Het is ongeveer acht jaar geleden dat we hulpverleningsland
binnen stapten. Na jaren van moeite, grote inzet, vechtlust en eigenwijsheid
waren we tot de conclusie gekomen dat het zo niet verder kon. Ons gezin, onze
kinderen en wijzelf dreigden ten onder te gaan. Wij hadden hulp nodig. Waar het
opgroeien door en opvoeden van kinderen bij anderen vanzelf leek te gaan,
kostte het ons al de grootste moeite een middag zonder ruzie, vechtpartijen en
ontploffende kinderen door te komen, laat staan een dag. En de dagen duurden
lang bij ons thuis, want geen van de kinderen ging ’s avonds slapen en twee van
de kinderen werden ’s nachts geregeld wakker. Wij liepen op ons tandvlees en
zagen geen andere uitweg meer dan om professionele hulpverlening vragen.
Het was geen makkelijke stap. Ik schaamde me. Ik voelde mij
een slechte moeder. Ik faalde. Want wie kan nou zijn kinderen niet in bed
krijgen en houden? Wat voor moeder weet niet hoe het kan dat haar kinderen op
straat lopen terwijl de voordeur, achterdeur en poort op slot zitten? Wat voor
ouder kan niet voorkomen dat kinderen autosleutels pakken en de auto starten?
Wat voor moeder is er bang voor haar eigen vijfjarige zoon? Maar tegelijkertijd
wist ik zeker dat we deze stap moesten zetten om erger te voorkomen. Want mijn
wanhoop was zo groot geworden dat ik mijzelf af en toe niet meer vertrouwde bij
de kinderen in de buurt. Tot nu toe was het me gelukt op tijd weg te lopen,
maar hoe lang zou het nog duren voor de wanhoop, de vermoeidheid en de
moedeloosheid me dingen zou laten doen waar ik spijt van zou krijgen?
Het was de tijd van de wachtlijsten. Hoewel we particulier
binnen een aantal weken een goede, stevig onderbouwde diagnose hadden
stagneerde de hulpverlening. Voor ons nog zoveel wachtenden. Voor ons mensen
die nog langer dan wij in wanhoop hadden geleefd. Voor ons mensen die in een
situatie zaten die als zorgwekkender werd gezien dan de onze.
Weer wankelde mijn zelfvertrouwen. Ik stelde mij vast aan,
ik zeurde, mijn kinderen gaven geen problemen, ik kon gewoon niet opvoeden. En
ik hield mijn mond over hoe ernstig de situatie echt was. Ik vertelde niet dat
ik bang was voor mijn eigen kind. Ik vertelde niet dat ik ’s morgens niet wilde
opstaan omdat de dag dan zo lang zou duren. Ik zei niets over de agressie van
de middelste, de woede-uitbarstingen van de oudste. Ik zweeg over nachtelijk gehuil
van de jongste. Tot het moment dat ik bijna brak. Heel zachtjes en heel
voorzichtig fluisterde ik wat mensen toe dat ik de wanhoop van mensen die hun
kinderen mishandelden begreep. En plots stonden we wel bovenaan de wachtlijst.
Geen moment te vroeg. Eigenlijk vele momenten te laat.
De hulpverlening kwam goed op gang. Hoewel het echt niet
altijd vlekkeloos verliep en ik zeer zeker meningsverschillen heb gehad, hielp
het ons overeind te krabbelen. En na enige tijd durfden we weer een beetje op
ons zelf te vertrouwen. Ik leerde dat ik mijn kinderen heel goed ken en leerde
daar op te vertrouwen. Ik leerde wat ik kon doen met de dingen waar zij
tegenaan liepen, hoe ik ze kan begeleiden, wat tot kortsluiting kan leiden en
wat ik kan doen om de schade van kortsluiting te beperken.
En na zeven zeer intensieve jaren durf ik te zien dat het
goed gaat. Wij als gezin zijn verder gekomen dan ik ooit had durven hopen. Mijn
kinderen hebben obstakels overwonnen die ‘normale’ volwassenen niet langskomen.
