Al lange tijd ben ik er van overtuigd dat het leven
wordt geleefd in etappes. Wie ouder is herkent vast wel de termen regeldagen en
groeistuipjes. Het kind zit in een ritme, valt daar plots onverklaarbaar uit,
is huilerig, geagiteerd en uit z’n hum en een paar dagen later is het tadaa,
een paar centimeter lange, kan plotseling omrollen, gaat staan, heeft een tand
of zet de eerste stapjes. De periode erna zijn ze dan vaak moe, slapen veel en worden
weer het lieve, leuke kind wat ze altijd al waren.
Etappe = 1) Af te leggen weg 2) Afstand
tussen twee punten 3) Baanvak 4) Dagreis 5) Deel van een meerdaagse
wielerwedstrijd 6) Deel van een parcours
Ik denk dat dit soort groei-etappes niet ophouden aan
het eind van onze kindertijd. Ik heb al zoveel etappes afgelegd sinds die tijd.
Zo heb ik de jong en net uit huis-periode gehad. Het prille liefde stadium. Het
net samenwonend-tijdperk. Het jonge ouders -tijdvak. En nu zijn we aanbeland
bij het punt dat we middelbaar stel met nog thuiswonende koters zijn.
Maar niet alleen op relationeel vlak zijn er etappes.
Ook op het gebied van persoonlijke ontwikkeling merk ik het iedere keer weer. Ik
begin ergens aan, ontwikkel me stukje bij beetje, sta een tijdje stil of op
routine, wat wrijving, soms pijn of verdriet om na een tijdje te concluderen
dat er rond die tijd een tijdperk werd afgesloten en ik doorgroeide naar een
volgende fase. En net als bij etappes in een wielerwedstrijd gaan die gepaard
met bergen, dalen, tussensprintjes, afzien, doorzetten, erdoor heen zitten,
heel af en toe een vloek en een zucht. Maar altijd afgesloten met een overwinning
op mezelf.