Ontsnapping ~ 1) Evasie 2) Échappement 3) Ontvluchting 4) Ontwijking 5) Ontkoming 6) Relaxatie 7) Uitbreken 8) Uitvlucht 9) Uitbraak 10) Vlucht 11) Zo komt een wielrenner uit de gevangenis (crypt.)
Zo af en toe overvalt het me, het gevoel niet te willen zijn
waar ik me op dat moment bevind. En eigenlijk altijd vanuit het grote niets. Ik
leid gewoon mijn alledaagse leventje, hang een was op, doe wat boodschappen,
kook het eten en dan plots komt er een innerlijke onrust opzetten. Ik voel mij
gevangen in burgerlijkheid. Ik voel mij
geketend door mijn omstandigheden. Ik voel mij aan banden gelegd door de
consequenties van mijn keuzes. En dan vooral als die consequenties
schoolvakantie hebben.
Begrijp me niet verkeerd, ik heb geen spijt van mijn keuzes.
Ik aanvaard alle consequenties in liefde. Maar als de kinderen vakantie hebben
is mijn leven zeer eenduidig. Ik ben moeder, verzorger, bemiddelaar, rechter en
beul, regelgever en mantelzorger. Er is
geen tijd of ruimte voor mijn eigen dingen. Tijd (en vooral rust) om te
schrijven heb ik niet. Zo ben ik dit blog ik vanochtend al begonnen, maar ik
werd nogal eens onderbroken zodat ik nu pas tijd heb het af te schrijven. Het
blog wat ik een paar dagen geleden plaatste heb ik midden in de nacht
geschreven. Geen tijd om te schrijven benauwd me. En dan is er natuurlijk ook
nog een chronisch gebrek aan persoonlijke ruimte.
Na een aantal weken begint dit alles me op te breken. Ik
word wat kribbig, krijg wat meer moeite met slapen en ervaar steeds meer
innerlijke onrust. En op een gegeven moment wil ik niks anders meer dan weg.
Weg uit het huis. Weg bij de kinderen. Weg uit mijn leven.
Gelukkig is er altijd wel een ontsnapping. Even bij een
vriendin langs, als manlief thuis komt van zijn werk alleen de stad in en niet
te vergeten, stappen op donderdag Meppeldag. Even weg uit het benauwende
keurslijf. Even de moederrol afleggen. Even niets anders zijn dan Cindy.
Dat en elke dag een halfuurtje waarin mama even niet mag worden
gestoord helpt me de vakanties door.
Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen, laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden terugvinden, check hier! Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat anderen je blog kunnen lezen en reageren.
Enige weken geleden gingen manlief en ik een avondje naar Carré
met Theo en Sandra. Het dreigde mooi weer te worden en dus een dag van tevoren werd besloten van een
avondje Carré een dagje Amsterdam te maken. Een middagje struinen op de Albert
Cuyp, een terrasje pikken, een lekker hapje eten en dan ’s avonds Herman van
Veen bewonderen. Prima plan!
Zaterdagochtend gingen we goed voorbereid op weg. De tank
vol, de blaas leeg en wat te bikken voor onderweg. Alles om voorbij Zwolle maar
niet bij een tankstation te hoeven stoppen. Want natuurlijk weet iedereen in
het Oosten dat voorbij Zwolle de randstad begint, dat daar enkel nog
Westerlingen wonen en ze daar westerse prijzen, fratsen en bekken hebben.
Allemaal dingen waar je niet zomaar aan blootgesteld wilt worden.
De heenreis verliep voorspoedig. Toen we een tijdje onderweg
waren kregen we bericht dat Theo en Sandra ook in de auto zaten en de Tomtom
goed ingesteld hadden gekregen, er kon eigenlijk niks meer mis gaan. Natuurlijk
was dat te optimistisch gedacht.
