maandag 28 september 2020

#WOT deel 39 2020

 

Fiets = 1) Door spierkracht aangedreven voertuig 2) Draver 3) Rijwiel 4) Sportartikel 5) Stalen ros 6) Tweewieler 7) Vélocipède 8) Vervoermiddel

 

Een echte toerfietser ben ik nooit geweest maar ik heb zeker geen hekel aan fietsen. Er was een tijd dat ik bijna vergroeit was met mijn zadel.

Ik deed bijna alles op de fiets. De kinderen naar school brengen, naar de markt, boodschappen doen. Zonde van de benzine om daar de auto voor te gebruiken en dus pakte ik daarvoor de fiets. Al moet ik toegeven dat het af en toe bijna onverantwoord was wat ik allemaal meenam op die twee wielen. Aan elke kant van het stuur een tas, beide fietstassen stampvol en dan de grote dingen op de bagagedrager onder de snelbinders. Maar goed dat ik toen nog geen bagagerek voorop had anders had ik die ook nog vol gezet.

 

Op een gegeven moment is er in deze gewoonte de klad gekomen. De jongens hoefden niet meer naar school gebracht. De weken waren volgepland met afspraken, therapieën, zorgverlening en andere zaken die zich niet op fietsafstand afspeelden. Zo ging ik bijvoorbeeld  werken en moest aansluitend naar Steenwijk om te zorgen dat de jongste twee met de bus naar de boerderij konden. Het kon precies, maar dan moest ik wel met de auto naar mijn werk.

Toen dat alles in een wat rustiger vaarwater kwam was mijn conditie zo hard achteruit gegaan dat het me nauwelijks nog lukte om op de fiets bij de winkel te komen. Laat staan dat ik die bepakt en bezakt nog weer thuis kreeg. Geen kracht genoeg in de benen, kramp in de bovenbuik en een gierende ademhaling maakten dat dat zeer moeizaam ging. Dat ik toen al sluimerende hartproblemen had werd later pijnlijk duidelijk.

 

Na mijn hartinfarct zat ik vol goede voornemens. Ik was toe aan een nieuwe fiets en dat moest maar zo’n fiets met een rek voorop worden en met grote fietstassen. Dan ging ik de boodschappen weer op de fiets doen. Ik was nu gedotterd dus dat zou ik binnen de kortste keren wel weer kunnen.

Dat viel tegen. En niet een beetje. Mijn verwachting dat dat met het opbouwen van de conditie wel beter zou gaan kwam niet uit. Bij elk zuchtje tegenwind hangt mijn tong op mijn schoenen. De fietstest in het ziekenhuis kon  niet volledig worden afgenomen door ernstige kortademigheid. Ik bleek astmatisch. Waarschijnlijk al vrij lang maar dit was altijd gemaskeerd, eerst door het roken, daarna door de hartproblemen.

 

Ik ben niet iemand die snel ergens spijt van heeft. Ik weet dat mijn beslissingen en keuzes meestal voortkomen uit tijdstip, ervaringen en omstandigheden. Maar ik heb nog wel altijd spijt dat ik na mijn hartinfarct zo optimistisch was dat ik weer de oude zou worden dat ik absoluut geen elektrische fiets wilde. Dat had me toch echt heel wat frustraties, zweetdruppels en inhalerpuffen kunnen schelen.

 

 

 

 

 

dinsdag 22 september 2020

#WOT deel 38, 2020

 

Rituelen = 1) Ceremonie 2) Cultusgebruik 3) Eredienst 4) Gebruik 5) Geheel van religieuze gebruiken 6) Kerkelijk gebruik 7) Lange reeks handelingen

 

Laat ik beginnen met een bekentenis. Ik ben Cindy en ik ben een controlfreak met kenmerken van ADHD. Zonder rituelen zou ik gillend gek worden.

Ik gebruik rituelen om mijn dagelijkse handelingen uit te voeren. Zo neem ik mijn medicatie op vaste momenten in. Niet op tijdstip maar op stappenplan. Op hun plek in mijn ochtend- en avondritueel.


