maandag 14 oktober 2024

Terugblik Kind uit de Kast

 

Een beetje spannend vind ik het wel als we om kwart over zes de ruimte van Focus instappen. Er zijn nog heel veel kleine dingetjes te doen maar gelukkig heb ik fijne mede-vrijwilligers bij me. Ook Oscar en Erica van Focus zijn al druk bezig.

Helaas word ik overvallen door een aanval van zoveel te doen, waar te beginnen’’. AL heb ik hier zelf meer last van dan de anderen. Deze lijken goed te weten wat er gedaan moet worden en door wie. Les voor een volgende keer, toch een lijstje maken van de laatste taken.



Gelukkig verdwijnt het paniekerige gevoel als de gastsprekers binnen komen. Dan kan ik gaan doen waar ik goed in ben, gesprekjes aanknopen.
Wanneer ook andere gasten binnen komen raak ik in mijn element.

 

Iets na de officiële aanvangstijd gaan we van start met het programma. Henk Nijmeijer heeft een mooie speech met aandacht voor coming out en acceptatie. Nogmaals benadrukt hij het goede werk van Stichtingen als de onze en in het bijzonder zijn blijdschap met ons initiatief iets voor ouders van LHBTI+ personen te willen betekenen.Dan geeft hij het woord aan Janine Verduin.


 coming out en acceptatie


Janine Verduin gaat vanuit haar professionele ervaringen in op thema’s rond coming out en acceptatie. Zo kunnen ouders zich afvragen waarom hun kind worstelt met hun geaardheid terwijl het opgroeit in een open en accepterende omgeving. Ook weten ouders niet altijd of ze de begrippen waar hun kind het over heeft wel begrijpen. Er zijn vaak zorgen over veiligheid en pesterijen. Kortom, ouders zijn soms net mensen die vreselijk aan zichzelf twijfelen maar daar niet altijd uiting aan kunnen of willen geven.

 

In haar uitleg zoekt Janine contact met de aanwezigen, vraagt naar hun ervaringen, hun twijfels maar ook de dingen waardoor ze verrast werden. Al gauw ontstaan er mooie gesprekken. Soms anekdotisch, soms zeer emotioneel. Er komt van alles voorbij en het mag er allemaal zijn.

Het is mooi te zien hoe makkelijk er in een veilige omgeving diep contact kan zijn.


er is behoefte aan contact 



Bij het afsluiten van de avond is de intentie uitgesproken dit initiatief verder uit te rollen. De opkomst was misschien tegenvallend maar dat er behoefte is aan contact tussen ouders wordt vaak benadrukt. Nu is het aan ons om deze ouders te bereiken en uit te nodigen.

maandag 30 september 2024

een thema avond voor ouders van lhbti-ers



Toen ik toetrad tot het bestuur van Stichting Regenboog kreeg ik een mooi initiatief aangereikt om uit te werken. Het idee was om in de Regenboogweek ( 7 okt- 13 okt.) iets voor ouders te organiseren. Een inloopochtend, een koffie moment, iets totaal anders, als het maar voor ouders was. Het idee had de werknaam ‘Ouders voor ouders’.

Tijdens de zomerstop heb ik het idee vele malen door mijn hoofd laten gaan. Hoe gaan we dit doen? Wat is de kern van het idee? Wat zou ik als ouder willen?

 

Dat laatste bleek de belangrijkste gedachte. Wat zou ik als ouder willen. Want ik ben natuurlijk ouder. Ik ben toevallig ook ouder van lhbti-ers. En daarmee ben ik dus de doelgroep.

Ik ben dus gaan nadenken waar ik behoefte aan had toen mijn kinderen uit de kast kwamen. En dat kwam neer op drie dingen, informatie, herkenning en erkenning.

Informatie over het proces van uit de kast komen. Over alle begrippen die plots deel uitmaakten van mijn leven. Informatie over de dingen die op ons pad kunnen gaan komen. Ik wilde dus heel graag zorgen voor informatie.

Voor deze informatie benaderde ik Janine Verduin, een psycholoog met expertise op het gebied van coming out en acceptatie. Ik ben erg blij dat ze mee wil werken.

 

Voor herkenning wist ik dat ik ouders met elkaar in gesprek wil laten gaan. Daarvoor ging ik op zoek naar een geschikte locatie. 

Eén van de mensen die ik had benaderd met wat vragen over het organiseren van een contactavond is Erica van Focus- jeugd en gezin. Zij is erg enthousiast over het idee en heeft hun locatie aangeboden als ontmoetingsplek. En daarmee ook de kennis die in huis is om een contactavond te organiseren.


Wat volgde was het proberen te bereiken van de doelgroep. De stichting zorgde voor een mooie flyer die via sociale media verspreid is. Hopelijk beweegt dit ouders om te komen om in een veilige omgeving hun verhaal te vertellen, hun ervaringen te bespreken  en hun positieve en negatieve gevoelens te delen.

