donderdag 31 januari 2013

Veertig of zo


Een aantal jaren geleden had een damesblad een rubriek die ‘ongeveertig’ heette. In deze rubriek vertelden vrouwen van ongeveer veertig wat voor invloed hun leeftijd op hun leven had. Vaak waren het verhalen over grote veranderingen en rigoureuze keuzes. Ik las ze met plezier maar vroeg me altijd af waarom men vond dat hun leeftijd zo’n grote  rol hierin speelde. Voor mij was leeftijd toch vooral een getal wat aangeeft hoe lang je op aarde vertoeft. Voor mij was het geen symbool voor een levensfase.

Een maand geleden ben ik zelf begonnen aan mijn veertigste levensjaar. En ik mag wel zeggen dat het turbulent begon. Voor mijn gevoel lag mijn hele leven in puin. En wat ik ook probeerde, de brokstukken lieten zich niet meer tot een geheel te lijmen.
Eerst zat ik in zak en as. Net nu ik een beetje leerde leven met wat op mijn pad was gekomen, lazerden al die zorgvuldig opgestapelde ervaringen als een kaartenhuis in elkaar. Wat was hier de bedoeling van? Had dit alles een reden? Waarom moest het juist nu gebeuren?
Lang duurde deze fase niet. Ik hou er niet van in het negatieve te blijven hangen. Liever probeer ik een manier te vinden om met de omstandigheden om te gaan. Ik besloot dat ik de vrije tijd die me in de schoot was geworpen te gebruiken om de talenten die ik in de jaren hiervoor was tegengekomen verder te ontdekken en uit te bouwen. Ik ben er zoveel tegengekomen in voorgaande jaren, maar nog niet eerder heb ik bewust tijd genomen om er aandacht aan te besteden. Het voelt alsof het leven mij uitnodigt langs de brokstukken te kijken en eens  goed naar de fundamenten te kijken. Welke stukken bieden nu echt een stevige basis?

En plots realiseer ik me waarom de leeftijd van veertig zo’n stevig symbool is. Of ik nu wil of niet, nu komen alle ambities, keuzes en ervaringen samen en vormen een wegwijzer voor de richting die ik in kan slaan. Een richting die niet is gebaseerd op toekomstverwachtingen maar op wie ik op dit moment ben. Of het pad  veel zal verschillen van hetgeen ik de eerste veertig jaar heb afgelegd is onbekend. Dit zal pas duidelijk worden als ik er daadwerkelijk voor kies de aangewezen richting te volgen.

donderdag 24 januari 2013

#WOT Focus



Vandaag ligt de focus vooral op de meren van de Weerribben en Wieden. Daar wordt vandaag de eerste officiƫle toertocht geschaatst. Normaal sta ik niet zo lang stil bij dit soort evenementen maar dit keer is deze tocht speciaal omdat onze dertienjarige zoon mee rijdt.

Voor mij als zijn moeder is het erg spannend. Zal deze jongen met de heupaandoening die hij heeft zo’n tocht aankunnen? Zal hij niet onnoemelijk veel pijn leiden? Heeft hij zichzelf niet overschat?  
Tegelijkertijd weet ik dat onze zoon zeer volhardend is. Hij weigert zich te laten beperken door zijn heup. Dat heeft hij al vaker bewezen. Ondanks al mijn bedenkingen loopt hij mee met de avondvierdaagse, doet hij mee aan survivalruns, fietst hij naar een kamp om daar een week lang diverse tochten te lopen. Het gaat hem misschien niet altijd makkelijk af, maar hij wil meedoen en maakt het vervolgens ook af.

De kans om aan deze tocht mee te doen werd zoonlief in de schoot geworpen. School had voor vandaag al een schaatsdag ingepland staan. De beslissing om  aan de Vijf Merentocht mee te doen was snel gemaakt. Hoe vaak zal hij zo’n kans krijgen? Moeder slikte dus al haar bezwaren en bedenkingen in, zorgde dat zijn rugzak voldoende gevuld kon worden en dat zoon goede, warme kleding aantrok. Ik heb hem veel plezier en succes gewenst en hem laten gaan.

Nu zit ik enigszins gespannen en trots tegelijk de live beelden te bekijken. Daar rijdt ook onze zoon. Misschien zie ik hem nog voorbij komen. Hem kennende zal hij de hele tocht uit schaatsen. Daar zal zijn focus liggen vandaag.

maandag 21 januari 2013

Een wonderlijke ontwikkeling



 Elke morgen als ik mijn social media heb opgestart denk ik flink na hoe ik mijn tijdlijn ga begroeten. Voor de rest van de dag probeer ik het devies ‘als je niets te zeggen hebt zeg dan gewoon niets’ toe te passen op wat ik plaats. Liever niets plaatsen dan zomaar een holle frase.