Zolang ik dat ritueel volg vergeet ik een aantal belangrijke dingen niet te doen. Hoef ik niet wakker te liggen of ik kortademig ben door het traplopen of doordat ik mijn puf niet heb gehad. Of dat mijn dikke enkels wel of niet komen doordat ik mijn plasmedicatie niet heb gehad. Rituelen helpen mij orde te scheppen in de chaos die in mijn hoofd heerst. Het houdt controle. En daar ben ik gek op.

 

Zelf koppel ik rituelen eigenlijk meer aan religie dan aan mijn gewone leventje.

Ik ben niet kerkelijk opgevoed maar ging wel eens met mijn oma mee naar de zondagsdienst. Ik verbaasde mij daar altijd dat iedereen om mij heen precies wist wat ze wanneer moesten doen. Men ging tegelijk staan, men pakte tegelijkertijd het psalmen- of gezangenboek en men ging tegelijkertijd weer zitten. Als ik daar naar vroeg zei mijn oma altijd:” dat weten we omdat we altijd zo doen we.” Voor mij een beetje een dooddoener want ik wist nooit wanneer we nou wat gingen doen. En al helemaal niet wat we moesten zingen!

Toen ik later in een Katholiek jongerenkoor zong zag ik soortgelijke rituelen. Zeker waren er verschillen maar uiteindelijk waren de gebruiken in zowel de Katholieke als de Hervormde kerk net zo vaststaand. Op elke handeling volgde steevast een vaste volgende. En dankzij de liturgie en een belletje kon ik al snel meedoen met de afwisselingen tussen zitten en staan. Ik raakte perfect geconditioneerd.

 

En dat is precies wat voor mij het nut van rituelen uitlegt. Door steevast hetzelfde stappenplan te volgen, raak ik goed geconditioneerd waardoor chaos minder grip krijgt op mijn dagelijks leven. Er moeten alleen niet teveel belletjes gaan rinkelen.

 

 

dinsdag 15 september 2020

#wot deel 37 2020

 

Drommels = 1) Allemachtig 2) Deksels 3) Deuvekaters 4) Krachtterm 5) Parbleu 6) Ten zeerste 7) Uitroep 8) Verduiveld 9) Stakkerds

 

Of ik zelf veel Bassie en Adriaan heb gekeken weet ik eigenlijk niet meer. Maar dat mijn tien jaar jongere broertje het vaak keek weet ik dan weer wel. Horendol werd ik als puber van dat Ha.Ha.Ha-lachje van robot Robin. Om over dat ge-piedie-piedie-piedie maar te zwijgen.

 

Dat ik er toch meer van opgepikt heb dan ik altijd dacht bleek toen ik zelf kinderen had. Ik vond het geen fijn iets om algemene krachttermen rond ze te gebruiken omdat ik het geen fijn idee vond dat ze die krachttermen al op jonge leeftijd zouden gaan gebruiken. Ik ging dus op zoek naar alternatieven.

Al snel kwam het woord Drommels naar voren. En als we het rond de kinderen over niet al te slimme streken en zetten hadden zeiden we al snel dat we een behoorlijke bal gehakt waren geweest. Een kind wat zich zieliger voordeed dan het was deed piedie-piedie en als ze aan het fantaseren waren vroeg ik of ze dat aan de binnenkant van hun oogjes hadden gezien.

 

Dat taal altijd in ontwikkeling is bleek ook bij onze “nette” krachttermen. Onze kinderen gingen tv kijken en Spongebob was een van hun favorieten. Ook in deze show werd er creatief omgegaan met krachttermen. Zo riep Spongebob zeer geregeld: ”Anemoontjes!”. Een uitroep die ik al snel kopieerde. Ook het wat stevigere “tartaarsaus!” werd een gevleugelde.

 

Zo ontwikkelde mijn krachttermgebruik zich mee met de ontwikkelingsfasen van mijn kinderen. Maar hoe ik toch aan de uitdrukking “wat ben je toch een knurft” ben gekomen is ook mij een raadsel.

 

zondag 13 september 2020

#wor deel 36, 2020

Pauze = 1) Even niets doen 2) Halftime 3) Lunchtijd 4) Muziekteken 5) Ogenblik van rust 6) Onderbreking van werk 7) Oponthoud 8) Rust tussen de bedrijven.

 

Toen ik vorige week de tweet met het #wot-woord voorbij zag komen dacht ik: “Leuk woord. Daar kan ik wel wat mee.”