Vlak voor de afslag naar de P+R-plaats bij een stadion van
een niet nader te noemen voetbalclub kreeg ik plots een berichtje “P+R-plaats
dicht!” Helaas reden we net de invoegstrook naar de parkeergarage op en was er
geen doorrijden meer aan. We besloten onze auto neer te zetten en aan
parkeerbeheer te vragen waar we nu naar toe konden. Vijf minuten later reden we
een euro lichter en wat informatie rijker de parkeergarage weer uit. Er scheen ‘s avonds
een concert te zijn van een of ander Amerikaans ouwelullenbandje(Toto) en daar
werden veel mensen verwacht dus werd het P+R-gedeelte afgesloten. We konden
uitwijken naar Olympisch Stadion, maar die was volgens de laatste berichten vol
dus konden we beter naar Zeeburg rijden. Zeeburg een zou wel al vol zijn,maar
Zeeburg twee was nog nagenoeg leeg. Al navigerend (lang leve google maps)
berichtte ik de andere mensen van ons reisgezelschap. We spraken af elkaar te
ontmoeten op Zeeburg twee.
Enkele minuten later kreeg ik het bericht “Jullie zijn er
bijna” Spiedend keek ik om me heen.Maar nergens zag ik het bekende knalroze
autootje. Ik berichtte terug “waar is jullie roze blikkie dan?” Het antwoord
was verhelderend. Ze waren vandaag met het blauwe autootje! Wat mij frappeerde
was dat ze onze auto hadden herkend. Ik bedoel, deze mensen staan er om bekend
hun eigen auto maar nauwelijks te herkennen op een volle parkeerplaats. Ik
kreeg dan ook hele visioenen van hun gesprek.
-He daar rijden Paul en Cindy!
-Waar?
-Daar. Ze hebben toch zo’n blauwe auto?
-Oh ja? Dat weet ik eigenlijk niet.
-Ja, dat zijn ze hoor.
-Weet je het zeker?
-Ja joh, dat moeten ze wel zijn. Zo’n kleine rooie en
daarnaast zo’n lange met een kuif. Dat zijn ze hoor!
Afijn, ik dwaal af. We arriveerden dus ongeveer tegelijkertijd
op Zeeburg Twee. Na enig onderzoek bleek dat we vanaf Zeeburg Een met de tram
naar de stad konden. We begonnen te lopen. Na nog een vloekpartij omdat het
toiletgebouw buiten gebruik was, stapten we in de tram naar C.S. Daar
aangekomen ging ik naarstig op zoek naar een werkend toilet (ik was toch al
minstens twee uur niet geweest) en de rest ging proberen uit te vogelen hoe we
op de Albert Cuyp moesten komen. En verhip, toen ik met een lege blaas terug
kwam huppelen waren ze er al achter.
Er volgde een leuke slenterpartij langs diverse kraampjes en
stalletjes, waarbij Sandra en ik de meest geweldige creaties, tassen, leesbrillen
en jurken zagen en de heren een beetje verveeld achter ons aan draafden. Een
echt winkelmiddagje zeg maar. Hun opluchting dat we na de markt vooral nog zin
hadden om ons op een terrasje te vleien was dan ook groot.
Na een knap staaltje navigeren van Theo en Sandra en een nog knapper staaltje navigatie negeren van manlief en mij kwamen we bij een terras tegenover
het Amstel-hotel. De koffie was er lekker, het zonnetje zeer aangenaam en het
uitzicht niet vervelend. En toch klopte er iets niets. Op een paar amechtig op
een dranghek hangende fans van Barbra Streisand na, hadden we helemaal geen
gekkies gezien. Niet een vreemde vogel. Niet een opzichtig of opvallend
persoon. En dat was opvallend.
Iedereen die wel eens
met Theo op pad is geweest weet dat hij een gekkies-magneet is. Hij verzeilt
altijd in een situatie met een minder normaal persoon. Het lijkt er verdacht veel op dat ze met busladingen achter
hem aan reizen. Behalve vandaag dan. Zouden ze gedacht hebben dat Amsterdam
zijn eigen voorraad paradijsvogels had? Echt druk maakte ik me er niet om. We
zaten midden in Amsterdam en elke provinciaal weet dat het daar stikt van de
gekkies. We zouden er vast nog wel een tegenkomen.
Maar de gekkies lieten op zich wachten. Tijdens een
wandeling langs de Amstel kwamen we enkel toeristen tegen. Bij het eten zagen
we enkel wat poeners (volk dat geld heeft en dat graag laat weten) voorbij
komen en in Carré het publiek wat je eigenlijk wel bij een voorstelling van
Herman van Veen verwacht. En toen gingen we met de tram van Carré naar centraal
station.