Toen ik vanmiddag terugkwam van het boodschappen doen zag ik met lede ogen dat een van mijn zonen het nodig had gevonden het woord ‘hoi’ mijn tijdlijn in te sturen. “Geintje mam,” was alles wat zoonlief als verklaring voor dit ernstig nutteloos berichtengebruik kon geven.
Ik wilde het bericht net wissen toen ik zag dat er een reactie op binnen kwam. En nog een. En nog een. Terwijl ik mij zat te verbazen kwam er ook nog even een ‘like’ bij. Dat was sneller dan ik reacties krijg op een blog. En meer dan ik op een status-update krijg!

Wat was hier aan de hand? Was zo’n simpele begroeting zoveel uitnodigender om op te reageren dan mijn eigen doordachte statussen? Liet ik in mijn statussen te weinig ruimte over om spontaan te antwoorden? Of heb ik heel slimme mensen in mijn tijdlijn die meteen de hand van mijn zonen herkenden in deze melding?
Ik ben er nog niet uit. Wie het weet mag het zeggen.

vrijdag 18 januari 2013

Ik win nooit iets


Als er dingen te winnen zijn ding ik graag mee naar de prijzen, maar het is maar zelden dat ik geluk heb. Hier in huis wijten we dat altijd aan onze jongste. Volgens de huisarts was de kans dat ik zwanger zou zijn kleiner dan de kans op het winnen van de hoofdprijs in de staatsloterij. Wij dachten dat we al ons geluk toen hadden opgemaakt. Maar wie niet waagt zal nooit wat winnen dus als ik een leuke actie zie doe ik mee.
Vandaag kwam er weer een actie van een sauna in de buurt voorbij die ik interessant vond.’ Vermeld waarom je lekker de warmte wilt opzoeken en maak kans op gratis sauna entree voor twee personen.’ Ik bedacht me geen moment en antwoordde dat ik alle stress  rond PGB’s, passend voortgezet onderwijs en het verliezen van mijn baan er uit wilde zweten.
Een paar seconden na mijn tweet zag ik dat degene die voor mij had geantwoord had gewonnen. Dat was jammer. Het had leuk geweest maar ach, er was geen man overboord. Ik  haalde mijn schouders op en ging verder met waar ik mee bezig zou. Maar nog voor ik een worddocument had geopend  kreeg ik bericht dat ik was genoemd in een tweet. Vol ongeloof zag ik dat ik mazzel had. Ook ik had twee entreekaarten gewonnen!
Voorlopig zal het geluk onze deur wel weer even voorbijgaan. Maar ik zal de komende tijd iets minder hard roepen dat ik nooit iets win. Beloofd

woensdag 16 januari 2013

Eenmaal daags


Sinds deze week heb ik een bezigheid toegevoegd aan mijn dagelijkse agenda. Elke werkdag moet ik een half uur schrijven. Het  maakt niet uit wat of waarover. Er hoeft geen goed verhaal uit te rollen, ik hoef geen constructief blog te produceren of een ‘lief dagboek’-stuk. Ik moet minstens een half uur bezig zijn met ordenen van woorden, uitwerken van personages of nieuwe verhaallijnen opzetten. 
Iets wat ik al heel lang wil doen maar wat ik mezelf niet gunde. Altijd was er wel iets wat eerst even moest. Of  ik vond dat ik mijn tijd nuttiger moest besteden. Of ik hield mezelf voor dat ik eerst maar eens moest gaan bedenken waar het over zou moeten gaan. Of dat ik moest weten hoe het verhaal  zou gaan worden.

Allemaal drogredenen natuurlijk. Maar waarom hield ik ze mezelf dan toch steeds voor? Waarschijnlijk is dat voer voor psychologen, maar mijn eigen psychologie van de koude grond vermoed dat ik schrijven als luxe zie. Iets wat je mag doen als je hard gewerkt hebt. Iets wat je kunt verdienen. Lekker calvinistisch.
Vorige week heb ik besloten dat dat onzin was. Het is onzin dat ik pas mag schrijven als ik doodop ben van het schrobben van de badkamer. Het is larie dat ik eerst mijn ‘werk’ moet hebben gedaan voor ik een schrijfopdracht aanvaard en aanga. Het is bezopen dat ik eerst een volledig verhaal moet hebben voor ik het mag gaan uitwerken.
Maar wat het vooral zijn, zijn prima smoezen om de grootste uitdaging aan te gaan. Een vermoedelijk talent tegen het licht houden, ontplooien en gebruiken. Dat zou namelijk rieken naar eerzucht en zelfverheerlijking. Nog zoiets waar mijn calvinistische inslag van slag van raakt.

