donderdag 25 juli 2013

#WOT deel 30

Ontsnapping ~ 1) Evasie 2) Échappement 3) Ontvluchting 4) Ontwijking 5) Ontkoming 6) Relaxatie 7) Uitbreken 8) Uitvlucht 9) Uitbraak 10) Vlucht 11) Zo komt een wielrenner uit de gevangenis (crypt.)  

Zo af en toe overvalt het me, het gevoel niet te willen zijn waar ik me op dat moment bevind. En eigenlijk altijd vanuit het grote niets. Ik leid gewoon mijn alledaagse leventje, hang een was op, doe wat boodschappen, kook het eten en dan plots komt er een innerlijke onrust opzetten. Ik voel mij gevangen in burgerlijkheid.  Ik voel mij geketend door mijn omstandigheden. Ik voel mij aan banden gelegd door de consequenties van mijn keuzes. En dan vooral als die consequenties schoolvakantie hebben.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb geen spijt van mijn keuzes. Ik aanvaard alle consequenties in liefde. Maar als de kinderen vakantie hebben is mijn leven zeer eenduidig. Ik ben moeder, verzorger, bemiddelaar, rechter en beul, regelgever  en mantelzorger. Er is geen tijd of ruimte voor mijn eigen dingen. Tijd (en vooral rust) om te schrijven heb ik niet. Zo ben ik dit blog ik vanochtend al begonnen, maar ik werd nogal eens onderbroken zodat ik nu pas tijd heb het af te schrijven. Het blog wat ik een paar dagen geleden plaatste heb ik midden in de nacht geschreven. Geen tijd om te schrijven benauwd me. En dan is er natuurlijk ook nog een chronisch gebrek aan persoonlijke ruimte.

Na een aantal weken begint dit alles me op te breken. Ik word wat kribbig, krijg wat meer moeite met slapen en ervaar steeds meer innerlijke onrust. En op een gegeven moment wil ik niks anders meer dan weg. Weg uit het huis. Weg bij de kinderen. Weg uit mijn leven.
Gelukkig is er altijd wel een ontsnapping. Even bij een vriendin langs, als manlief thuis komt van zijn werk alleen de stad in en niet te vergeten, stappen op donderdag Meppeldag. Even weg uit het benauwende keurslijf. Even de moederrol afleggen. Even niets anders zijn dan Cindy.

Dat en elke dag een  halfuurtje waarin mama even niet mag worden gestoord helpt me de vakanties door.


Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen, laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden terugvinden, check hier! Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat anderen je blog kunnen lezen en reageren.

woensdag 24 juli 2013

Gekkies



Enige weken geleden gingen manlief en ik een avondje naar Carré met Theo en Sandra. Het dreigde mooi weer te worden en dus  een dag van tevoren werd besloten van een avondje Carré een dagje Amsterdam te maken. Een middagje struinen op de Albert Cuyp, een terrasje pikken, een lekker hapje eten en dan ’s avonds Herman van Veen bewonderen. Prima plan!
Zaterdagochtend gingen we goed voorbereid op weg. De tank vol, de blaas leeg en wat te bikken voor onderweg. Alles om voorbij Zwolle maar niet bij een tankstation te hoeven stoppen. Want natuurlijk weet iedereen in het Oosten dat voorbij Zwolle de randstad begint, dat daar enkel nog Westerlingen wonen en ze daar westerse prijzen, fratsen en bekken hebben. Allemaal dingen waar je niet zomaar aan blootgesteld wilt worden.
De heenreis verliep voorspoedig. Toen we een tijdje onderweg waren kregen we bericht dat Theo en Sandra ook in de auto zaten en de Tomtom goed ingesteld hadden gekregen, er kon eigenlijk niks meer mis gaan. Natuurlijk was dat te optimistisch gedacht.