Ze hebben zich goed ontwikkeld. Zo goed dat twee van hen naar regulier
onderwijs over gaan. Maar zonder professionele hulpverlening en speciaal
onderwijs hadden we het niet gered.
Dankzij de hulpverlening kregen we inzicht in de dingen waar
onze jongens tegenaan liepen. Ik leerde begrijpen wat zo’n obstakel voor hen
betekende. Ik kreeg handvatten om onze levens zo in te richten dat het iedereen
houvast gaf. En ik leerde vooral wanneer ik welk instrument moest inzetten.
Toen de basis goed was, maar er struikelblokken bleven, zijn we begeleid in de
keuze voor medicatie. Onze waarnemingen en ervaringen waren daarin leidraad.
Kortom, wij hebben het getroffen met de professionaliteit en
kwaliteit van de hulpverlening. Hierdoor is de drempel om toe te geven dat er
veel mis was in ons huis ernstig verlaagd. Deze mensen twijfelden namelijk niet
aan onze liefde, onze inzet en onze intentie. Deze mensen begrepen hoe lastig
het is om drie jongens met een gedrag- en ontwikkelingsstoornis op te voeden. Om
dag in, dag uit, 24 uur per dag, zeven dagen per week, bezig te zijn met het
hele gezin en huishouden in goede banen te leiden. Hoeveel energie het vreet om
steeds weer tegen vooroordelen, meningen en afkeuring op te lopen. Om te
blijven vechten voor een goede toekomst.
Nooit ben ik vergeten hoe diep ik moest vallen voor ik
durfde te vragen om hulp. Nooit ben ik vergeten hoe ik me schaamde en daarom
onze gezinssituatie bagatelliseerde. Nooit ben ik vergeten dat ik door de
afkeuring die ik voelde de mensen in mijn omgeving niet meer recht in de ogen
durfde te kijken. En nooit ben ik vergeten wat voor wereld er open ging toen
het gedrag van mijn jongens kon worden verklaard vanuit een diagnose.
En nu wil men de hulpverlening meer toe vertrouwen aan
diezelfde omgeving. Nu moet er eerder tot hulpverlening komen, dus voordat je
aan jezelf kunt toegeven dat je het niet alleen meer kan. Nu wil men dat er
minder snel een beroep wordt gedaan op professionele, want dure, hulpverlening.
En oja, men wil vooral dat er niet meer benoemd wordt wat de problemen zou
kunnen veroorzaken want dat is etiketten plakken. Opvoedproblemen horen
namelijk niet thuis in de medische wereld.
En nog vinden mensen het vreemd dat je je zorgen maakt over
de transitie van de jeugdzorg.
Dit stuk heb ik geschreven naar aanleiding van de transitie jeugdzorg. Hoe mooi het ook klinkt, het willen voorkomen dat kinderen in een hokje worden geplaatst en er wordt gekeken vanuit beperking ipv mogelijkheid, is er nog steeds grote onduidelijkheid wie nu eigenlijk gaat kijken of een kind naar een kinderpsychiater mag, wanneer er wel gaat worden gekeken naar een mogelijke diagnose en wie dat dan mag gaan onderzoeken. Als moeder van drie zonen met gezamenlijk zeven etiketten durf ik te zeggen dat wordt overschat hoe makkelijk mensen om hulp vragen, met hun kinderen naar hulpverlening gaan en hun kinderen vol stoppen met medicijnen, een beeld wat nu toch geregeld naar voren komt.
Natuurlijk wordt er ook hier misbruik gemaakt van de zorg, wordt er gefraudeerd en wordt er geld over de balk gesmeten, maar tegelijkertijd met het aanpakken van verkwisting wil men zeer veel kennis en expertise overboord gooien.En uit ervaring weet ik dat veel van deze kennis niet via boekjes te verkrijgen is.