Toen de tram bij het goedgevulde perron aankwam was hij al
aardig vol. Een snelle blik na het instappen vertelde ons dat er geen
zitplaatsen meer vrij waren en we besloten met zijn vieren op de aangewezen
staanplaatsen te blijven. Toen de tram vertrok bleek dat we midden in een
gesprek tussen een vrouwenstem achter Theo en een mannenstem anderhalve meter
links van mij te staan. De vrouwenstem was er zo een die je je indenkt als je
aan een Amsterdams oud viswijf denkt. De mannenstem was er een van een
beschonken watje wat zich niet langer door vrouwen op de kop wil laten zitten.
‘Ja, het was best gezellig zo met jou’, klonk het vanachter
Theo.
‘Ja he’, antwoordde de stem links van mij.
‘Ja best gezellig
hoor, maar nu is het al laat he’, kwam er achter Theo’s rug vandaan.
‘Ja behoorlijk laat. Zal ik je zo effe naar huis lopen?’,
klonk de mannenstem.
‘Waarom zou je dat doen? Dat is helemaal niet nodig. Het was
gezellig en daar blijft het bij!’, bitste de vrouw.
‘En waarom zou ik niet effe met je meelopen? Dat kan toch
wel?’ sprak de man gepikeerd.
We keken elkaar eens aan en probeerden om beurten een glimp
op te vangen van de gesprekspartners maar veel meer dan een rollator bij de
vrouwenstem en een lichtgekleurd jasje met daarin een in elkaar gedoken persoon
ontdekte ik niet. Ondertussen was de toon van het gesprek tussen beiden een
stuk minder gezellig geworden. Er werd wat over en weer gemopperd en gefoeterd,
waarna er een ijskoud zwijgen van beide kanten volgden. Enigszins smoezend
bespraken we met elkaar waar we nou getuige van waren. Een niet echtelijke
ruzie, een misverstandje tussen drinkemaatjes, een blauwtje of was er nog iets
anders aan de hand? Echt hardop durfden we niet te praten omdat alles luid
klonk in het met ijzige stilte gevulde tramstel. Gelukkig waren we al bijna bij
centraal station. Plots klonk daar weer de vrouwenstem: ‘Ach weet je wat, loop
mij maar effies naar huis. Drinken we eerst nog wat in het café en dan breng je
me netjes thuis.’
Ik keek even snel
naar links en zag daar het lichtgekleurde jasje zich opgelucht oprichten. Het
mannetje, groot was hij zeker niet, stond op. We bleken bij de halte te zijn. We
stapten uit de tram en konden het geen van vieren laten om te kijken wat voor
mensen bij dit gesprek hoorden. Ik ving
nog net een glimp op van een mopperend vrouwtje achter een rollator met naast
haar een iel mannetje wat druk en bezorgd kijkend bezig was de rollator over de
tramrails te tillen. En de mooiste korte
broek ik ooit gezien heb met de pijpje fladderend
in de wind om twee knokige beentjes. Gelukkig wist ik al waar het toilet in de
buurt van het centraal station was.
Hoewel ik redelijk naïef ben en in sprookjes geloof, sta ik
ook stevig met beide voeten verankerd in de Hollandse zandgrond. Goeroes hebben
het bij mij dan ook niet makkelijk. Ik neem namelijk niet snel iets voetstoots
aan. Ervaringen uit het verleden hebben mij geleerd dat hoe mooi iets ook mag
klinken, ik niet alles klakkeloos aan neem maar goed nadenk welk deel voor mij
bruikbaar is.Ik ben dan ook de nachtmerrie van diverse hulpverleners.
Al diverse keren heeft mijn nuchtere kijk op zaken mij in
conflict gebracht met goedbedoelende hulpverleners. Zo vond ik het grote onzin
mijn jongste kind medisch te laten onderzoeken op een mogelijk fysieke oorzaak
van zijn broekplassen terwijl het voor mij zo klaar als een klontje was dat het
een fysieke reactie was op angst. Een mening die ook nog eens was onderschreven
door de psychiater van het behandelteam. De hulpverlener in kwestie probeerde
mij op alle mogelijke manieren te overtuigen dat haar visie beter was dan die
van mij en dat ik mijn kind te kort deed door het niet door allerlei medische
procedures te slepen. Ze ging daarin zover dat ik mij gekleineerd voelde. En
zodra dat gebeurt word ik een heel naar mens. Met moeite kon ik mij beheersen maar
de eerst volgende sessie met de systeemtherapeut van het behandelteam heb ik
zeer duidelijk gemaakt dat ik er niet van gediend was zo te worden behandeld,
dat ik zeker niet van plan was mijn kind nog meer stress en spanning te laten
ervaren omdat zij een andere mening had dan een psychiater en dat ik weigerde
er nog een woord aan vuil te maken. Sinds die dag was haar hartelijke houding
tegenover mij verdwenen.