Dat viel tegen. Niet dat ik geen inspiratie had, ik had juist teveel invalshoeken en zienswijzen. Teveel om er een homogeen geheel van te smeden.

Ook het opdelen lukte niet. Steeds als ik een ingang had gekozen liep ik vast in het vertellen. Ik kreeg de zinnen niet mooi rond, het gevoel niet verwoord, de intentie niet overgebracht.

Uiteindelijke fabriceerde ik op pure wilskracht een enigszins samenhangend verhaal maar ik was niet tevreden en stelde daarom het publiceren steeds opnieuw uit.  

Toen het opnieuw donderdag werd sprak ik mijzelf streng toe. Ik mocht vandaag nog sleutelen aan het blog en ’s avonds moest het dan maar online, of ik nou wel helemaal tevreden was of niet. Dat liep even anders want rond tien uur ’s ochtend kreeg ik een appje wat ons leven even op pauze zette.

 

De vriendin van onze oudste was een paar dagen bij ons geweest (logistiek dingetje. Ze woont bij Almelo maar volgt een Minor die in Leeuwarden wordt gegeven) en had slecht nieuws. Ze had symptomen die bij Covid-19 passen en moest zich laten testen.

Meteen nam iedereen in ons gezin contact op met school, werk en stage welke richtlijnen er worden gehanteerd en meteen zat iedereen tien dagen na aanvang school en werk weer thuis. En omdat manlief ook lichte symptomen heeft werd besloten dat ook hij zich laat testen.

 

Vriendin kon zich gisteren laten testen en is gelukkig negatief. Manlief zit op het moment van schrijven in de auto onderweg naar de teststraat in Groningen. We hopen van harte dat zijn testresultaat net zo snel binnen is als die van vriendin zodat we snel weten waar we aan toe zijn. Nog wat langer op pauze of een herstart.

 

De uitslag liet even op zich wachten maar vanavond kwam dan het bericht dat de uitslag negatief is. 

woensdag 2 september 2020

#wot 2020 deel 34

 

Bonnefooi = 1) Zonder voorbereiding, 2) op goed geluk, 3) in goed vertrouwen

 

Waar ik het woord van vorige week verfoeide vind ik het woord van deze week prachtig. De klank heeft iets wat me laat glimlachen. Iets lichtvoetigs, iets frivools. En daar word ik dus best blij van.

 

Zelf ben ik niet zo van op de bonnefooi. Ik word daar erg onrustig van. Ik ben meer van het oneindig voorbereiden en dan alsnog moeten improviseren omdat er een afslag wordt gemist, of omdat er een omleiding is, of iemand toch niet thuis. Maar juist doordat ik zo ontzettend grondig ben voorbereid raak ik niet helemaal in paniek als een reis, bezoek of vakantie anders gaat dan gepland.

 

Ja, dat klinkt tegenstrijdig maar eigenlijk heb ik er in mijn voorbereiding al rekening mee gehouden dat alles anders kan lopen dan ik had bedacht. En hoewel het leven mij altijd weet te verrassen met dingen die ik niet had bedacht sla ik me er best aardig door omdat wat ik had bedacht vaak een stuk melodramatischer was dan wat er uiteindelijk gebeurt.

 

Natuurlijk zou ik best een stuk spontaner of impulsiever willen zijn maar tegelijkertijd vraag ik me af of ik mezelf wel zou moet willen kwellen. Wat heb ik eraan om vanaf het moment dat ik het bedenk tot het al dan niet gewenste resultaat in een staat van paniek te verkeren?  Waarom zal ik mezelf dat aandoen?

 

Het bijzondere is dat ik dat dus wel doe met het schrijven van blogs en verhalen. Daar heb ik altijd alleen maar een idee, een vertrekpunt en ik bedenk onderweg pas waar het naar toe gaat leiden.

Ik probeer meestal wel een soort van structuur in het schrijven aan te brengen maar als puntje bij paaltje komt eindig ik altijd heel anders dan ik van te voren had bedacht. Een verhaal opstarten is wat lastig met alleen een ideetje maar als het dan begint te lopen dan blijft het lopen.

Tja, als het werkt dan werkt het. Dan maar vertrekken met een vaag idee en schrijven op de bonnefooi.