donderdag 16 april 2015

#WOT deel 16

Ongeduld1) Drift 2) Gemoedsgesteldheid 3) Gejaagdheid 4) Haast 5) Onrust 6) Rusteloosheid 7) Spanning

Lang heb ik gedacht dat ik een zeer ongeduldig typje was. Ik kon niet stilzitten. Op mijn beurt wachten tot ik mocht spreken was een uitdaging.  Oefenen tot ik iets kon was aan mij niet besteed, ik wilde het meteen kunnen en allerliefst ook meteen uitblinken.  En als ik iets dacht, flapte ik dat er ook stante pede uit. Allemaal eigenschappen die volgens de volwassenen om mij heen duiden op zeer veel ongeduld. En ik geloofde dat.

Ik heb deze verklaring geloofd tot de jongste van mijn kinderen een jaar of  zes was. Ik kreeg  toen al een paar keer het compliment dat ik zo geduldig was met de jongens. Dat ik zo vaak iets opnieuw uitlegde, steeds maar weer regels en afspraken herhaalde, elke dag weer hetzelfde ritueel bij school doorliep en elke keer opnieuw driftbuien, huilbuien en paniekaanvallen doorstond, pareerde, opving, troostte, weerlegde.
Ik was stomverbaasd. Hoe kon iemand een persoon als ik nou geduldig vinden? Ja, ik deed alles wat ze zeiden, maar ik kon toch moeilijk anders? Had ik maar geduld, dan zou ik me niet zo gefrustreerd voelen en de tijd en rust opbrengen om op de juiste manier te reageren zodat het kind geen driftbuien meer zou hebben, geen angst meer zou voelen, niet meer in paniek raken, niet meer overstuur zijn.

U snapt het al, ik geloofde het compliment niet. Ik dacht dat het meer een steuntje in de rug was. Een complimentje zodat ik zou doorzetten en niet opgeven. Een gebaar waardoor ik me even ietsjes beter zou voelen.

Pas toen ik overspannen was verklaard durfde ik mijn geloof inmijn eigen ongeduld kritisch te bekijken. Ik heb inderdaad heel veel geduld als het mijn kinderen betreft. Ik doe inderdaad al die dingen die andere mensen mij al jaren probeerden te laten zien.
Niet dat het meteen tot een omslag leidde, maar de eerste twijfel over mijn vermeende gebrek aan geduld was ontstaan.

Het zal nu ongeveer twee jaar geleden zijn dat ik eindelijk de puntjes over mijn eigen brein verbond en inzag dat het niet echt vreemd is dat alle drie mijn kinderen ADHD-ers zijn. Deze openbaring wierp ook een compleet nieuw licht op mijn vermeende ongeduld. Oké, ik ben ongedurig maar ik heb geen enkel probleem met wachten bij de kassa. Had ik maar op een rustigere dag boodschappen moeten gaan doen.
Staat er een lange rij voor een attractie in een attractiepark? Dan wacht ik kalm op mijn beurt. Ik wil namelijk zelf in die attractie, niemand die me dwingt.
Zit ik op een autoweg vast achter een vrachtwagen? Ach, dan ga ik toch ook 80 rijden. Er komt vast wel een plek waar ik wel kan inhalen. En anders maar niet, ik kom toch wel waar ik moet wezen.

Ben ik dan altijd voorzien van engelengeduld? Nee. Volmondig nee. Ik heb absoluut geen geduld met mijzelf.
 Ik had vorige week alweer zelf het huishouden willen draaien maar ik kom niet veel verder dan een was draaien en wat koken.
Ik wil weer metersmaken met de hond maar verder dan een rondje in het park kom ik nog niet.
Ik wil met mijn kind meefietsen naar zijn sport maar buiten dat ik geen enkele van mijn kinderen kan bijhouden is de afstand nog te groot.
En dat is natuurlijk belachelijk. Het is al bijna drie weken geleden dat ik een hartinfarct had. Dat is al bijna een maand! Ik zou dat gewoon allemaal moeten kunnen doen. Misschien dat ik dan daar nog een beetje moe van zou kunnen worden, maar ik moet het wel kunnen. Ik bedoel, maandag ga ik een fietstest doen, daar moet ik toch minstens een redelijk scoren.

Dat is dan maar één voorbeeld. En zo zijn er velen. Ik moet alles voelen, kunnen, bedenken, regelen, zijn, wezen en worden. Ik moet perfect zijn. En wel nu meteen.


Dus eigenlijk heb ik best heel veel geduld. Enkel niet voor mezelf.

1 opmerking:

  1. Mooie omschrijving van geduld. Bewijst maar weer dat je niet in alles geduldig kunt zijn. En weet je ik denk dat niemand geduld heeft met zichzelf. Men wil altijd alles zo goed en zo snel mogelijk doen en het liefst gisteren. En je gaat maandag ook scoren, je lichaam zal vanzelf zeggen dat het niet meer lukt en dan mag je nadien trots zijn op je zelf. Ik denk dat je dan zelf een grote uitslover mag noemen hoor. ;)

    BeantwoordenVerwijderen