Tijdenlang heb ik mij zwaar beroerd gevoeld door dit
voorval. Tot ik anderhalf jaar later weer met dit behandelteam te maken kreeg. Al
vanaf het eerste contact heb ik duidelijk aangegeven dat het behandeltraject
loodzwaar is voor zowel kind als gezin en dat ik duidelijke grenzen wilde
stellen om ons gezin zo goed mogelijk door deze periode heen te helpen. Ik gaf
direct aan dat we niet aan alle onderdelen van het behandeltraject zouden
meedoen. Zo had ik absoluut geen trek in de ouderavonden. Deze avonden worden
vooral gebruikt om psycho-educatie te geven. Daar hadden we er al meerdere van
gehad, het was ook een groot onderdeel van de gezinsbegeleiding die we hadden
gehad en door veel zelf te lezen en ervaringen uit te wisselen was mijn kennis
op dit gebied zeer groot. Het zou verspilde energie zijn en als ik iets geleerd
had in de jaren daarvoor was dat ik dat ik die energie hard nodig had om ons
gezin draaiende te houden.
Na enkele weken begon een behandelaar ons aan te spreken op
deze keuze. Eigenlijk waren de ouderavonden verplicht, we konden niet zomaar
een beetje hulpverlening shoppen, anderen
konden zoveel van ons leren en ons kind zou het vervelend kunnen vinden dat we
er niet heen gingen. Toen die laatste kaart werd gespeeld werd ik kwaad. Dit
was geen argument, hier werd de schuldgevoel-kaart doelbewust ingezet. Het
spreekt voor zich dat ik uiteindelijk op geen enkele ouderavond ben geweest.
De behandelaar kon onze keuze dus niet erg waarderen.We moesten niet denken dat we konden hulpverlening shoppen. Voor
hem was het duidelijk, het traject bestond uit A, B, C en D dus dat moest
gevolgd worden. . Zo ook het vaste onderdeel gezinsbehandeling. Zonder af te
willen doen aan de deskundigheid en kennis van hulpverleners zagen wij dit
onderdeel ook al niet zitten. Er waren al zoveel hulpverleners geweest die
hadden aangegeven ons hierbij niet verder te kunnen helpen omdat hun kennis
niet ver genoeg reikte. De interactie binnen ons gezin is ‘te uniek’ en ‘complex’.
Alle instrumenten waren ons al aangereikt, meer adviezen hadden ze niet meer. Toen
wij onze twijfels met deze ondersteunende argumenten voorlegden aan de
behandelaar schoot hem dat overduidelijk in het verkeerde keelgat. We moesten
maar gewoon met het hele gezin komen en dan zou hij wel eens zien wat hij kon
doen. Tja, als iemand het dan per se
zelf wil, dan moet hij het maar zelf weten. En dus togen wij met alle jongens
naar de behandelaar. Er was een uur ingepland voor een observatie en gesprek
maar al na een half uur stond de behandelaar op. Conclusie? De interactie was
zo heftig dat hij er geen vat op had en wij instrumenten die hij zou kunnen
aanreiken al in handen.
Hiermee was de kous nog niet helemaal af, zijn voorlopige
eindrapportage is door ons afgekeurd omdat we vonden dat we negatief en onwillig werden afgeschilderd.
Hij heeft dus zijn eindrapportage opnieuw mogen formuleren. Sindsdien groet hij
toch echt een stuk minder hartelijk.
Ik geloof niet in een waarheid. Ook denk ik niet dat er maar
een juiste weg is om te gaan of een manier om dingen te zien. Zo vastomlijnd en
rechtlijnig is het leven nou eenmaal niet. En dus zou ik het zelf ook niet goed
doen als goeroe. Gelukkig maar.
Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen, laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden terugvinden, check hier! Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat anderen je blog kunnen lezen en reageren.
Zomaar een stuk tekst
wat mij al zolang ik mij kan herinneren het hoofd binnen schiet en er dan
vervolgend uren zichzelf blijft herhalen.
