maandag 6 juni 2016

Stress en andere vervelende zaken

Stress, een veel gebruikt woord. Allemaal ervaren we wel eens stress. Soms wat meer, soms wat minder. Soms maar kort, af en toe langduriger. Voor sommigen is het een woord voor wat spanning en een volle agenda. Voor anderen is het meer een gevoel van onder druk staan en (te) veel moeten.
De afgelopen weken heb ik zeer veel stress ervaren. En dan die stress van de tweede soort. Het is allemaal al veel langer geleden maar plots kwamen een aantal dingen samen en begon mijn lijf te reageren.

Het begon met een knagend gevoel dat er iets niet klopte in de afhandeling van de gespreksverslagen van jongste en middelste. Het duurde allemaal te lang. De keukentafelgesprekken hadden al in december plaats gevonden maar doordat het logeerhuis dicht ging en we eerst nieuwe opvang schenen te moeten hebben voor de verslagen konden worden ondertekend en de beschikkingen afgegeven had het al even geduurd voor we ze eindelijk kregen. Vooral ook omdat er met het verzenden iets fout was gegaan, de verslagen daarna spoorloos verdwenen zijn in de post en de hele boel opnieuw moest worden verstuurd.
Toen ik ze in april onder ogen kreeg gingen meteen alle alarmbellen af. Dit was fout gegaan. Ondanks dat er ons steeds was voorgehouden dat we de zorg die we hadden ongeveer behielden stond er echt dat we 12 logeerweekenden per jaar kregen. Een per maand. Maar we hadden een etmaal per week. Ja, rijkelijk veel maar van die extra dagen bekostigden we het logeren en de extra dagopvang in vakanties. En ja, die hebben we nodig. Manlief kan nou eenmaal niet elke nachtdienst in een vakantie vrij krijgen, middelste gaat zich thuis vervelen en gaat dan anderen lastig vallen en ook jongste vliegt na twee weken tegen de muren op.
Ik heb direct gebeld en de situatie voorgelegd. Ook de case-manager besefte dat er iets niet goed was gegaan in de communicatie. Ze zou het aanpassen en nadat het wederom was voorgelegd aan haar baas zouden de nieuwe verslagen onze kant weer op komen. Maar ze kwamen niet.

In eerste instantie wilde ik geen zeurmens zijn. Ze had gezegd dat het geregeld ging worden. Ik hoefde me geen zorgen te maken want het werd aangepast. Paniek was niet nodig want alles kwam goed.
Toen kwam de hoofdpijn. Zo’n zeurende. Zo’n vervelende hoofdpijn die je kan hebben als je iets moet doen waar je tegen op ziet. Zo’n spanningshoofdpijn. En ik wist meteen wat daarvan de oorzaak was. Die verrekte gespreksverslagen. En dus deed ik verstandig. Ik ondernam zo snel mogelijk actie.
Dat viel tegen. Het heeft ruim een week geduurd voordat ik de case-manager aan de telefoon kreeg. Ik vertelde dat we nog steeds geen nieuwe verslagen hadden ontvangen. Ze reageerde verrast. Ze waren al een paar weken geleden verzonden. Ze had het al zo vreemd gevonden dat we maar niet reageerden. Ze beloofde ze zo spoedig mogelijk opnieuw toe te sturen.
Ze hield woord. Twee dagen later waren de verslagen, met aangepast aantal weekenden, in huis. Ze zijn dezelfde dag nog ondertekend retour gegaan.
Nu dat afgehandeld was kon ik de andere stress die zich in mijn lijf had genesteld los laten. Een gemeen soort stress. Een soort wat zich manifesteert in mijn darmen. De stress van de machteloosheid. Maar ik was niet langer machteloos, dus die stress zou ook weg gaan. Dacht ik.

Een dag na het terug sturen van de verslagen werd ik door de gemeente gebeld. Dit keer door de andere case-manager, die van oudste. Oudste liep in februari tegen een aantal dingen aan en er werd geadviseerd ondersteuning aan te vragen. In april hadden we alles rond en kreeg ik van zijn casemanager een aantal namen van instanties die de hulp konden bieden die wij voor oudste zochten. In overleg met oudste kozen wij een instantie uit, gaven dit door aan de casemanager. Kregen groen licht en ik heb hem aangemeld. Ik kreeg een paar dagen later een bevestigingsbrief met daarin de boodschap dat ze zeer binnenkort contact op zouden nemen voor een afspraak. Dat gebeurde enkel maar niet. Afgeleid als ik was door de perikelen rond de zorg van de andere kinderen verdween de onrust daarover een beetje naar de achtergrond maar nu dat was opgelost wist ik dat ik daar ook even achteraan moest bellen. Maar dat hoefde dus al niet meer. De instantie had al met de gemeente gebeld.
De instantie had inderdaad de aanmelding binnen gekregen en bevestigd. Ze hadden zelfs al de beschikking van de gemeente binnen maar toen ze de afspraak wilden inplannen stuitten ze op een probleem. Het budgetplafond was bereikt. In mei, het budgetplafond bereikt. Ze konden dus helaas niets voor deze jongeman betekenen.

Ik was even helemaal stil. En toen werd ik nog even stiller. Met zoveel moeite en zorgvuldigheid hadden we gezocht en we dachten dat we het hadden gevonden. En toen kwam bureaucratie en geld voorbij. En nu? Wat moesten we dan nu?
Ik voelde de moed in mijn schoenen zinken. Ik was de afgelopen maanden al zo intensief bezig geweest met zorg zoeken, zorg vinden, zorggeld vragen, zorg proberen te regelen. En het ging al zo moeizaam. Ik had gedacht dat we dat stuk voorlopig konden afsluiten en nu moest ik weer opnieuw beginnen met zoeken?
Ik ben nog steeds blij dat de casemanager van oudste vrijwel direct aanbood zelf zorg te gaan zoeken en dan eerst het budgetplafond checken voor ze ons met elkaar in contact brengt. Maar de stress had al toegeslagen. De stress van de machteloosheid.


Het heeft een poos geduurd. Ik heb me op mijn blog even een flink stuk minder laten zien. Ik heb bewust een beetje afstand genomen van sociale media. Om met de woorden van een dierbare vriendin te spreken heb ik mij een tijdje verschanst in mijn tipi. En het heeft geholpen. De buikpijn is zo goed als weg. De darmen functioneren bijna naar behoren. De hoofdpijn is weg. Nu alleen nog een paar nachten lekker slapen en het leed is weer geleden. Ik ben we weer.