Astrantig = 1) Onbeschroomd 2) Zelfverzekerd 3) Brutaal 4) Vrijpostig
Een poosje geleden trakteerde Ali ons voor de #wot op
het woord ‘astrantig’. Ik had geen flauw idee waar ze het over had. Gelukkig
legde ze de betekenis en waar ze het had gevonden uit in het begeleidende blog.
Astrantig is een zeer archaïsch woord om een zelfverzekerd, enigszins brutaal
iemand aan te duiden en kwam uit een oude druk van ‘Ciske de Rat’ die ze aan
het herlezen was.
Ik had er nog nooit van gehoord en dat gebeurt me niet
heel vaak met oudere Nederlandse woorden. Ik heb met nieuwe, hippe en moderne
woorden wel geregeld dat ik even flink moet knipperen voor ik een mogelijke
betekenis heb bedacht of herleid, maar omdat ik erg kan genieten van archaïsch,
enigszins formeel taalgebruik ben ik daar redelijk in thuis.
Wie geniet er nou niet van woorden als rapalje of
lommerrijk. Of van nooddruftig of vestibule. Ook fiducie behoort voor mij tot
die categorie.
Op facebook volg ik de groep “Vereniging ter bevordering
van het gebruik van het bedreigde NL woord”. Een bron van inspiratie voor
woordfanaten als ik. Even scrollen en je bent zo weer tien woorden tegengekomen
waarvan je weet dat je ze al heel lang niet meer gebruikt maar tot dat moment
niet wist dat je ze miste.
En soms, heel stiekem gebruik ik dan één van die bedreigde
woorden in een verhaal of gesprek. Liefst zo terloops mogelijk. Alsof het
gebruiken van dat ene woord nog altijd de normaalste zaak van de wereld is. Is dat
niet astrantig van mij?