Vlak voor de afslag naar de P+R-plaats bij een stadion van een niet nader te noemen voetbalclub kreeg ik plots een berichtje “P+R-plaats dicht!” Helaas reden we net de invoegstrook naar de parkeergarage op en was er geen doorrijden meer aan. We besloten onze auto neer te zetten en aan parkeerbeheer te vragen waar we nu naar toe konden. Vijf minuten later reden we een euro lichter en wat informatie rijker de parkeergarage weer uit. Er scheen ‘s avonds een concert te zijn van een of ander Amerikaans ouwelullenbandje(Toto) en daar werden veel mensen verwacht dus werd het P+R-gedeelte afgesloten. We konden uitwijken naar Olympisch Stadion, maar die was volgens de laatste berichten vol dus konden we beter naar Zeeburg rijden. Zeeburg een zou wel al vol zijn,maar Zeeburg twee was nog nagenoeg leeg. Al navigerend (lang leve google maps) berichtte ik de andere mensen van ons reisgezelschap. We spraken af elkaar te ontmoeten op Zeeburg twee.
Enkele minuten later kreeg ik het bericht “Jullie zijn er bijna” Spiedend keek ik om me heen.Maar nergens zag ik het bekende knalroze autootje. Ik berichtte terug “waar is jullie roze blikkie dan?” Het antwoord was verhelderend. Ze waren vandaag met het blauwe autootje! Wat mij frappeerde was dat ze onze auto hadden herkend. Ik bedoel, deze mensen staan er om bekend hun eigen auto maar nauwelijks te herkennen op een volle parkeerplaats. Ik kreeg dan ook hele visioenen van hun gesprek.
-He daar rijden Paul en Cindy!
-Waar?
-Daar. Ze hebben toch zo’n blauwe auto?
-Oh ja? Dat weet ik eigenlijk niet.
-Ja, dat zijn ze hoor.
-Weet je het zeker?
-Ja joh, dat moeten ze wel zijn. Zo’n kleine rooie en daarnaast zo’n lange met een kuif. Dat zijn ze hoor!

Afijn, ik dwaal af. We arriveerden dus ongeveer tegelijkertijd op Zeeburg Twee. Na enig onderzoek bleek dat we vanaf Zeeburg Een met de tram naar de stad konden. We begonnen te lopen. Na nog een vloekpartij omdat het toiletgebouw buiten gebruik was, stapten we in de tram naar C.S. Daar aangekomen ging ik naarstig op zoek naar een werkend toilet (ik was toch al minstens twee uur niet geweest) en de rest ging proberen uit te vogelen hoe we op de Albert Cuyp moesten komen. En verhip, toen ik met een lege blaas terug kwam huppelen waren ze er al achter.

Er volgde een leuke slenterpartij langs diverse kraampjes en stalletjes, waarbij Sandra en ik de meest geweldige creaties, tassen, leesbrillen en jurken zagen en de heren een beetje verveeld achter ons aan draafden. Een echt winkelmiddagje zeg maar. Hun opluchting dat we na de markt vooral nog zin hadden om ons op een terrasje te vleien was dan ook groot.
Na een knap staaltje navigeren van Theo en Sandra en een nog knapper staaltje navigatie negeren van manlief en mij kwamen we bij een terras tegenover het Amstel-hotel. De koffie was er lekker, het zonnetje zeer aangenaam en het uitzicht niet vervelend. En toch klopte er iets niets. Op een paar amechtig op een dranghek hangende fans van Barbra Streisand na, hadden we helemaal geen gekkies gezien. Niet een vreemde vogel. Niet een opzichtig of opvallend persoon. En dat was opvallend.
 Iedereen die wel eens met Theo op pad is geweest weet dat hij een gekkies-magneet is. Hij verzeilt altijd in een situatie met een minder normaal persoon. Het lijkt er  verdacht veel op dat ze met busladingen achter hem aan reizen. Behalve vandaag dan. Zouden ze gedacht hebben dat Amsterdam zijn eigen voorraad paradijsvogels had? Echt druk maakte ik me er niet om. We zaten midden in Amsterdam en elke provinciaal weet dat het daar stikt van de gekkies. We zouden er vast nog wel een tegenkomen.

Maar de gekkies lieten op zich wachten. Tijdens een wandeling langs de Amstel kwamen we enkel toeristen tegen. Bij het eten zagen we enkel wat poeners (volk dat geld heeft en dat graag laat weten) voorbij komen en in Carré het publiek wat je eigenlijk wel bij een voorstelling van Herman van Veen verwacht. En toen gingen we met de tram van Carré naar centraal station.