Velen van jullie zullen
het stuk tekst herkennen als een passage uit ‘Vanmorgen vloog ze nog’ Een stuk pure kleinkunst. Hoe ik het heb
leren kennen weet ik niet meer. Ik weet enkel nog dat ik nog erg jong was en
dat vooral het bovenstaande stuk tekst indruk op mij maakte. Want zo voelde ik
dat. Het leek me heerlijk te kunnen schrijven. En niet zomaar schrijven. Nee,
iets zo verwoorden dat de lezer exact snapt welk gevoel je wilt overbrengen.
Een flink aantal jaren
schrijf ik inderdaad. Al mijn blogs en verhalen hebben dezelfde intentie, het
overbrengen van een gevoel. Het in woorden vangen van een emotie. Het delen van
een sfeer of gemoedstoestand.
Gisteren schreef ik een
blog over een klein meisje wat ik ken. Hoe ik haar zie. Hoe ik mij over haar
kan verwonderen. Al bij de laatste punt was ik tevreden. Ik had het idee dat ik
mijn intenties en gevoelens goed in woorden had gevangen. Pas bij het lezen van
de reacties kreeg ik door hoe goed het me was gelukt. En meteen weer zat de
bovenstaande tekst in mijn hoofd.
Het blog van gisteren
bevestigt voor mij de waarheid van die woorden. En ik realiseer me dat ik kan
wat ik zolang heb gewenst. Ik kan verwoorden wat ik voel. En ja, dat is
heerlijk!
Mijn vriendin heeft een
dochtertje wat eind volgende maand drie wordt. Een klein blond plaatje. En het
is maar goed ook dat ze wat klein is, anders zou je zo maar kunnen denken dat
dit meisje een kleutertje is. Ze is namelijk een beetje snel in haar ontwikkeling,
een beetje een wijsneusje. Ze liep al
voor haar eerste verjaardag, is een heel eind op dreef met zindelijk worden, praat
al tijdenlang voor iedereen verstaanbaar en in volle zinnen en kan een volledig
fantasieverhaal spelen. Dingen die normaal geassocieerd worden met kinderen die
rond de vier jaar zijn.
Natuurlijk is het fantastisch
om van een afstandje te zien hoe zo’n meisje van baby’tje naar basisschoolkind
transformeert, maar soms gaat dit hummeltje wel erg snel.
Vanmorgen las ik, tot mijn
grote verbazing, dat het hummeltje zonder zijwieltjes kan fietsen. Hoewel ik
enerzijds gloeide van trots op dit kleine, wilskrachtige ding, bekroop mij ook
een verwondering. Wat gaat dit meisje hard. Wat wordt ze toch snel groot. Bijna
alsof ze haast heeft het kind zijn achter zich te laten en volop in de grotemensenwereld
mee te gaan draaien.
Ik keek naar de foto
bij het bericht en vroeg mij af waarom ze toch zo’n haast heeft. Ze is nog zo
ontzettend jong. Wat heeft het leven voor groots en meeslepends voor haar in
petto dat ze bijna niet kan wachten tot het zover is? Is ze voorbestemd een
verandering te zijn? Is het haar lot al snel een grootheid te worden? Is er een
meer duistere reden voor haar haast? Waarom rent ze toch zo hard door alle
fases en mijlpalen heen? Wat weet dit betoverende wezentje wat wij niet weten?
Maar misschien is deze
hele hinkstapsprong-techniek wel van voorbijgaande aard. Misschien is ze nu wel
heel snel omdat ze zich helemaal niet thuis voelt in deze afhankelijke fase.
Misschien is ze zo’n sterk individu dat ze zich zo snel mogelijk onafhankelijk
maakt om dan later in alle vrijheid te kunnen kiezen voor afhankelijkheid.
Ik hoop vooral dat ze
in al haar haast niet vergeet kind te zijn, zodat ze in haar groots en
meeslepende leven, in ieder geval als een klein kind kan genieten.
