donderdag 17 november 2022

#wot 2022 deel 46

Als er toch een woord is wat ik al een eeuwigheid niet meer heb gehoord of gelezen en zelf nauwelijks tot nooit in de mond neem is het het #wot woord van deze week, kissebissen.

 

Kissebissen: 1) Bakkeleien 2) Hakketakken 3) Harrewarren 4) Herrebekken 5) Kibbelen 6) Kiften  

www.encyclo.nl

 

Ik vind kissebissen ietwat archaïsch aandoen. Alsof het zo rechtstreeks uit een Cissy van Marxveld boek komt. Of Aafke’s tiental. Of Sil de Strandjutter. Het woord roept bij mij altijd herinneringen op aan boeken van rond de eeuwwisseling van goed 120 jaar geleden.

Natuurlijk weet ik wel dat het ook lang daarna nog als keurige variant van bekvechten werd gebruikt. Het heeft ook iets vriendelijks. Iets onschuldigs. Een zweem van eufemisme.

 

Waar het me het meest aan doet denken is mijn vader. Niet dat hij zulke taal bezigde. Nee, het zit in het liedje ‘een bosje rode rozen’. Hij was gek van dat nummer. Wij, zijn kinderen en vrouw, werden er gek van. Waarschijnlijk is dit nummer ook de reden dat ik kissebissen maar een lullig woord vind. De lulligheid straalt van het hele nummer af. En dankzij deze #wot heb ik m al de hele dag in mijn hoofd.

Niemand is verplicht me op mijn woord te geloven dus klik vooral onderstaand youtube-filmpje aan en oordeel zelf of dit al dan niet lullig is. Ik zal er niet over kissebissen.




dinsdag 15 november 2022

#wot 2022 deel 45

 

 

 

Kwaliteit van Leven: Kwaliteit van leven is een subjectief begrip. Het zegt iets over hoe een persoon zijn of haar lichamelijke, psychische en sociale functioneren ervaart. Het kan daarnaast ook objectieve aspecten betreffen, bijvoorbeeld als het gaat om beperkingen als gevolg van ziekte.

www.vzinfo.nl

 

 

Ik strubbel deze week een beetje met de #wot. Want wat is nou eigenlijk kwaliteit van leven? Volgens mij is dat niet alleen voor iedereen anders, het is ook zo afhankelijk van waar je bent in je leven en wat je meemaakt en meegemaakt hebt.

 

Toen ik in 1994 een aantal weken in het ziekenhuis verblijven voelden de weekenden dat ik ‘op verlof’ mocht als ultieme vrijheid. Ik was weliswaar lopend patiënt maar ik moest te allen tijde laten weten waar ik was. Bij het warm eten mocht ik uit twee gerechten kiezen.

Tussen zaterdagochtend negen uur en zondagavond negen uur   golden die regels niet. Ik mocht binnen de gemeente grenzen gaan en staan waar ik wilde. Ik kon eten wat ik wilde. Ik hoefde me nergens een aantal keer per dag te melden.

Deze vrijheid gaf mij kwaliteit van leven. Hoewel ik voor mijn bestwil in dat ziekenhuis was, werd ik er knettergek. Maar op zaterdagochtend reden Paul en ik langs de bakker om broodjes te halen. We gingen naar de kroeg. We lagen veel te laat in bed en bleven ellenlang liggen zonder dat iemand kwam kijken of alles wel goed ging. Er werd gesnackt. Het waren maar een paar uren maar de vrijheid gaf me voldoende voldoening om me weer een paar dagen te schikken in mijn ziekenhuis-lot.

 

 

Toen de kinderen klein waren,  waren het heel andere dingen die kwaliteit aan mijn leven gaven. Een nacht doorslapen. Een middag zonder geruzie. Een maaltijd die ze allemaal zonder morren aten. Een dagje zonder kinderen. Een avondje naar het theater. Ook nu waren het dingen die energie gaven om tijdens het ‘gewone’ leven door te gaan. Waar ik met plezier aan terug dacht of naar uitkeek.

Na mijn hartinfarct waren het diezelfde kinderen die kwaliteit van leven gaven. Zolang ik me om hen kon bekommeren was er een doel, zingeving, invulling.