Toen de tram bij het goedgevulde perron aankwam was hij al aardig vol. Een snelle blik na het instappen vertelde ons dat er geen zitplaatsen meer vrij waren en we besloten met zijn vieren op de aangewezen staanplaatsen te blijven. Toen de tram vertrok bleek dat we midden in een gesprek tussen een vrouwenstem achter Theo en een mannenstem anderhalve meter links van mij te staan. De vrouwenstem was er zo een die je je indenkt als je aan een Amsterdams oud viswijf denkt. De mannenstem was er een van een beschonken watje wat zich niet langer door vrouwen op de kop wil laten zitten.
‘Ja, het was best gezellig zo met jou’, klonk het vanachter Theo.
‘Ja he’, antwoordde de stem links van mij.
 ‘Ja best gezellig hoor, maar nu is het al laat he’, kwam er achter Theo’s rug vandaan.
‘Ja behoorlijk laat. Zal ik je zo effe naar huis lopen?’, klonk de mannenstem.
‘Waarom zou je dat doen? Dat is helemaal niet nodig. Het was gezellig en daar blijft het bij!’, bitste de vrouw.
‘En waarom zou ik niet effe met je meelopen? Dat kan toch wel?’ sprak de man gepikeerd.

We keken elkaar eens aan en probeerden om beurten een glimp op te vangen van de gesprekspartners maar veel meer dan een rollator bij de vrouwenstem en een lichtgekleurd jasje met daarin een in elkaar gedoken persoon ontdekte ik niet. Ondertussen was de toon van het gesprek tussen beiden een stuk minder gezellig geworden. Er werd wat over en weer gemopperd en gefoeterd, waarna er een ijskoud zwijgen van beide kanten volgden. Enigszins smoezend bespraken we met elkaar waar we nou getuige van waren. Een niet echtelijke ruzie, een misverstandje tussen drinkemaatjes, een blauwtje of was er nog iets anders aan de hand? Echt hardop durfden we niet te praten omdat alles luid klonk in het met ijzige stilte gevulde tramstel. Gelukkig waren we al bijna bij centraal station. Plots klonk daar weer de vrouwenstem: ‘Ach weet je wat, loop mij maar effies naar huis. Drinken we eerst nog wat in het café en dan breng je me netjes thuis.’

 Ik keek even snel naar links en zag daar het lichtgekleurde jasje zich opgelucht oprichten. Het mannetje, groot was hij zeker niet, stond op. We bleken bij de halte te zijn. We stapten uit de tram en konden het geen van vieren laten om te kijken wat voor mensen bij dit gesprek hoorden. Ik  ving nog net een glimp op van een mopperend vrouwtje achter een rollator met naast haar een iel mannetje wat druk en bezorgd kijkend bezig was de rollator over de tramrails te tillen. En de mooiste  korte broek  ik ooit gezien heb met de pijpje fladderend in de wind om twee knokige beentjes. Gelukkig wist ik al waar het toilet in de buurt  van het centraal station was.

vrijdag 19 juli 2013

#WOT deel 29

Goeroe ~ 1) Beschermgeest 2) Godsdienstleraar Hebreeuws 3) Godsdienstonderwijzer Indisch 4) Geestelijk leermeester 5) Geestelijke leermeester 6) Godsdienstleraar 7) Geestelijk leidsman 8) Geestelijke 9) Geestelijke (ind.) 10) Geestelijke leraar 11) Gezaghebbend leider 12) Godsdienstonderwijzer 13) Godsdienstonderwijzer (ind.) 14) Gezaghebbende leider

Hoewel ik redelijk naïef ben en in sprookjes geloof, sta ik ook stevig met beide voeten verankerd in de Hollandse zandgrond. Goeroes hebben het bij mij dan ook niet makkelijk. Ik neem namelijk niet snel iets voetstoots aan. Ervaringen uit het verleden hebben mij geleerd dat hoe mooi iets ook mag klinken, ik niet alles klakkeloos aan neem maar goed nadenk welk deel voor mij bruikbaar is.Ik ben dan ook de nachtmerrie van diverse hulpverleners.

Al diverse keren heeft mijn nuchtere kijk op zaken mij in conflict gebracht met goedbedoelende hulpverleners. Zo vond ik het grote onzin mijn jongste kind medisch te laten onderzoeken op een mogelijk fysieke oorzaak van zijn broekplassen terwijl het voor mij zo klaar als een klontje was dat het een fysieke reactie was op angst. Een mening die ook nog eens was onderschreven door de psychiater van het behandelteam. De hulpverlener in kwestie probeerde mij op alle mogelijke manieren te overtuigen dat haar visie beter was dan die van mij en dat ik mijn kind te kort deed door het niet door allerlei medische procedures te slepen. Ze ging daarin zover dat ik mij gekleineerd voelde. En zodra dat gebeurt word ik een heel naar mens. Met moeite kon ik mij beheersen maar de eerst volgende sessie met de systeemtherapeut van het behandelteam heb ik zeer duidelijk gemaakt dat ik er niet van gediend was zo te worden behandeld, dat ik zeker niet van plan was mijn kind nog meer stress en spanning te laten ervaren omdat zij een andere mening had dan een psychiater en dat ik weigerde er nog een woord aan vuil te maken. Sinds die dag was haar hartelijke houding tegenover mij verdwenen.