Mijlpaal ~ 1) Afsluiting van een tijdperk 2) Belangrijke gebeurtenis 3) Feit dat een tijdperk afsluit (crypt.) 4) Gewichtig feit dat een tijdperk afsluit 5) Gedenkwaardig feit 6) Gewichtig feit 7) Gewichtige gebeurtenis die een tijdvak afsluit 8) Historische gebeurtenis die de afstand aangeeft (crypt.) 9) Kaap
Al sinds ik blog, schrijf ik over de mijlpalen in mijn
leven. Vaak zijn dit mijlpalen die met mijn kinderen te maken hebben. De
overgang naar speciaal onderwijs, de overgang van basisschool naar voortgezet
onderwijs, het halen van een zwemdiploma, goed nieuws krijgen van een
orthopeed. Als moeder omarm je deze kleine en grote stappen in het leven van je
kinderen. Ze voelen als persoonlijke mijlpalen. Maar uiteindelijk zijn ze dat
niet. Hoewel ze zeer zeker ook mijn leven beïnvloeden zijn het mijlpalen in de
levens van de jongens.
Wat zijn dan de mijlpalen in mijn leven? Natuurlijk de dag
waarop manlief en ik een relatie begonnen.
Het kopen van ons eerste huis. De geboorte van onze zonen. Maar ook minder
mooie momenten zoals mijn ziekenhuisopname en de daaropvolgende diagnose van
het hebben van een chronische ziekte, de paniekaanvallen die ik heb gehad, de
diagnosetrajecten van de jongens en meest recent de brand en de daarop volgende periode. Bij al deze
gebeurtenissen is er duidelijk sprake van een leven voor en een leven na. Ze
hebben mij beïnvloed, ze hebben mij gevormd, ze hebben mijn leven voorzien van
pieken en dalen.
Voor mij zijn dat de belangrijkste kenmerken van een
mijlpaal. Een gebeurtenis, groot of klein, die een duidelijke periode voor en
na deze gebeurtenis kent. Een symbool van verandering. En daar heb ik er nog
een van, het schrijven van mijn tweede fictieve verhaal.
Mijn eerste verhaal schreef ik als probeersel. Het was een
zoektocht naar vorm, stijl en
woordgebruik. Een echt experiment. En zoals wel vaker bij experimenten was het
resultaat niet helemaal bevredigend. Het riep meer vragen op dan dat het een antwoord
gaf. Vond ik dit wel leuk? Was dit iets wat ik kon? Wilde ik dit wel doen?
De antwoorden kwamen bij het tweede verhaal. Al bij de
laatste punt voelde ik het. Het fantastische gevoel dat het gelukt was om neer
te zetten wat ik over wilde brengen. Een euforie dat iets vanuit de kronkels in
mijn hoofd was gevangen in woorden en leestekens. Dat tweede verhaal gaf mij
voldoening. Het daagde mij uit. Het gaf mij de moed om door te gaan. Het vertelde mij dat dit was waar ik al zo lang
naar zocht. Dit is voor mij de ultieme manier mijn creatieve kant te stimuleren
en gebruiken. Ik kan misschien niet tekenen, fotograferen of fröbelen, ik heb
een andere manier gevonden om te creëren.
Voor wie nu heel nieuwsgierig is naar dit bewuste verhaal, hier kun je het lezen.
Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen, laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden terugvinden, check hier! Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat anderen je blog kunnen lezen en reageren.
Vorig jaar wisten we niet zo goed wat we onze oudste voor
zijn verjaardag moesten geven. Hij had geen cadeau-ideeën en ook mijn cadeaugeheugen
(daar waar ik eerder uitsproken wensen in opsla) liet mij in de steek. Het
enige wat in mij op kwam waren dingen die hij graag een keer zou doen. Na lang nadenken
besloten we hem dat cadeau te doen. Hij mocht een dag op stap met zijn moeder
en een dag op stap met zijn vader.
Met manlief ging hij eerst uit eten bij de plaatselijke
pizzeria, daarna gingen ze samen naar de bioscoop om een zogenaamde mannenfilm
te bekijken. Zowel vader als zoon hadden een heel leuke avond. Lekker pizza
eten en daarna een knokfilm kijken, alles wat deze mannen leuk vinden.
Het uitje met mij had een ietwat ander karakter. Iedere keer
dat manlief en ik naar de sauna waren geweest vroeg hij ons het hemd van het
lijf. Hoe hadden we het gehad? Was heet fijn? Hoe voelde het? Hoe werkte zo’n
sauna? Steeds vaker gaf hij aan dat hij ook wel eens naar de sauna wilde om te
ervaren hoe en wat het was. Wij gingen dus samen een dagje naar de sauna. En
dat beviel hem uitstekend!
