Ook op zaterdagavond houd ik de zusters nog flink bezig. Ik
krijg koorts, mijn bloeddruk blijft hoog en mijn hartslag is hoog. Daar bovenop
zijn er wat dingen in het bloedonderzoek die niet helemaal zijn zoals ze horen.
De enzymen die aangeven dat ik een infarct heb gehad blijven stijgen, het
kaliumgehalte is te laag en het aantal witte bloedlichaampjes, de leuko’s
stijgt. Alles wijst op een infectie. Er wordt nog meer bloed geprikt en urine
onderzocht. Een oorzaak wordt niet gevonden.
Er volgt een heel onrustige nacht. Niet alleen doordat de dag
door het hoofd blijft spoken maar ook door de koorts. Er komt weinig van het
geadviseerde slapen.
De volgende dag is het nog niet veel beter. De koorts zakt
wel iets maar het bloedbeeld blijft hetzelfde net als de bloeddruk en de hartslag.
Het kaliumgehalte wordt flink aangepakt met en een drankje en pillen.
De andere problemen vergen iets meer tijd. Het grootste
probleem is dat ze niet zomaar de eerste keus medicatie kunnen toedienen omdat
ik ook Crohn heb.
In de loop van de ochtend word mij gevraagd of ik eventueel
wel zou willen worden overgeplaatst naar Meppel. De hartafdeling in Zwolle ligt
namelijk propvol. Ik stem in. In Meppel is mijn gezin. In Meppel wonen de meeste
van mijn vrienden en kennissen. Als ik dan toch in een ziekenhuis moet
verblijven dan het liefst zo dicht mogelijk bij huis.
Helemaal vanzelfsprekend is de overplaatsing niet. Er moet
overlegd worden met de cardioloog en met de arts die de katheterisatie heeft
uitgevoerd. Er zitten namelijk minuscule propjes in de haarvaten van de
kransslagader. De vraag is of daar wat aan gedaan moet worden. Uiteindelijk is
het antwoord glashelder. Nee, daar kan niets aan worden gedaan. Alleen tijd kan
die schade eventueel misschien wel herstellen. Minder goed nieuws, maar tegelijkertijd
betekent het wel dat ik naar Meppel mag.
Een uur later lig ik weer in een ambulance. Ik word
overgebracht naar de hartbewaking. Daar word ik voor de zoveelste keer dat
weekend aan een andere multikabel gekoppeld om het hart in de gaten te houden,
de functies worden nog maar eens gecontroleerd en er wordt bloed geprikt. En
dan blijk ik weer eens een wonderlijk mens te zijn. Nog maar net in Meppel en eindelijk daalt de
bloeddruk. En de koorts is spontaan een graag gezakt. De enzymen in het bloed
laten eindelijk een dalende lijn zien. En de medicatie om mijn hartslag te
verlagen doet zijn werk. En het allerfijnste, mijn jongens komen binnen
stappen.
Met z’n vieren weten ze het kamertje waar ik lig behoorlijk
te vullen. Het is zo fijn ze te zien. Ik had sinds zaterdagochtend alleen
jongste even gesproken om hem een klein beetje gerust te stellen. Ik heb de mannen
stuk voor stuk enorm gemist.
Ook mijn lieve vriendin Marijke komt binnenvallen. Iedereen
is zo blij me te zien dat ik me spontaan het meest geliefde mens in dat hele
ziekenhuis voel.
Wanneer iedereen weer weg is moet ik behoorlijk nodig naar
de wc. Groot is mijn verbazing en ook mijn blijdschap als de verpleegkundige mij
eerst loskoppelt van de grote monitor en de draden koppelt aan een klein
kastje. Ik mag mobiel! Ik mag helemaal zelf naar de wc! Ik lig niet meer
vast!!!
Omdat alle functies vooruitgaan wordt besloten dat ik met
mobiele hartmonitor naar een gewone verpleegafdeling mag. En vlak voor de
koffie wordt ik overgebracht naar een klein privé-kamertje. Ik ben
zielsgelukkig. Eindelijk een plekje waar het licht uit kan en de deur dicht.
Hopelijk zal ik nu na twee prutnachten een paar uur slapen.
dat is schrikken maar gelukkig op tijd, beterschap
BeantwoordenVerwijderenGelukkig wel Carel. Dankjewel
VerwijderenBlij dat het nu zoveel beter is.
BeantwoordenVerwijderenik ook :-)
VerwijderenSchrijven is een deel van de verwerking. Zo krijgen we hier in het noorden toch een beetje een beeld van hoe het gegaan is. Sterkte verder. xxx
BeantwoordenVerwijderenwat ken je me toch goed :-) Dikke kus
Verwijderen