zondag 18 oktober 2020

Strubbelingen

 

Het is zondagavond half tien. Ik zit op de bank met mijn laptop voor me. Ik staar naar een leeg document. De cursor knippert gestaag. Het knipperen ergert me. Het lijkt me uit te dagen. Of misschien zelfs wel te beschimpen. “Toe dan. Typ dan. Jij had toch zoveel te zeggen over het #wot-woord?”.

De toon van de cursor is opmerkelijk gelijk aan de toon die mijn innerlijke criticus aanslaat. Provocerend, misschien zelfs een tikje denigrerend.

 

Mijn hoofd is vol. Zinnen buitelen over elkaar heen. Zinnen vol woorden, meningen, voorstellingen. Allemaal vertellen ze een onderdeel van mijn verhaal. Helaas vertellen ze allemaal een andere kant van hetzelfde verhaal. Samenhang is ver te zoeken. Nergens wordt het zinnig.

Ik wil het bijltje erbij neer gooien maar tegelijkertijd wil ik me niet laten kennen, me niet laten klein krijgen door de krioelende woorden en het lege document.

 

Ik ben vaak begonnen met schrijven. Als kind al begon ik in elk leeg schrift wat ik kocht of kreeg een verhaal. Even zo vaak stopte ik weer. Het leek me maar niet te lukken om dat wat ik in mijn hoofd had op papier ( later op een scherm) te krijgen.

Toch ben ik gaan bloggen. Ik wilde zo graag stukjes van mijn leven delen dat ik gewoon begon. Ik plaatste blogs en mensen lazen het. Ze leefden mee, dachten mee en gaven feedback. Zowel over de stukjes uit mijn leven als over mijn schrijven. Sommigen motiveerden me zelfs toch weer eens verhalen te maken. Gewoon in blogvorm, dus niet meteen een heel boek maar korte verhalen.

 

In schrijven kan ik mijn ziel en mijn zaligheid kwijt. Ik durf het alleen niet altijd. Soms is mijn ziel te kwetsbaar. Een andere keer mijn zaligheid te groot. Ook ben ik op dit gebied nog altijd onzeker.

Dat laatste heeft al vele blogpauzes opgeleverd. De innerlijke stem die me vraagt of er wel iemand op mijn schrijfsels zit te wachten. Of ik recht van spreken of schrijven heb. Of ik mijn hersenspinsels wel open en bloot op internet moet zetten. Of ik überhaupt wel iets te melden heb.

 

Maar toch wil ik schrijven. Iets in mij wil verwoorden wat ik voel. Iets in mij wil gelezen worden. En dat iets is zeer vasthoudend, want hoe vaak ik ook daadwerkelijk het bijltje er bij neergegooid heb, ik ben even zo vaak toch weer begonnen met bloggen. Dat maakt mij of erg volhardend, of zeer koppig, of een beetje dom. Schrijven geeft een invulling aan mijn bestaan. Een soort van ‘scribo ergo sum’.

 


 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten