijgt nog geen antwoord
op de vraag wat omdat hij aangeeft bezinkingstijd nodig te hebben. Alleen is
die tijd er voorlopig even niet dus dat zal morgen dan wel komen.
Direct na
het avondeten stappen manlief, middelste en u in de auto voor een kennismaking
op een mogelijk toekomstige logeerlocatie. U bent al een tijdje met deze voorziening
in contact maar tot een afspraak komen was even lastig. Gelukkig is het nu
eindelijk gelukt.
Wanneer
manlief de snelweg opdraait gaat uw telefoon. Het is oudste. Enigszins
gekscherend neemt u op met de woorden “Zo dat was snel. Is het erg kapot?”
Oudste begint te ratelen over jongste die zich gesneden heeft. U bent wat
verbaasd. Jongste heeft u inderdaad net verteld dat hij zich op school heeft
gesneden aan een hobbymes, waarom zou oudste u daarover bellen? Dan dringt het
door. Jongste heeft zich net opnieuw gesneden aan een hobbymes. Alle vragen
waarom, waaraan, wanneer en hoe dan blokkeert u en u probeert duidelijk te
krijgen hoe groot de schade is en of er gehecht zal moeten worden. Maar op de
een of andere manier lukt het communiceren met oudste even wat minder. U
besluit ze naar de buren te sturen om de wond te laten beoordelen. Die hebben
daar iets meer zicht op dan oudste en weten wat er gedaan moet worden.
Even later,
wanneer u bijna op de bestemming bent belt buuf. Ze klinkt kalm maar resoluut.
Geen paniek nodig maar wel een huisarts. U zit in tweestrijd. Deels wilt u
direct omkeren om bij jongste te zijn en deels wilt u doorrijden om
duidelijkheid te scheppen voor middelste die al weken in onzekerheid zit of hij
nou naar deze logeeropvang gaat of niet. In een seconde beslist u dat jongste
in goede handen is en u er op zijn vroegst pas bent als hij al bij de huisarts
is. U merkt in manlief dezelfde tweestrijd maar hij legt zich min of meer bij
uw keuze neer.
Tijdens het
gesprek gaat uw telefoon weer. Jongste belt nu zelf. Alles lijkt goed. De wond
was wel diep en is gehecht. En als hij net een millimetertje verder had gesneden
had ie geopereerd moeten worden omdat ie dan de pees had doorgesneden. U wenst
hem sterkte en beloofd zo snel mogelijk thuis te komen.
U krijgt nog
een rondleiding, u heeft het nog even over de gang van zaken en u spreekt af
dat middelste op de wachtlijst geplaatst gaat worden. Dan gaat u op huis aan.
Tenminste, dat is de bedoeling. Helaas komt de auto vast te zitten. Duwen,
trekken, heen en weer rijden, het heeft allemaal geen zin, de wielen blijven
uiteindelijk steeds op hetzelfde punt doorslippen. Uiteindelijk lukt het met
veel mankracht de auto over dat dode punt heen te krijgen maar dan bent u toch
goed een kwartier verder.
Eenmaal
thuis weet u niet hoe snel u jongste moet gaan ophalen bij buuf en buum. Ondanks
dat u weet dat hij in goede handen was voelt u zich een beetje schuldig dat
u niet op twee plekken tegelijk kon zijn. Dit was de minst slechte oplossing,
maar zo voelt het even niet.