 

De erkenning kreeg ik toen het idee zich verspreidde. Vele malen werd benoemd hoeveel behoefte hier aan was. Dat het idee door anderen is opgepakt om zelf iets te organiseren. Dat dit initiatief door meer dan alleen ouders wordt omarmd.

Het maakt me dan ook enorm trots dat Henk Nijmeijer zijn medewerking heeft toegezegd. Daarmee heeft hij dat vage ideetje in een vergadering vleugels gegeven en zal het hopelijk een groot succes worden dat navolging krijgt.

 

 

 

zondag 22 september 2024

kind uit de kast

 Wanneer je kind uit de kast komt, gaat er een heel nieuwe wereld voor je open. Een wereld vol nieuwe begrippen. Een wereld waar kwistig wordt gestrooid met afkortingen. Een wereld waarvan je het bestaan wel wist maar niet precies wist wat er allemaal speelde. 

 

Wat ik mij vooral herinner is het dubbele gevoel. Een deel was blij dat mijn kind zich veilig genoeg voelde dit met ons te delen. Dat het zichzelf durfde te zijn bij ons. Dat het ervoor koos gelukkig met zichzelf te zijn. 

Een ander deel van mij ging in de bezorgde stand. Wat voor pad met hindernissen lag er voor mijn kind klaar? Zou de buitenwereld in zien dat ons kind gewoon nog steeds ons kind was? Zou het bestand zijn tegen alle negatieve reacties die het hoogstwaarschijnlijk zal krijgen? Zal mijn kind veilig zichtbaar kunnen zijn in onze samenleving? 

En er was ook een deel wat heel veel dingen niet begreep. Niet wist wat al die afkortingen inhielden. Wat het verschil was tussen verschillende termen.  

 

Impact op mij 

 

Hoewel de coming out van mijn kind vooral om mijn kind draaide, veranderde ook mijn wereld. Mijn toekomstbeeld. Mijn verwachtingen. En in sommige opzichten ook mijn verleden.  

Mijn kind veranderde van pronouns en van naam. Die wie ze bij geboorte was werd ten grave gedragen en bestond niet meer. Dat deed verdriet. Ik had namelijk heel veel van dat kind gehouden. En hoewel ik nog steeds van dit kind hou, dit kind niet is veranderd en het kind enkel meer zichzelf is geworden, moest ik afscheid nemen van een deel van dit kind.  

We moesten afscheid nemen van dat deel wat we zo zorgvuldig hadden gekozen. De naam die de eerste jaren zo goed voelde, zo passend was en ik zo mooi vond.  

 

Ik wist dat het noodzakelijk was, het afscheid van haar naam. De naam voldeed absoluut niet meer. De persoon die met die naam verbonden was, was niet meer. Maar rationeel weten is niet hetzelfde als er geen gevoel bij hebben. Het kostte zeker moeite haar oude identiteit achter te laten, hoe gelukkig ik ook was met haar nieuwe. 

 

Mijn andere kind deed het wat minder radicaal maar die introduceerde een enorme lading nieuwe begrippen en afkortingen. Begrippen die mijn begrip van seksualiteit en gender nogmaals uitdaagden. Ik dacht namelijk dat ik na mijn dochter zeer ruimdenkend was geworden. En toch kostte het moeite te begrijpen hoe hij zich identificeerde. En vooral dat vond ik lastig. Waarom kon ik mijn kind niet begrijpen. Ik ken het toch door en door? Waarom voelt dit dan toch zo ongrijpbaar, zo ver van mijn bed? 

 

Netwerk 

 

Ik ben een gezegend mens. Ik heb kinderen die heel open zijn en niet terugschrikken voor mijn naïeve denkbeelden, gedachten en vragen.  

Ik heb vrienden om me heen die kennis hebben en die graag willen delen. Ik heb vrienden die me de ruimte geven al die kolossale gevoelens die de coming out's me gaven te ventileren, te erkennen en te valideren. 

Ik ben in het gelukkige bezit van een veelzijdig netwerk en toch voel ik af en toe de behoefte te spreken met andere ouders. Van gedachte te wisselen over de angsten die ik voel. Om te delen wat er allemaal op ons pad is gekomen sinds mijn kinderen uit de kast zijn. Om te praten over mijlpalen die herkend en erkend worden door de ander. Maar ook om gedachten te wisselen over negatieve ervaringen. 

 

Ik ben dan ook heel blij dat Stichting Regenboog Meppel een initiatief had liggen voor een oudercontact-moment. Met trots kan ik melden dat met behulp van een fantastisch netwerk Stichting Regenboog Meppel de thema- avond “Kind uit de kast" voor ouders organiseert.  

Dus ben je ouder van een LHBTI+ persoon? Wees welkom op 9 oktober!  

(het programma volgt spoedig). 