Tijdenlang heb ik mij zwaar beroerd gevoeld door dit voorval. Tot ik anderhalf jaar later weer met dit behandelteam te maken kreeg. Al vanaf het eerste contact heb ik duidelijk aangegeven dat het behandeltraject loodzwaar is voor zowel kind als gezin en dat ik duidelijke grenzen wilde stellen om ons gezin zo goed mogelijk door deze periode heen te helpen. Ik gaf direct aan dat we niet aan alle onderdelen van het behandeltraject zouden meedoen. Zo had ik absoluut geen trek in de ouderavonden. Deze avonden worden vooral gebruikt om psycho-educatie te geven. Daar hadden we er al meerdere van gehad, het was ook een groot onderdeel van de gezinsbegeleiding die we hadden gehad en door veel zelf te lezen en ervaringen uit te wisselen was mijn kennis op dit gebied zeer groot. Het zou verspilde energie zijn en als ik iets geleerd had in de jaren daarvoor was dat ik dat ik die energie hard nodig had om ons gezin draaiende te houden.
Na enkele weken begon een behandelaar ons aan te spreken op deze keuze. Eigenlijk waren de ouderavonden verplicht, we konden niet zomaar een beetje  hulpverlening shoppen, anderen konden zoveel van ons leren en ons kind zou het vervelend kunnen vinden dat we er niet heen gingen. Toen die laatste kaart werd gespeeld werd ik kwaad. Dit was geen argument, hier werd de schuldgevoel-kaart doelbewust ingezet. Het spreekt voor zich dat ik uiteindelijk op geen enkele ouderavond ben geweest.
De behandelaar kon onze keuze dus niet erg waarderen.We moesten niet denken dat we konden hulpverlening shoppen. Voor hem was het duidelijk, het traject bestond uit A, B, C en D dus dat moest gevolgd worden. . Zo ook het vaste onderdeel gezinsbehandeling. Zonder af te willen doen aan de deskundigheid en kennis van hulpverleners zagen wij dit onderdeel ook al niet zitten. Er waren al zoveel hulpverleners geweest die hadden aangegeven ons hierbij niet verder te kunnen helpen omdat hun kennis niet ver genoeg reikte. De interactie binnen ons gezin is ‘te uniek’ en ‘complex’. Alle instrumenten waren ons al aangereikt, meer adviezen hadden ze niet meer. Toen wij onze twijfels met deze ondersteunende argumenten voorlegden aan de behandelaar schoot hem dat overduidelijk in het verkeerde keelgat. We moesten maar gewoon met het hele gezin komen en dan zou hij wel eens zien wat hij kon doen.  Tja, als iemand het dan per se zelf wil, dan moet hij het maar zelf weten. En dus togen wij met alle jongens naar de behandelaar. Er was een uur ingepland voor een observatie en gesprek maar al na een half uur stond de behandelaar op. Conclusie? De interactie was zo heftig dat hij er geen vat op had en wij instrumenten die hij zou kunnen aanreiken al in handen.
Hiermee was de kous nog niet helemaal af, zijn voorlopige eindrapportage is door ons afgekeurd omdat we vonden dat we negatief en onwillig werden afgeschilderd. Hij heeft dus zijn eindrapportage opnieuw mogen formuleren. Sindsdien groet hij toch echt een stuk minder hartelijk.


Ik geloof niet in een waarheid. Ook denk ik niet dat er maar een juiste weg is om te gaan of een manier om dingen te zien. Zo vastomlijnd en rechtlijnig is het leven nou eenmaal niet. En dus zou ik het zelf ook niet goed doen als goeroe. Gelukkig maar.

Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen, laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden terugvinden, check hier! Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat anderen je blog kunnen lezen en reageren.

dinsdag 16 juli 2013

Wat moet dat heerlijk zijn

Wat moet dat heerlijk zijn
Om te verwoorden wat je voelt
Te kunnen schrijven
O, wat benijd ik U

Zomaar een stuk tekst wat mij al zolang ik mij kan herinneren het hoofd binnen schiet en er dan vervolgend uren zichzelf blijft herhalen.
Velen van jullie zullen het stuk tekst herkennen als een passage uit ‘Vanmorgen vloog ze nog’ Een stuk pure kleinkunst. Hoe ik het heb leren kennen weet ik niet meer. Ik weet enkel nog dat ik nog erg jong was en dat vooral het bovenstaande stuk tekst indruk op mij maakte. Want zo voelde ik dat. Het leek me heerlijk te kunnen schrijven. En niet zomaar schrijven. Nee, iets zo verwoorden dat de lezer exact snapt welk gevoel je wilt overbrengen.
Een flink aantal jaren schrijf ik inderdaad. Al mijn blogs en verhalen hebben dezelfde intentie, het overbrengen van een gevoel. Het in woorden vangen van een emotie. Het delen van een sfeer of gemoedstoestand.

Gisteren schreef ik een blog over een klein meisje wat ik ken. Hoe ik haar zie. Hoe ik mij over haar kan verwonderen. Al bij de laatste punt was ik tevreden. Ik had het idee dat ik mijn intenties en gevoelens goed in woorden had gevangen. Pas bij het lezen van de reacties kreeg ik door hoe goed het me was gelukt. En meteen weer zat de bovenstaande tekst in mijn hoofd.

Het blog van gisteren bevestigt voor mij de waarheid van die woorden. En ik realiseer me dat ik kan wat ik zolang heb gewenst. Ik kan verwoorden wat ik voel. En ja, dat is heerlijk!


maandag 15 juli 2013

He kleine meid

Mijn vriendin heeft een dochtertje wat eind volgende maand drie wordt. Een klein blond plaatje. En het is maar goed ook dat ze wat klein is, anders zou je zo maar kunnen denken dat dit meisje een kleutertje is. Ze is namelijk een beetje snel in haar ontwikkeling, een beetje  een wijsneusje. Ze liep al voor haar eerste verjaardag, is een heel eind op dreef met zindelijk worden, praat al tijdenlang voor iedereen verstaanbaar en in volle zinnen en kan een volledig fantasieverhaal spelen. Dingen die normaal geassocieerd worden met kinderen die rond de vier jaar zijn.
Natuurlijk is het fantastisch om van een afstandje te zien hoe zo’n meisje van baby’tje naar basisschoolkind transformeert, maar soms gaat dit hummeltje wel erg snel.
Vanmorgen las ik, tot mijn grote verbazing, dat het hummeltje zonder zijwieltjes kan fietsen. Hoewel ik enerzijds gloeide van trots op dit kleine, wilskrachtige ding, bekroop mij ook een verwondering. Wat gaat dit meisje hard. Wat wordt ze toch snel groot. Bijna alsof ze haast heeft het kind zijn achter zich te laten en volop in de grotemensenwereld mee te gaan draaien.

Ik keek naar de foto bij het bericht en vroeg mij af waarom ze toch zo’n haast heeft. Ze is nog zo ontzettend jong. Wat heeft het leven voor groots en meeslepends voor haar in petto dat ze bijna niet kan wachten tot het zover is? Is ze voorbestemd een verandering te zijn? Is het haar lot al snel een grootheid te worden? Is er een meer duistere reden voor haar haast? Waarom rent ze toch zo hard door alle fases en mijlpalen heen? Wat weet dit betoverende wezentje wat wij niet weten?
Maar misschien is deze hele hinkstapsprong-techniek wel van voorbijgaande aard. Misschien is ze nu wel heel snel omdat ze zich helemaal niet thuis voelt in deze afhankelijke fase. Misschien is ze zo’n sterk individu dat ze zich zo snel mogelijk onafhankelijk maakt om dan later in alle vrijheid te kunnen kiezen voor afhankelijkheid.


Ik hoop vooral dat ze in al haar haast niet vergeet kind te zijn, zodat ze in haar groots en meeslepende leven, in ieder geval als een klein kind kan genieten.

donderdag 11 juli 2013

#WOT deel 28

Mijlpaal ~ 1) Afsluiting van een tijdperk 2) Belangrijke gebeurtenis 3) Feit dat een tijdperk afsluit (crypt.) 4) Gewichtig feit dat een tijdperk afsluit 5) Gedenkwaardig feit 6) Gewichtig feit 7) Gewichtige gebeurtenis die een tijdvak afsluit 8) Historische gebeurtenis die de afstand aangeeft (crypt.) 9) Kaap

Al sinds ik blog, schrijf ik over de mijlpalen in mijn leven. Vaak zijn dit mijlpalen die met mijn kinderen te maken hebben. De overgang naar speciaal onderwijs, de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs, het halen van een zwemdiploma, goed nieuws krijgen van een orthopeed. Als moeder omarm je deze kleine en grote stappen in het leven van je kinderen. Ze voelen als persoonlijke mijlpalen. Maar uiteindelijk zijn ze dat niet. Hoewel ze zeer zeker ook mijn leven beïnvloeden zijn het mijlpalen in de levens van de jongens.

