donderdag 18 mei 2017

#WOT 2017 deel 20

Haar ~ 1) Baardgroeisel 2) Begroeid terrein 3) Begroeiing 4) Bezittelijk voornaamwoord 5) Bijwoord 6) Bos haar 7) Deel van het gezicht 8) Deel van het hoofd 9) Deel van het lichaam 10) Deel van een strijkstok 11) Dier 12) Fractie 13) Haarbosje 14) Hoofdbedekking 15) Hoofdhaar 16) Hooggelegen stuk heide 17) Hoogte in een heide 18) Huidbedekking

In ons gezin zijn we allemaal gezegend met een behoorlijke bos. Gelukkig zijn we ook gezegend met een uitstekende kapster. Een die haar vak verstaat. Een die onze specifieke bossen goed kent. Een die er altijd voor zorgt dat ze twee volledig opgeladen tondeuses heeft als ze de Stegink-mannen gaat knippen. Een die nog een opleiding tot herenkapper heeft gedaan na de op dames gerichte opleiding. Een die al sinds ik kinderen heb aan huis komt. Een kapster die ook nog eens een vriendin is.

Onze kapster is al heel lang onze kapster. De eerste keer dat ze mijn haar knipte was ik twintig. Toen ik tien jaar later ging trouwen bestond er dan ook geen enkele twijfel over wie mijn haar zou doen op de grote dag. Ik ben nog steeds blij dat ze ‘ja’ zei toen ik haar vroeg.
Ze heeft mijn haar gekleurd, gekruld, nogmaals gekleurd en nog maar een keer omdat de kleur steeds spontaan uit mijn haar spoelde. Er is een proefkapsel gemaakt. En ze heeft mijn haar een dag van te voren nogmaals gekleurd.

De grote dag zelf stond ze om acht uur in de woonkamer om mijn haar te doen. Toen ze daarover tevreden was heeft ze mijn make-up gedaan. Ook heeft ze me in mijn jurk geholpen. Toen manlief en ik foto’s lieten maken heeft ze samen met mijn schoonzusje de jongens in de kleren gehesen en ook hun haren in model gebracht. Tot in de laatste uurtjes heeft ze gezorgd dat ik er uitzag zoals ik eruit wilde zien op mijn trouwdag.


Tot twee jaar geleden dacht ik dat dat het liefste was dat ze ooit voor me had gedaan. Tot ik in het ziekenhuis lag en ze plots met mijn jongste zoon aan mijn bed stond. Toen wist ik pas echt wat voor bijzondere vrouw die kapster van ons eigenlijk is. Ik ben heel blij met haar en onze bijzondere vriendschap. En ook nog steeds met mijn bruidskapsel.




maandag 15 mei 2017

De bibberkip, de psychologe van de koude grond en andere ikken

Afgelopen vrijdag mocht ik weer op visite bij de longarts. Even bijbabbelen over het slapen met de cpap en de astma. Zoals altijd kwam hij langs. De door mij gevreesde vraag. “Hoe gaat het nu met u?”
Een aantal jaren zou ik zonder nadenken hebben verteld hoe het op dat moment ging. Goed of slecht, ik nam geen blad voor de mond. Ik zit namelijk niet voor niks bij een arts. Daar hoef ik me niet groot te houden of beter voordoen dan ik me voel. Maar sinds een tijdje merk ik dat ik minder spontaan antwoord geef. Ik twijfel. Helemaal als ik denk dat het best heel aardig gaat.

Het was een vreemde gewaarwording toen ik vrijdag merkte dat ik terughoudend was in het benoemen van de positieve veranderingen die er zijn. Alsof ik met het uitspreken dat het zoveel beter met me gaat de Goden verzoek. Alsof ik het noodlot over me afroep. Alsof ik hoogmoedig ben.
De psychologe van de koude grond in mij kan dat best verklaren. Er zijn de afgelopen jaren nogal wat momenten geweest dat ik me vlak voor het mis ging net weer wat beter begon te voelen.
Nee, dat overdrijf ik. Het is meer dat er enige tijd een stijgende lijn leek te zitten in mijn gezondheid, welbevinden en energie maar dat die in plaats van doorzetten, afboog en langzaam maar zeker weer ging dalen naar een nieuw dieptepunt op die vlakken.

Mijn optimistische ik ergerde zich nogal aan die psychologe en die bibberkip. Die zou juist wel van de daken willen schreeuwen dat nu eindelijk echt ontdekt is waar ik al die jaren al last van heb. Die ik wil aan de slag, dingen ondernemen, eindelijk afvallen, al die dingen die al die tijd zover buiten mijn bereik leken.

Mijn nuchtere ik bekeek al die ikken eens van een afstandje en schudde haar hoofd. Ik ben optimistisch maar wel voorzichtig optimistisch. De wonden van de vorige tegenslagen zijn nog erg voelbaar dus voorzichtig zijn mag. Zelfs bang zijn dat dit nog niet het einde van de gezondheidsellende is mag. Ik mag zelfs boos zijn dat het me nog steeds niet snel genoeg vooruit gaat.
Want als ik echt eerlijk ben tegen mezelf, gaat het gewoon goed. Elke week gaat het beter dan de week ervoor. De stappen zijn klein, maar de schade is ook in lange tijd opgebouwd. Dan kost het herstel ook veel tijd. Ik merk nu pas hoeveel ik niet meer kon, deed of durfde. En ook hoeveel daarvan ik nu wel weer doe.

Dus misschien ben ik er nog lang niet, ik ben heel blij dat ik onderweg ben.

donderdag 11 mei 2017

#WOT 2017 deel 19

Sinister ~ 1) Akelig 2) Donker 3) Dreigend 4) Duister 5) Eng 6) Griezelig 7) Huiveringwekkend 8) Linker 9) Luguber 10) Naargeestig 11) Ongeluk 12) Ongelukkig 13) Ongunstig 14) Onguur 15) Onheil 16) Onheilspellend 17) Ramp 18) Rampspoedig 19) Ruw 20) Schrikwekkend 21) Snood 22) Somber 23) Zeer duister 24) Zeer ongunstig

O wat een heerlijk woord deze week. Ik ben gek op dit woord. Ik vind het er geweldig uit zien. Ik vind de sisklanken bij het uitspreken heerlijk. En ik ben gek op de betekenis. Ja, ik ben bijzonder gek op het woord ‘sinister’.

Hoewel ik wel heel dapper doe kan ik behoorlijk huiveren en griezelen van sinister. Als een tv-serie net iets te sinister wordt kijk ik nog maar met een half oog. Want hoewel ik het doodeng vind of naar of luguber, het intrigeert toch. Ik wil toch wel heel graag weten hoe het afloopt.
Dat gebeurt me ook met boeken. Ik kan me herinneren dat ik ooit eens een boek van Karin Slaughter las waarin een gebeurtenis zo gruwelijk en beeldend was dat ik een hoofdstuk steeds opnieuw moest beginnen omdat mijn hersenen weigerden de beelden die het opriep te processen. Alsof ze niet wilden begrijpen wat ik net gelezen had.


Tot een tijdje geleden schreef ik af en toe verhalen. Deze verhalen hebben ook geregeld een sinister tintje. Ze hebben in ieder geval zelden een happy end. Zelf wijt ik dat aan mijn vermogen alles en iedereen dood te piekeren. Maar misschien ben ik wel meer sinister dan mijn uitstraling doet vermoeden. 

dinsdag 2 mei 2017

#WOT deel 17

Geen ~ 1) Generhande 2) Generlei 3) Grieks achtervoegsel 4) Helemaal niets 5) Hoofdtelwoord 6) Minder dan een 7) Neen 8) Negatie 9) Negatief 10) Niemand 11) Niet 12) Niet één 13) Niets 14) Onbepaald hoofdtelwoord 15) Onbepaald voornaamwoord 16) Ontkennend voornaamwoord 17) Ontkennend telwoord 18) Ontkennend voornaamwoord 19) Ontkenning 20) Telwoord


Zin. Als er iets de laatste tijd ontbrak was het zin. Ik had zo weinig zin dat ik dagenlang twitter afgesloten heb gehad, nauwelijks mijn facebook opende en zelfs mijn mail negeerde. Ik had even meer dan genoeg aan mijn eigen leven en geen zin me te verdiepen in een buitenwereld.

Soms heb ik dat. Dan ligt mijn gezondheid dwars. Of een van de pubers. Of de auto kost net iets meer dan begroot. Of ik verpest een net gemaakte sjaal in de was. Of al bovenstaande in een weekend.
Dan sla ik emotioneel op tilt en wil me even afsluiten voor alles en iedereen.

De volgende dagen kijk ik geen nieuws, lees geen krant, begeef me niet of nauwelijks op sociale media. Net zo lang tot ik me ga vervelen. En als ik dan doelloos door het huis banjer weet ik dat ik er weer ben. Misschien nog niet helemaal fris en fruitig maar ik ben weer net een beetje meer blij met mezelf dan daarvoor.