Oudste heeft eigenlijk nooit problemen gehad met naakt. Hij
heeft nooit valse schaamte gekend. En hij vind bloot zijn geen enkel probleem.
Dat is natuurlijk wel een groot voordeel als je naar de sauna gaat. Wat oudste
ook heel goed kan is zich vermaken met een boek. Dus ook tussen de sauna-gangen
door hoefde hij zich niet te vervelen. Het enige wat echt even wennen was, was
het zweten. Zweten wordt toch snel als ‘vies’ ervaren en het kostte dan ook wat
moeite hem te overtuigen dat in de sauna zweten juist heel goed is.Maar toen we
naar huis reden was zijn conclusie zeer duidelijk. Naar de sauna gaan was fijn
en hij wilde graag nog een keer mee.
Toen in het voorjaarzijn cijfer voor zijn minst favoriete
vak ernstig onvoldoende was en zijn motivatie hier wat aan te doen nihil,
zochten we een manier om hem te stimuleren toch zijn best te doen. We spraken
af dat als zijn cijfer voor Frans op het eindrapport voldoende was, we weer samen
naar de sauna zouden gaan. Het heeft gewerkt. Met hard werken heeft hij zijn
cijfer weten op te halen naar een 5,6.
Precies voldoende dus.
Vandaag ga ik een belofte inlossen. Vandaag gaan we lekker
samen naar de sauna. En hij heeft er minstens zoveel zin in als ik. Heerlijk
toch?
Woensdagavond iets voor half zeven rijden we naar de school van de middelste en jongste.
Voor de laatste keer rijden de geïmproviseerde parkeerplaats op en zetten de
auto traditiegetrouw op het achterste plekje naast het elektriciteitskastje. We
lopen op het enkels uitdagende zand-met-steentjes pad naar de school. Het besef
dat dit alles voor de laatste keer zal zijn is volop aanwezig want het is de
avond van de eindmusical en het afscheid van deze school van onze middelste.
Het laatste wat kinderen in deze school zullen doen want over enkele weken zal
de hele boel platgegooid worden en kan de projectontwikkelaar eindelijk de
geplande huizen gaan neerzetten.
Herinneringen
Mijn hoofd vult zich met herinneringen. Ik denk terug aan vijf
jaar geleden toen we de eerste keer kwamen aanrijden bij dit vreemde gebouw. Het
had enige moeite gekost de juiste afslag te vinden, maar zelfs nadat we de auto
hadden geparkeerd twijfelde ik ernstig of we wel op de juiste plek waren. In
deze verzameling van vreemde, oude kazernegebouwen kon toch geen school zitten?
Dus wel. En al meteen bij binnenkomst vielen alle vooroordelen over speciaal
onderwijs van mij af en wist ik dat dit de juiste plek was voor onze middelste.
Ik denk terug aan de eerste keer dat middelste op deze
school ging kijken. Hij had ingestemd met een bezoek maar was absoluut niet van
plan van school te veranderen. Tot dat hij binnen was geweest. Misschien hadden
papa en mama toch gelijk en was dit een heel goede school voor hem. Lekker
klein, op een lekker rustig plek en met een heerlijk overzichtelijk plein. Zijn
aversie tegen en boosheid over onze keus waren weg.
Ik herinner me de kennismakingsdag waarop hij pertinent
weigerde de ontmoetingsruimte binnen te gaan omdat het al spannend genoeg was
zonder in een volle ruimte met allemaal vreemde mensen binnen te gaan. En met
een glimlach herbeleef ik de reactie van het schoolhoofd “Joh, als jij niet
naar binnen wilt blijf je toch lekker hier
op de gang staan. Ik zal de deur open laten zodat je kan horen wat ik tegen die
mensen vertel.”
Ik weet weer hoe angstig de jongste was toen hij de eerste
keer op deze school kwam kijken. Hoeveel natte broeken het heeft gekost voor
hij zich hier veilig voelde. Maar ook hoeveel hij heeft overwonnen sinds hij
hier zit.
Ik zie weer voor me hoe we hier twee jaar geleden met het
hele gezin waren en vertelden dat we door een brand in het weekend ervoor
tijdelijk in een chalet op een camping zaten en niet wisten hoe lang we niet in
ons eigen huis konden wonen.
