Woord ~ 1) Afgepaald stuk grond 2) Afgeperkt stuk land 3) Belofte 4) Bewoording 5) Deel van een hoofdstuk 6) Deel van een zin 7) Dier 8) Een zin 9) Erewoord 10) Formulering 11) Geheel van spraakklanken 12) Grammaticale term 13) Is nooit zinloos 14) Letterwoord 15) Logos 16) Omschrijving 17) Rede 18) Spraakklank 19) Taalkundige term 20) Taalteken 21) Term
Op de lagere school bleek al vroeg dat ik zeer
taalgevoelig was. Ik begreep als vanzelf hoe spelling werkte. Hoe zinnen in
elkaar staken pikte ik snel op. En mijn grote woordenschat werd geprezen. Ik
vond bezig zijn met taal ook leuk dus toen het tijd werd een middelbare school
te kiezen koos ik voor een gymnasium.
Eenmaal op dat gymnasium bleek ik inderdaad zeer
taalgevoelig maar wel een met een groot mankement. Ik had absoluut geen aanleg
voor stampwerk. Rijtjes leren was een drama. Om over idioom maar niet te
spreken. Mijn eerste onvoldoendes prijkten op de overhoringen van
woordenlijsten.
Natuurlijk probeerde ik het wel, maar het bleef
onvoldoendes regenen. De woorden bleven niet hangen. Ik wist wel welke woorden
er in de te leren lijst stonden, ook wist ik echt wel betekenissen. Ik wist
alleen niet welk woord bij welke betekenis hoorde.
De onvoldoendes voor iets simpels als woordjes leren
werd niet echt begrepen. Ik kreeg preken dat ik harder moest leren. Dat ik
gewoon domweg moest gaan stampen, dat ik beter mijn best moest doen. En altijd
met dezelfde redenatie. Zonder woordenschat kun je een taal niet doorgronden en
zal je ook onvoldoendes halen op de belangrijkste toetsen, de
tekstverklaringen.
Ook toen ik naar de HAVO overstapte bleef idioom een
struikelblok. Vooral bij Duits waar bij de woordenlijsten op alfabetische
volgorde moesten worden geleerd. En ook hier kreeg ik de wind van voren. Want ook
hier was men ervan overtuigd, zonder gedegen woordkennis kon iemand onmogelijk
begrijpen waar een tekst over gaat, laat staan er vragen over beantwoorden.
De enige die dat durfde te betwisten was ik. Ik snapte
namelijk wel waar de teksten over gingen. Nee, ik wist niet van elk woord exact
de betekenis, maar ik doorzag de strekking van de tekst waardoor ik als vanzelf
de ontbrekende woorden kon invullen. Ik haalde altijd hoge cijfers op
tekstverklaring. Ik dacht dat ik zo taalgevoelig was dat ik me ook zonder die
woordjes op het examen wel zou redden.
Ik werd niet geloofd. Onmogelijk, onzin, ze zouden nog
wel eens zien. En het zou me ontzettend berouwen dat ik zo eigenwijs was.
Ik ben er niet trots op dat ik door een 1,2 op idioom zwaar
onvoldoende mijn Duits-examen inging. Wel op de 9 op de examentekst die dat
ruimschoots compenseerde.
Ik heb die dag een aantal leraren en een conrector hun
woorden laten opeten. Soms is aanleg belangrijker dan het feilloos kunnen
opdreunen van kennis.
Ja! De strekking begrijpen is veel belangrijker dan suf woordjes stampen. Bovendien hebben we tegenwoordig Google translate en internet!
BeantwoordenVerwijderenJippie, een medestander!
VerwijderenHier hetzelfde!
Verwijderen