zondag 17 januari 2021

#wot deel 2, 2021

 Oefening = 1) Africhting 2) Bekwaming 3) Exercitie 4) Het bekwaam maken door herhaling 5) Manoeuvre 6) Opgave 7) Repetitie 8) test 9) Training.


Eén van mijn minder goede punten is dat ik zeer weinig geduld heb met mezelf. In de afgelopen jaren is dat wel iets verbetert. Ik heb geleerd wat milder naar mezelf te kijken. Met een beetje compassie. Ik heb het verschil geleerd tussen wat is en wat ik denk dat het zou moeten zijn. En vooral dat wat is zich niets aantrekt van wat het zou moeten zijn. En dat gaat best heel goed. Tot het moment dat ik iets nieuws ga doen.

 

Het moment dat ik iets voor de eerste keer doe gaat het nog wel goed. Ik ben wel heel leergierig en doe ijverig mijn best alles zo goed mogelijk te doen, maar een beetje perfectionisme hoeft geen probleem te zijn.

Nee, de problemen steken pas de kop op als ik zelf vind dat de inwerk- of leerperiode wel zo’n beetje is afgerond, ik de meeste handelingen of weetjes wel al een keer heb gezien, gedaan of gehoord. Dan vind ik al snel dat ik dat allemaal gewoon moet kunnen. En natuurlijk moet ik dat dan ook goed kunnen. En vlot. En netjes. En soepeltjes. Gewoon zo perfect als het hoort. Een onrealistische eis aan mezelf. Eén waar ik nooit aan kon voldoen.

Deze eigenschap heeft mijn zelfvertrouwen en zelfbeeld een behoorlijke opdoffer gegeven. Helaas is enige tijd het resultaat geweest dat ik niets meer durfde te proberen. Dat ik liever niet ergens aan begon omdat ik bang was te falen.

Dit ergerde mezelf zo enorm dat ik juist allerlei nieuwe dingen opzocht. Mezelf in het diepe stortte. Of halsoverkop ergens aan begon zonder enige andere motivatie dan mezelf te bewijzen. Met als enige resultaat dat ik opnieuw aan mezelf bewees dat ik overal in faalde.

 

 

De laatste jaren heb ik veel bij geleerd. Ondertussen ken ik het patroon. Ik herken het tegenwoordig ook best snel. En dan vertel ik mezelf ook echt dat alles oefening nodig heeft. Dat dingen leren tijd kost. Dat iets kunnen pas met herhaling vervolmaakt kan worden. Om mezelf daarna te vertellen dat dat geen zweverige onzin is, dat het geen zwakte is, dat ik mezelf geen faaltoestemming geef, maar dat iets niet kunnen of weten mag, dat ook ik dat mag.

 

Die mildheid, dat begrip, die compassie, juist dat vergt de meeste oefening

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten