“When life gives you lemons,make lemonade”. Deze uitdrukking
spookt al een week of vier door mijn hoofd. Om even in deze beeldspraak te blijven, ik doe
mijn best van alle citroenen limonade te maken maar het lijkt er op dat het
leven vindt dat het dan wel meer citroenen kan geven. Het gooitonderhand zelfs
zoveel citroenen naar mijn hoofd dat ik bijna citroenjenever kan gaan stoken
van alle limonade.
Het begon allemaal ergens in november. Mijn vader werd opnieuw
opgenomen in het ziekenhuis omdat hij ondanks een buikbypass ernstige klachten
bleef houden. Hij bleek een dichtgeslibde bypass en een bacteriële infectie in
de bypass te hebben. Na een nieuwe operatie en een hele stoot aan
antibioticakuren mocht hij naar huis.
Toen hij net thuis
was mocht manlief een weekje opleiding volgen in Duitsland. Leuk voor hem, hard
werken voor Mij. Want een week lang was ik even alleenstaande ouder en draaide
het hele gezinsleven om mij.
Vlak hierna kregen we bij de evaluatie van het schoolhandelingsplan
van de middelste een wel verwachte maar toch confronterende en onaangename
verrassing. Daar stond bij zijn verwachte uitstroomniveau het gevreesde
dagbesteding. De reden is even logisch als zuur. Ondanks dat hij meer dan
voldoende intelligentie heeft kan hij zich niet handhaven binnen een regulier
schoolsysteem en is uitstroom naar MBO voor hem niet heel reëel. Wegens zijn
normale (100+) intelligentie komt hij niet in aanmerking voor praktijkonderwijs.
Nog verre toekomst, hij moet nog twee jaar voor hij eindexamen doet, maar wel iets
om alvast te gaan bekijken of er ook andere mogelijkheden zijn.
Toen werd manlief ziek. Niet ernstig maar wel een heel
flinke en echte griep. Dit deed vooral een flink beroep op mij. Weer was ik even alleenstaande ouder, want ook nu
kwam het gezinsleven op mijn schouders te liggen.
In deze zelfde week overleed mijn oma, de moeder van mijn
vader. Een ieder die een overlijden heeft meegemaakt weet dat dat gepaard gaat
met onnoemelijk veel regelwerk. En haar huis moet leeggehaald worden. Een
enorme klus want oma was negentig, woonde al 25 jaar op haar laatste adres en
kon moeilijk afstand doen van dingen. De laatste keer dat ze echt drastisch
afstand had gedaan van goederen was toen ze in de jaren zeventig vanuit het
westen naar het oosten verhuisde.
Haar huis heeft nog het meest weg van een tijdcapsule met
diverse meubelen en lampen die ze de afgelopen veertig jaar verzameld had. En daartussen en in en op
en onder lagen papieren van vier huwelijken en minstens veertig trouwe dienst
als secretaresse van diverse verenigingen. Trouwboekjes, brieven, foto’s,
kladblokken, schriften vol notulen (op rijm!), bankafschriften. Noem het maar
op, ze had het bewaard.
Tevens bleek ze een groot liefhebber van kleding, brei- en
haakgaren, kaarten maken en schoudervullingen te zijn. Zakken vol hebben
zoonlief en ik verzameld.
Vlak na de begrafenis ging het mis met mijn vader. Hij werd
met spoed opgenomen in het ziekenhuis met alweer een dichtgeslibde bypass. Ook
de infectie bleek nog steeds niet weg. Een paar aderspoelingen, een
maagbloeding en een fiks aantal zakken antibiotica later mocht hij de zaterdag
na kerst weer naar huis.
Ondertussen had mijn oudste broer de verantwoordelijkheid
voor het leeghalen van oma’s huis op zich genomen. Ik deed ondertussen ook wat
ik kon om te helpen maar was ook nog jarig. Echt feestvieren had ik geen zin in
maar om het geruisloos voorbij te laten gaan was ook niet echt een optie. Ons
gezin was wel toe aan een vrolijke noot.
De dag na mijn verjaardag werd ik geveld door een virus. Zat
er natuurlijk dik aan te komen. Eigenlijk ben ik altijd ziekjes rond die tijd.
Dan slaan de feestdagen, de stress, de onregelmatigheid en het andere eten op
mijn darmen en ben ik vatbaarder voor verkoudheidjes.
Na oud en nieuw pakte ik het leegruimen van oma’s huis weer
op. En ook mijn broer ging er weer vol tegenaan. Tot afgelopen maandag. Toen
ging mijn broer met wat klachten naar de huisarts en werd meteen doorgestuurd
naar het ziekenhuis. Zijn (kleine) klachten bleken te worden veroorzaakt door
hartproblemen. Hij is dinsdag gedotterd. Het gaat goed met hem. Hij voelde en
voelt zich prima.
En toen kwam vandaag. Vandaag zou mijn moeder met ons
jongste broertje, een neefje en een vriend van mijn broertje grof leeghaalwerk
gaan verrichten. Mijn broertje heeft geen rijbewijs dus mijn moeder zou hem
ophalen. Toen ze bij hem de straat in reed werd de weg geblokkeerd door een
ambulance. Deze bleek helaas voor mijn schoonzusje bestemd te zijn. Zij heeft
een epileptische aanval gehad en is daardoor gevallen. Het lijkt erop dat ze
hierbij haar enkel heeft gebroken. Zij moest dus naar het ziekenhuis. En
aangezien ze een dochtertje van anderhalf hebben kwam oma als geroepen om het
meisje op te vangen en gerust te stellen (Liandal raakt erg overstuur als haar
moeder een aanval heeft).
Mocht je binnenkort iets lezen over een vrouw in Meppel die
met citroenen aan het gooien is, dan ben ik geknapt en heb ik besloten het leven terug te geven wat
het mij de afgelopen weken heeft geschonken.