De Musical
Met een knoop in mijn maag neem ik plaats in de grote
ontmoetingsruimte. Na enig wachten wordt ons gevraagd mee te gaan naar buiten
waar de eindleerlingen een dans voor ons zullen doen. Vol verbazing kijk ik toe
hoe onze middelste fanatiek mee doet. Onze middelste heeft namelijk een
schijthekel aan dansen. Hij kan het dankzij een zeer gebrekkige motoriek maar
nauwelijks bijhouden, maar vol enthousiasme probeert hij de gymleraar na te
doen. Ik voel bewondering voor de leraar die het voor elkaar heeft gekregen hem
zo te motiveren en enthousiasmeren.
Na de dans begint de musical. En weer voel ik veel
bewondering voor de leerkrachten die de leerlingen tot een voor hun zo grote
prestatie hebben gekregen. Nee, de musical verloopt niet vlekkeloos, er wordt
tijdens het zingen vooral onderling gegeind en gekloot en vaak zijn de liedjes
verre van zuiver, maar deze kinderen staan wel voor een groep mensen op te
treden, iets wat weinigen ooit van hun zoon of dochter hadden verwacht.
Afscheid
Tijdens het eindlied krijgen de emoties me te pakken. De
kinderen zingen over de vele voetstappen die ze op deze plek hebben gezet en in
vogelvlucht trekken nogmaals alle momenten dat ik mijn kinderen bij die
voetstappen heb vergezeld. Die ene kerstviering tijdens die verschrikkelijke
sneeuwstormen, de oudersgesprekken die soms akelig confronterend waren, het
meegaan met uitstapjes en schoolreisjes.
Dan zingen de kinderen: “Deze school zal worden gemist.” En
ik realiseer me hoe waar deze woorden zijn. Ik ga deze stapel bakstenen missen.
Dit vreemde gebouw met zijn kronkelende gang, zijn rare lokalen, zijn vreemde
trappetjes, zijn hoekjes en nisjes. Deze school die zoveel meer voor mij
betekent dan de verzameling lokalen die het is. Het besef dat dit over enkele
weken met de grond wordt gelijk gemaakt is volop terug en doet meer pijn dan ik
van tevoren had kunnen bedenken. Deze school zal worden gemist.
Blauw~ 1) Afwijzende kleur (crypt.) 2) Bekende personen en groepen 3)
Beschonken 4) Dronken 5) Hemelsblauw 6) Hoofdkleur 7) Indigo 8) Kleur 9) Kleur
van de regenboog 10) Kleur op waterkraan voor koud water 11) Lopende kleur
(crypt.) 12) Plaats in Groningen
Blauw is een kleur waar ik zelf niet heel veel mee
heb. Ik ben echt een roze-meisje. En toch zijn er soorten blauw waar ik vaak
mee te maken heb gehad, zoals bijvoorbeeld het blauw van een maandag. Zo heb ik
een blauwe maandag op de Hotelschool gezeten. Een blauwe maandag
Maatschappelijk Werk gestudeerd. Een blauwe maandag geprobeerd alsnog mijn
VWO-diploma te halen.
Ook heb ik diverse blauwe maandagen evenzo diverse
baantjes gehad. Een broodjeszaak, een cafetaria, een duur restaurant en achter
de kassa bij een supermarkt. In ongeveer drie jaar tijd heb ik behoorlijk wat
blauwe maandagen versleten. Tot ik eindelijk uit de ontkennende fase kwam en
besefte dat chronisch ziek zijn betekende dat het nooit meer weg zou gaan.
Waar ik ook nog wel eens mee te maken heb is de
Blue Monday. Nee dat is niet gewoon de letterlijke vertaling van een blauwe
maandag, maar een maandag waarop ik de blues heb. Zelfs als het geen maandag is
noem ik zo’n dag wel zo. Deze valt bij mij trouwens ook geregeld buiten januari,
in tegenstelling tot de officiële Blue Monday. Op de een of andere manier
verwoordt het voor mij het beste hoe ik me zo’n dag voel. Een tikje onbestemd,
enigszins nostalgisch, een pietsje meer emotioneel en een snufje neerslachtig. Een
perfecte dag om weer eens keihard diverse soorten Blues te draaien.
Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een
creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het
bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom
dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije
vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een
metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen,
laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden
terugvinden, checkhier!
Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat
anderen je blog kunnen lezen en reageren.