Wat zijn dan de mijlpalen in mijn leven? Natuurlijk de dag waarop manlief en ik een relatie  begonnen. Het kopen van ons eerste huis. De geboorte van onze zonen. Maar ook minder mooie momenten zoals mijn ziekenhuisopname en de daaropvolgende diagnose van het hebben van een chronische ziekte, de paniekaanvallen die ik heb gehad, de diagnosetrajecten van de jongens en meest recent de brand  en de daarop volgende periode. Bij al deze gebeurtenissen is er duidelijk sprake van een leven voor en een leven na. Ze hebben mij beïnvloed, ze hebben mij gevormd, ze hebben mijn leven voorzien van pieken en dalen.
Voor mij zijn dat de belangrijkste kenmerken van een mijlpaal. Een gebeurtenis, groot of klein, die een duidelijke periode voor en na deze gebeurtenis kent. Een symbool van verandering. En daar heb ik er nog een van, het schrijven van mijn tweede fictieve verhaal.

Mijn eerste verhaal schreef ik als probeersel. Het was een zoektocht naar vorm,  stijl en woordgebruik. Een echt experiment. En zoals wel vaker bij experimenten was het resultaat niet helemaal bevredigend. Het riep meer vragen op dan dat het een antwoord gaf. Vond ik dit wel leuk? Was dit iets wat ik kon? Wilde ik dit wel doen?
De antwoorden kwamen bij het tweede verhaal. Al bij de laatste punt voelde ik het. Het fantastische gevoel dat het gelukt was om neer te zetten wat ik over wilde brengen. Een euforie dat iets vanuit de kronkels in mijn hoofd was gevangen in woorden en leestekens. Dat tweede verhaal gaf mij voldoening. Het daagde mij uit. Het gaf mij de moed om door te gaan.  Het vertelde mij dat dit was waar ik al zo lang naar zocht. Dit is voor mij de ultieme manier mijn creatieve kant te stimuleren en gebruiken. Ik kan misschien niet tekenen, fotograferen of fröbelen, ik heb een andere manier gevonden om te creëren.

Voor wie nu heel nieuwsgierig is naar dit bewuste verhaal, hier kun je het lezen.



Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen, laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden terugvinden, check hier! Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat anderen je blog kunnen lezen en reageren.


woensdag 10 juli 2013

een belofte

Vorig jaar wisten we niet zo goed wat we onze oudste voor zijn verjaardag moesten geven. Hij had geen cadeau-ideeën en ook mijn cadeaugeheugen (daar waar ik eerder uitsproken wensen in opsla) liet mij in de steek. Het enige wat in mij op kwam waren dingen die hij graag een keer zou doen. Na lang nadenken besloten we hem dat cadeau te doen. Hij mocht een dag op stap met zijn moeder en een dag op stap met zijn vader.
Met manlief ging hij eerst uit eten bij de plaatselijke pizzeria, daarna gingen ze samen naar de bioscoop om een zogenaamde mannenfilm te bekijken. Zowel vader als zoon hadden een heel leuke avond. Lekker pizza eten en daarna een knokfilm kijken, alles wat deze mannen leuk vinden.

Het uitje met mij had een ietwat ander karakter. Iedere keer dat manlief en ik naar de sauna waren geweest vroeg hij ons het hemd van het lijf. Hoe hadden we het gehad? Was heet fijn? Hoe voelde het? Hoe werkte zo’n sauna? Steeds vaker gaf hij aan dat hij ook wel eens naar de sauna wilde om te ervaren hoe en wat het was. Wij gingen dus samen een dagje naar de sauna. En dat beviel hem uitstekend!
Oudste heeft eigenlijk nooit problemen gehad met naakt. Hij heeft nooit valse schaamte gekend. En hij vind bloot zijn geen enkel probleem. Dat is natuurlijk wel een groot voordeel als je naar de sauna gaat. Wat oudste ook heel goed kan is zich vermaken met een boek. Dus ook tussen de sauna-gangen door hoefde hij zich niet te vervelen. Het enige wat echt even wennen was, was het zweten. Zweten wordt toch snel als ‘vies’ ervaren en het kostte dan ook wat moeite hem te overtuigen dat in de sauna zweten juist heel goed is.Maar toen we naar huis reden was zijn conclusie zeer duidelijk. Naar de sauna gaan was fijn en hij wilde graag nog een keer mee.