 

Op dit moment zit mijn kwaliteit van leven in de vrijheid mijn eigen keuzes te kunnen maken, dingen doen die me blij maken, onze kinderen die hun eigen leven zijn aangegaan en langzamerhand op hun plek terecht komen. Ook de altijd veranderende en eeuwig hetzelfde blijvende relatie met Paul geeft kwaliteit aan mijn leven. Een reden om dingen wel of niet te doen.

 

Uiteindelijk denk ik dat kwaliteit van leven vooral in liefde zit. Liefde voor de mensen om me heen. Liefde voor de dingen die ik leuk vind om te doen. Liefde voor het alledaagse en voor het bijzondere. Liefde voor het leven.

 


vrijdag 11 november 2022

#wot 2022 deel 44

 


Twintig was ik toen mij verteld werd dat ik moest kiezen, uit de ziektewet en gaan studeren of in de ziektewet blijven en voor 80-100% afgekeurd worden. Paniek overheerste, goede begeleiding ontbrak. Hoewel het vast genuanceerder lag voelde het voor mij alsof ik moest kiezen tussen een kans op een toekomst en een levenslang stempel zonder goede vooruitzichten. Wat wel een feit is, is dat ik het moment dat ik het hoorde een keus moest maken. Voor het blok gezet koos ik voor hoop en liet me beter verklaren.

 

Werken: dat wat gedaan moet worden, klussen, taken verrichten

www.encyclo.nl

 

Om een erg lang verhaal wat korter te maken, ondanks vele pogingen is het mij niet gelukt een werk carrière op te bouwen.

Lang heb ik me daar schuldig over gevoeld. Nutteloos. Niet volwaardig. Lui. Onzeker. Een profiteur. Een belasting. Een mislukkeling.

Het niet in staat zijn tot een ‘normale’ maatschappelijke bijdrage deed mijn  zelfvertrouwen weinig goeds. Het heeft tot ver in mijn veertigste gekost dit los te laten en daadwerkelijk te voelen wat ik verstandelijk al heel lang wist. Ik heb zeker wel iets bijgedragen. Ik heb mijn kwaliteiten misschien niet te gelde kunnen maken maar ik heb ze wel kunnen aanwenden voor heel veel andere zaken.

Nu kan ik een lijst geven van alles wat ik heb gedaan maar die bewijsdrang begint ook wat meer naar de achtergrond te raken. Het is voldoende dat ik geregeld gezien word. Het is voldoende dat ik waardering krijg voor mijn inzet. En hoewel ik het soms jammer vind dat ik mijn gezin niet financieel kan ondersteunen, voel ik me ook daar sinds kort niet meer schuldig over. Het is wat het is. Het heeft er voor gezorgd dat ik andere dingen kon doen.

Ik ben goed genoeg.

#wot 2022 deel 43

 

Om maar meteen met de deur in huis te vallen. Transparant is een van mijn ‘guilty pleasures’. Hoewel het vaak ongepast is, meestal onpraktisch en soms zelfs haar doel voorbijschiet, transparant maakt mij blij.

 

Toen ik tiener was droeg ik geregeld doorkijkblouse. Het was modieus, ik kon het hebben dus waarom niet? Dat ik met die blouses vaak vernikkelde van de kou had ik er voor over. Ik had het misschien niet warm maar ik zag er wel fantastisch uit. Ook semi transparant dook ik als een ekster op. Licht doorschijnende mouwen, een transparant roezeltje of een motiefje van transparante stof en ik was meteen blij.

 

Transparant: 1) doorschijnend 2) doorzichtig 3) helder

 

Voor ons eerste koophuis lieten we gordijnen maken. We konden het niet helemaal eens worden over de stof. Het was een jaren dertig arbeiderswoning dus niet heel groot en ook niet van nature heel licht. Veel stoffen werden al gauw te zwaar of te vol. Toen we een semi transparante stof tegen kwamen wisten we vrijwel meteen dat deze ideaal zouden zijn. Wel de knusheid van gordijnen, geen grote zware vlakken die ons huis te veel zouden verduisteren.

 

Onze huidige jaren zeventig doorzonwoning heeft joekels van ramen. Hoewel er in het begin wel transparante gordijnen hingen had ik hier juist behoefte aan grote verduisterende vlakken om het huis een behaaglijke aanblik te geven. Want ondanks dat de hr+++ ramen nauwelijks kou doorlaten ziet het er een stuk warmer uit als de gordijnen dicht zijn.

