Na mijn
tranendal-blog van de vorige keer duurde het lang voor ik weer de behoefte
voelde mijn ervaringen en gevoelens met een groter publiek te delen. Deels
omdat ik me een beetje schaamde voor mijn gedrag, deels omdat ik sommige dingen
toch graag privé houd. En dan is het niet handig om met een boos hoofd te gaan
bloggen.
De afgelopen
weken waren niet zonder strijd of traan. Verandering is nooit eenvoudig en
roept altijd verzet op. En toch was verandering noodzakelijk. Niet van mensen,
wel van taken. Dat vooral de pubers hier niet zomaar in meegingen is heel begrijpelijk
maar was tegelijkertijd ook zeer ergerlijk. De grote valkuil bleek voor mij het
niet zielig willen doen waardoor ik meer leek te kunnen hebben dan ik
daadwerkelijk kon. Hierdoor liepen meningsverschillen over wat ze welen niet
zelf hoeven te doen al snel uit op machts-
en krachtsstrijd. Dodelijk vermoeiend en zwaar levensvreugd bedervend.
En ook
tussen manlief en mij heerste er ongemakkelijkheid. Dit dan weer niet uit
machtsstrijd en meningsverschillen maar meer uit voor elkaar denken. Ook de ander niet willen kwetsen of overvragen en dus erg veel zwijgen bleek een
valstrik. Hoewel goedbedoeld deed het de onderlinge verstandhouding meer kwaad
dan goed.
Gelukkig
hebben we regelmatig afspraken met maatschappelijk werk. Het heeft me erg
geholpen toch de confrontatie aan te gaan met de jongens en hardop te zeggen
wat ze eigenlijk wel wisten. Misschien dat het nog iets beter met me gaat gaan,
maar zoals het was zal het nooit meer worden en het is ook niet de bedoeling
dat het ooit weer zo gaat worden. Hun takenpakket wordt uitgebreid om het mijne
te verlichten of ze het nou leuk vinden of niet.
Het heeft me
ook geholpen te blijven communiceren met manlief over wat me wel lukt en wat
niet zonder dat hij zich geroepen voelt dat wat niet lukt direct over te nemen.
(En dan te chagrijnen omdat ook hij het niet ‘even’ kan doen) Hierdoor voelt
het alsof er meer ruimte is te mogen mislukken en dus ruimte om uit te
proberen. En daarmee ruimte om te groeien.
We zijn er
nog lang niet. Ik ben er nog lang niet. Ons gezin is er nog lang niet maar het
voelt niet meer alsof alles pas weer goed is als het weer precies zo is als het
was voor mijn infarct. Ik revalideer en mijn mannen revalideren mee.
Ik zou bijna zeggen, gezellig zo samen, maar dat is natuurlijk niet altijd zo. Maar wel heel knap dat het gaat het zoals het gaat. Met vallen en op staan en af en toe een stapje vooruit en soms weer achteruit om vooruit te schieten, komen jullie er wel.
BeantwoordenVerwijderen