Toen in het voorjaarzijn cijfer voor zijn minst favoriete vak ernstig onvoldoende was en zijn motivatie hier wat aan te doen nihil, zochten we een manier om hem te stimuleren toch zijn best te doen. We spraken af dat als zijn cijfer voor Frans op het eindrapport voldoende was, we weer samen naar de sauna zouden gaan. Het heeft gewerkt. Met hard werken heeft hij zijn cijfer  weten op te halen naar een 5,6. Precies voldoende dus.
Vandaag ga ik een belofte inlossen. Vandaag gaan we lekker samen naar de sauna. En hij heeft er minstens zoveel zin in als ik. Heerlijk toch?


vrijdag 5 juli 2013

Een definitief afscheid

Woensdagavond iets voor half zeven rijden  we naar de school van de middelste en jongste. Voor de laatste keer rijden de geïmproviseerde parkeerplaats op en zetten de auto traditiegetrouw op het achterste plekje naast het elektriciteitskastje. We lopen op het enkels uitdagende zand-met-steentjes pad naar de school. Het besef dat dit alles voor de laatste keer zal zijn is volop aanwezig want het is de avond van de eindmusical en het afscheid van deze school van onze middelste. Het laatste wat kinderen in deze school zullen doen want over enkele weken zal de hele boel platgegooid worden en kan de projectontwikkelaar eindelijk de geplande huizen gaan neerzetten.

Herinneringen

Mijn hoofd vult zich met herinneringen. Ik denk terug aan vijf jaar geleden toen we de eerste keer kwamen aanrijden bij dit vreemde gebouw. Het had enige moeite gekost de juiste afslag te vinden, maar zelfs nadat we de auto hadden geparkeerd twijfelde ik ernstig of we wel op de juiste plek waren. In deze verzameling van vreemde, oude kazernegebouwen kon toch geen school zitten? Dus wel. En al meteen bij binnenkomst vielen alle vooroordelen over speciaal onderwijs van mij af en wist ik dat dit de juiste plek was voor onze middelste.
Ik denk terug aan de eerste keer dat middelste op deze school ging kijken. Hij had ingestemd met een bezoek maar was absoluut niet van plan van school te veranderen. Tot dat hij binnen was geweest. Misschien hadden papa en mama toch gelijk en was dit een heel goede school voor hem. Lekker klein, op een lekker rustig plek en met een heerlijk overzichtelijk plein. Zijn aversie tegen en boosheid over onze keus waren weg.
Ik herinner me de kennismakingsdag waarop hij pertinent weigerde de ontmoetingsruimte binnen te gaan omdat het al spannend genoeg was zonder in een volle ruimte met allemaal vreemde mensen binnen te gaan. En met een glimlach herbeleef ik de reactie van het schoolhoofd “Joh, als jij niet naar binnen wilt blijf je  toch lekker hier op de gang staan. Ik zal de deur open laten zodat je kan horen wat ik tegen die mensen vertel.”
Ik weet weer hoe angstig de jongste was toen hij de eerste keer op deze school kwam kijken. Hoeveel natte broeken het heeft gekost voor hij zich hier veilig voelde. Maar ook hoeveel hij heeft overwonnen sinds hij hier zit.
Ik zie weer voor me hoe we hier twee jaar geleden met het hele gezin waren en vertelden dat we door een brand in het weekend ervoor tijdelijk in een chalet op een camping zaten en niet wisten hoe lang we niet in ons eigen huis konden wonen.

De Musical

Met een knoop in mijn maag neem ik plaats in de grote ontmoetingsruimte. Na enig wachten wordt ons gevraagd mee te gaan naar buiten waar de eindleerlingen een dans voor ons zullen doen. Vol verbazing kijk ik toe hoe onze middelste fanatiek mee doet. Onze middelste heeft namelijk een schijthekel aan dansen. Hij kan het dankzij een zeer gebrekkige motoriek maar nauwelijks bijhouden, maar vol enthousiasme probeert hij de gymleraar na te doen. Ik voel bewondering voor de leraar die het voor elkaar heeft gekregen hem zo te motiveren en enthousiasmeren.
Na de dans begint de musical. En weer voel ik veel bewondering voor de leerkrachten die de leerlingen tot een voor hun zo grote prestatie hebben gekregen. Nee, de musical verloopt niet vlekkeloos, er wordt tijdens het zingen vooral onderling gegeind en gekloot en vaak zijn de liedjes verre van zuiver, maar deze kinderen staan wel voor een groep mensen op te treden, iets wat weinigen ooit van hun zoon of dochter hadden verwacht.

Afscheid

Tijdens het eindlied krijgen de emoties me te pakken. De kinderen zingen over de vele voetstappen die ze op deze plek hebben gezet en in vogelvlucht trekken nogmaals alle momenten dat ik mijn kinderen bij die voetstappen heb vergezeld. Die ene kerstviering tijdens die verschrikkelijke sneeuwstormen, de oudersgesprekken die soms akelig confronterend waren, het meegaan met uitstapjes en schoolreisjes.

Dan zingen de kinderen: “Deze school zal worden gemist.” En ik realiseer me hoe waar deze woorden zijn. Ik ga deze stapel bakstenen missen. Dit vreemde gebouw met zijn kronkelende gang, zijn rare lokalen, zijn vreemde trappetjes, zijn hoekjes en nisjes. Deze school die zoveel meer voor mij betekent dan de verzameling lokalen die het is. Het besef dat dit over enkele weken met de grond wordt gelijk gemaakt is volop terug en doet meer pijn dan ik van tevoren had kunnen bedenken. Deze school zal worden gemist.

donderdag 4 juli 2013

#WOT deel 27

Blauw ~ 1) Afwijzende kleur (crypt.) 2) Bekende personen en groepen 3) Beschonken 4) Dronken 5) Hemelsblauw 6) Hoofdkleur 7) Indigo 8) Kleur 9) Kleur van de regenboog 10) Kleur op waterkraan voor koud water 11) Lopende kleur (crypt.) 12) Plaats in Groningen

Blauw is een kleur waar ik zelf niet heel veel mee heb. Ik ben echt een roze-meisje. En toch zijn er soorten blauw waar ik vaak mee te maken heb gehad, zoals bijvoorbeeld het blauw van een maandag. Zo heb ik een blauwe maandag op de Hotelschool gezeten. Een blauwe maandag Maatschappelijk Werk gestudeerd. Een blauwe maandag geprobeerd alsnog mijn VWO-diploma te halen.
Ook heb ik diverse blauwe maandagen evenzo diverse baantjes gehad. Een broodjeszaak, een cafetaria, een duur restaurant en achter de kassa bij een supermarkt. In ongeveer drie jaar tijd heb ik behoorlijk wat blauwe maandagen versleten. Tot ik eindelijk uit de ontkennende fase kwam en besefte dat chronisch ziek zijn betekende dat het nooit meer weg zou gaan.

Waar ik ook nog wel eens mee te maken heb is de Blue Monday. Nee dat is niet gewoon de letterlijke vertaling van een blauwe maandag, maar een maandag waarop ik de blues heb. Zelfs als het geen maandag is noem ik zo’n dag wel zo. Deze valt bij mij trouwens ook geregeld buiten januari, in tegenstelling tot de officiële Blue Monday. Op de een of andere manier verwoordt het voor mij het beste hoe ik me zo’n dag voel. Een tikje onbestemd, enigszins nostalgisch, een pietsje meer emotioneel en een snufje neerslachtig. Een perfecte dag om weer eens keihard diverse soorten Blues te draaien.




Write On Thursday. #WOT. Iedereen kan meedoen, het is een creatieve schrijfopdracht, vrij om te bepalen hoe je dat wilt doen, zoals het bij bloggen hoort en mag kort, lang, in blog, flog- of vlogvorm. Het gaat erom dat je het woord wat elke donderdag gebruikt gaat worden in z’n meest vrije vorm kan uitleggen. Wat vind je ervan, hoe denk je erover, heeft het een metaforische werking, zijn er vergelijkingen, kun je een anekdote terughalen, laat het je dromen of is het vlak en abstract? Wil je andere #WOT woorden terugvinden, check hier! Vergeet ook niet de link naar je eigen blogpost in de reacties te zetten zodat anderen je blog kunnen lezen en reageren.