 

Zelf ga ik nog wel eens overstag voor een wat transparantere aankleding maar vrees niet, als het al een doorkijkblousje is wordt de doorkijk grotendeels geblokkeerd door een verhullend ondershirt. Maar over het algemeen houd ik het bij transparante accenten. De tijd dat ik voor een goede look mijn comfort opgeef ligt mijlenver achter me. Dan maar degelijk, ik heb het tenminste wel lekker warm.

woensdag 2 november 2022

#wot 2022, deel 42

 

gehaakte variant van een bolcactus (eigen foto)

In de jaren 80 had mijn moeder een kleine jungle in huis. Voor de grote ramen waren extra brede vensterbanken gemaakt en deze stonden stampvol met planten. Midden in de kamer stond een grote houten  bascule ook vol met planten en in de hoek stond nog een joekel van een gatenplant. Ze had zeer zeker groene vingers want ze groeiden en bloeiden allemaal uitbundig.

 

Elke zomervakantie namen mijn broer en ik een plant van school mee naar huis om ze de vakantie te laten overleven. Eén van die keren kwam mijn broer thuis met een enorme cactus met de mededeling dat ze deze mocht houden omdat hij niet zo geschikt was voor een klaslokaal.

Heel gelukkig leek mijn moeder niet met dit onverwachte cadeau maar er werd wat heen en weer geschoven. Een enkele plant verhuisde van voor naar achter. De bascule kreeg er nog een plantje bij en zo kwam er midden voor het grote raam voor ruimte voor de cactus.

 

Een vrije interpretatie van het #wot-woord Prikkels

 

De cactus had het enorm naar zijn zin zo voor dat grote raam. Ondanks dat het al een behoorlijk uit de kluiten gewassen bolcactus was groeide hij nog gestaag door. En op zomaar een dag verscheen er een klein gekleurd bolletje op de grote bol. Dat bolletje groeide gestaag door en bleek een enorme bloem te zijn.

Apetrots was mijn moeder op haar bloeiende cactus. In alle boekjes stond namelijk dat dit een zeldzaamheid was. De cactus steeg met stip naar een topnotering in haar lijst favoriete planten.

 

Jaren op rij bloeide de cactus. Elk jaar mooier en uitbundiger. Tot het noodlot toesloeg en mijn oom met zijn kont bovenop de cactus terecht kwam. De cactus heeft de aanslag overleefd maar tot de dag dat hij het loodje legde heeft hij niet meer gebloeid.

Of ze het ooit zal toegeven weet ik niet maar mijn moeder vond het meer dan zijn verdiende loon dat de prikkels dwars door zijn spijkerbroek heen zich vast in zijn kont hadden gezet. Ze had in ieder geval flink leedvermaak toen ze met een pincet verwijderd moesten worden.

 

 

dinsdag 1 november 2022

#wot 2022, deel 41

 

Als kind vond ik het vreselijk om jarig te zijn. Niet dat ik er niet van hield het middelpunt te zijn. Niet omdat ik niet bejubeld wilde worden. Ook niet omdat ik niet van feestjes hield. Nee, ik ben jarig tussen kerst en oud en nieuw. Een dag dat mensen net met de kerstdagen bij de familie hebben doorgebracht en zich geestelijk aan het voorbereiden zijn op de jaarwisseling.

 

Mijn verjaardag werd nog al eens vergeten, overgeslagen of er snel even tussendoor gedaan. Mensen schreven op de kerstkaart “en gefeliciteerd met Cindy’s verjaardag”. Dat was dan een teken dat ze er aan gedacht hadden maar niet van plan waren te komen.

Of men kwam op 1 januari op mijn vaders verjaardag en zei iets te opgetogen: ‘Ach, jij was natuurlijk ook jarig! Leuke dag gehad?” Meestal knikte ik maar wat. Het was ook zo onaardig te zeggen dat papa en mama een lekkere taart hadden die met het gezin opgepeuzeld kon worden omdat alleen de buurvrouw even op koffie visite was geweest.

 

Jarig: zijn verjaardag vierend.

 

Tegenwoordig maakt het me niet zoveel meer uit. Wie wil komen is welkom. Er is koffie met gebak. Er is een hapje en een drankje maar een groot feest verwacht ik al lang niet meer. En ook daar zit een groot voordeel aan. Ik heb nog nooit de schaamte van publiek toegezongen worden hoeven ondergaan.