Nu nog leren omgaan met de dwangmatige behoefte alles wat af is direct te publiceren. Maar ook daarin maak ik stappen. Bovenstaand stukje heb ik namelijk gisteren al geschreven.

maandag 14 januari 2013

vlinder in een cocon


geschreven voor de facebookpagina van Letterrijn voor het evenement :Jouw favoriete boekcover

 Al vanaf de eerst kennismaking ben ik een fan van de Anna-verhalen van Iris de Leeuw. De verhalen waarin ze als Brygida de verhalen van haar moeder  doorverteld. Ook de cover van bundeling van deze verhalen vind ik prachtig.
 Niet alleen vind ik de foto heel mooi als het om kleur en compositie gaat maar minstens zo mooi vind ik verhaal wat schuil gaat achter deze foto. Dit is niet zomaar een strandje aan de Noordzeekust. En hoewel ik geen idee heb waar het is, ken ik dit strandje. Dit stukje kust is mij bekend als  ‘Oma’s strandje’ ,het stukje strand waar Brygida aan refereert in haar brief aan Anna.
Voor mij is dit strandje synoniem voor vrijheid en loslaten. Dit is de plek waar Brygida en haar familie afscheid namen van Anna. Met dit afscheid gaf ze haar moeder de vrijheid.  Ze gaf de vlinder vleugels. Dit is ook de plek waar Brygida zelf  haar vrijheid kreeg. Verlost van pijn en vermoeidheid kreeg ook zij hier vleugels.
Als ik de cover zie, zie ik ze in gedachten samen zitten. Stilzwijgend naast elkaar, uitkijkend over de golven. Genietend van de geluiden, het uitzicht en het gewoon samen zitten. Verbonden in vrijheid.

dinsdag 8 januari 2013

Als ik eerlijk ben


Het zal ongeveer drie weken geleden zijn geweest. Het was een dag als alle andere dagen in die periode. Ik had gedaan wat ik moest doen en hing lusteloos in mijn stoel. In gedachten zag ik mezelf zitten. Moe, moedeloos en een humeur om op te schieten. Ik vond mezelf maar raar. Na een heel moeilijke periode begon de zwaarte net wat op te lossen. De krapte op de betaalrekening was met het binnenkomen van het salaris en een lief kerstcadeautje opgelost, de jongste bleek niet iets ernstigs onder de leden te hebben en het PGB van de middelste was toch uitgebreid met tijdelijk verblijf. Alles waar ik me druk over had gemaakt was weggevallen. Waarom voelde ik dat dan niet zo?
Er waren meer dingen die me aan mezelf opvielen. Al wekenlang was mijn slaapritme ernstig verstoord. Wat ik ook probeerde, het lukte me niet om ’s avonds in slaap te komen. En als gevolg daarvan lukte het ook niet om op tijd op te staan. En hoewel ik genoeg leuke plannen had, bleef ik ze uitstellen. Ik schreef niet meer. Ik besteedde het lopen met de honden uit aan man en kind. En in het kader van bezuinigingen gunde ik mezelf geen nieuwe kleding, dagje sauna of zelfs maar een lekker bad. Nee, het ging even niet zo goed met me.
Ik liep naar boven om me te gaan douchen. In de badkamer keek ik in de spiegel naar mezelf en dacht:”Zo ziet een depressie er dus uit. Zo voelt dat.” Ik schrok me wezenloos van mezelf. Want al wilde ik meteen ontkennen dat ik iets zou hebben wat ook maar leek op een depressie, ik wist dat ik in ieder geval een heel erge dip had.
Dezelfde dag nog knutselde ik in mijn hoofd een strijdplan in elkaar. Ik was niet depressief. Ik zou mezelf het tegendeel gaan bewijzen. Vanaf die dag zou ik weer volop in het leven staan en het vieren alsof mijn leven ervan afhing. Ik zou wel moeten want ik moest de vakantie en de feestdagen door zien te komen.
Tot aan mijn verjaardag lukte het me de schijn op te houden. Maar tijdens een gesprek met mijn vrienden die op bezoek waren merkte ik, dat ik mezelf enorm voor de gek had gehouden. Het ging helemaal niet beter met me. Ik had al die tijd gedaan alsof. Op dat moment zijn we er niet op door gegaan. Maar een paar dagen later kwam die vriendin weer langs en vroeg of ik echt vermoedde dat ik depressief was. In alle eerlijkheid vertelde ik dat ik niet zeker wist of het een depressie was maar dat ik de signalen nu eindelijk wel serieus zou nemen. Ik ging actie ondernemen.
Ik heb woord gehouden. Sinds die dag sta ik elke ochtend op tijd op. En hoewel ik ’s avonds nog steeds niet in slaap kan komen, merk ik dat het op tijd opstaan me goed doet. Omdat ik niet meer de hele dag in tijdnood zit vind ik het makkelijker echt tijd voor mezelf te nemen. Ik loop bewust zelf weer minimaal 1 keer per dag met de honden want niet alleen schijnt lichaamsbeweging heel belangrijk te zijn in de strijd tegen depressieve gevoelens, ik word er zelf fitter van en het geeft me het gevoel dat ik de hondjes er een plezier mee doe. Ik heb mezelf heel bewust aan het hobbyen gezet. Ik heb er de tijd voor, ik vind het leuk en ik ben trots op het resultaat. Waarom zou ik mezelf dat ontzeggen? En manlief en ik hebben onszelf getrakteerd op een luxe saunadagje. Ja, dat kost inderdaad wat maar het was hoog tijd dat we samen ontspanden en zonder schuldgevoel een dag aanlummelden.
Ik ben er nog lang niet. Ik weet ook niet zeker of het een depressie is of een flinke dip. De tijd zal het leren. Ik wil me er ook geen zorgen over maken. Dat heb ik de afgelopen weken al genoeg gedaan.