Amsterdam Rainbow Dress in het Drents Museum (eigen foto)

donderdag 19 september 2024

Mijn moederhart


Iets meer dan drie jaar geleden schreef ik dit blog recht vanuit mijn hart. Helaas zijn de wachtlijsten sindsdien toegenomen, lijkt de tolerantie afgenomen en zijn de nare opmerkingen gemeengoed geworden. Daarom in de herhaling. Want ik ben niet de enige ouder die dit ervaart. Ik ben niet de enige ouder die zich soms roepende in de woestijn voelt. Ik ben niet de enige moeder die van haar kind houdt en het wil behoeden voor haat, discriminatie en uitsluiting. Voor al die vaders, moeders, ouders, opvoeders, jullie zijn fantastisch. Kijk maar hoe geweldig je kind is geworden,


Afgelopen woensdag was het Transgender day of visibility. Donderdag was het 20 jaar geleden dat het burgerlijk huwelijk werd opengesteld voor paren van het gelijke geslacht. Twee dagen die in mijn kleine bubbel om een feestje vragen. Twee dagen om zichtbaarheid, acceptatie en normalisering vieren. Maar ik was even wat minder slim en las de reacties op sociale media over deze twee bijzondere dagen. Sindsdien weent mijn moederhart.

Het huilt om het onbegrip, de vuilspuiterij, de intolerantie en de ongefundeerde oordelen die ik lees. Het huilt voor mijn kind dat er zoveel haat leeft voor iemand als zij bij mensen die haar niet kennen. Tegelijkertijd ben ik een beetje jaloers op deze mensen. Vooral op hun onwetendheid.

 

Deze mensen hebben hun kind niet zien vechten met zichzelf. Hun kleuter is nooit uitgescholden voor vuile homo, waardoor het woord homo als iets negatiefs wordt ervaren want het is toch vies?

Ze hebben hun kind nooit overstuur thuis gehad omdat kinderen op school zeggen dat een roze shirt niet voor echte jongens is.

Ze hebben nooit meegemaakt dat ze haar lievelingsbroek niet meer aan durft omdat er een roze streepje in zit en dan word ze uitgescholden voor mietje.

Dat ze op ballet te horen krijgen dat ze best mee mogen doen maar niet in een balletpakje zoals alle andere kinderen in de les.

Dat ze van ballet afgaan omdat de meisjes uit de les het zo lastig vinden dat er een jongen mee wil doen.

Dat ze van wildvreemden te horen krijgen dat zo’n elfenjurkje echt prachtig is maar toch niets voor een echte jongen.

Dat mensen het fantastisch vinden dat je een speelkeukentje in je woonkamer hebt tot ze horen dat je enkel zonen hebt.

Deze mensen hebben nog nooit de wanhoop in hun kind gezien omdat ze voor het eerst verliefd zijn geworden op iemand van het eigen geslacht. Ze hebben niet de vertwijfeling gezien toen ze erachter kwamen dat ze ook vallen op mensen van het andere geslacht.

Deze mensen hebben nog nooit moeten toekijken terwijl hun kind worstelde met zichzelf, met zijn/haar lijf, met de genderverwachtingen bij opleidingskeuze, bij de kledingkeuze of haarstijl en hobby’s.

 

Als ouder probeer ik mijn kind elke dag opnieuw mee te geven dat het er mag zijn. Dat het mag zijn wie het is. Dat het niet uitmaakt op wie het wel of niet verliefd wordt. Dat het kind zelf niet is veranderd, enkel het geslacht en dat ik blij ben dat ze meer en meer zichzelf wordt.

 

Als moeder houd ik mijn hart vast want we maken al 16 jaar mee dat Nederland niet zo tolerant is als ze zelf denken. Homohaat is nog steeds aanwezig en echt niet alleen in religieuze hoek. Ik heb vaak genoeg mogen horen dat het “vast nog wel goed komt ondanks dat ie nu zo’n voorkeur heeft voor meisjesdingen”.

Als moeder vind ik het extreem dapper en extreem eng dat ze nu als meisje over straat loopt. Ze zal maar de verkeerde tegenkomen die haar herkent.

Als moeder ben ik bang voor de toekomst waarin baanzekerheid, woongenot, arbeidsplezier en basisveiligheid volgens statistieken minder vanzelfsprekend zijn.

Als moeder vrees ik genderdysforie, depressie, automutilatie en suïcidale gedachten.

 

Als mens ben ik boos. Boos dat ik denk ”Jullie hebben makkelijk lullen.”. Boos dat mensen dit over mijn kind durven te denken. Boos dat deze mensen mijn prachtige, kwetsbare kind als een bedreiging zien. Nog bozer dat ze hun vuiligheid met droge ogen durven optikken. Boos dat het land waar ik opgroeide zichzelf zo op de borst klopt over homoacceptatie, tolerantie en emancipatie, terwijl datzelfde land makelaars heeft die heen woning verhuren aan homostellen. Een land dat contracten niet verlengd omdat iemand er achter is gekomen dat het kruisje bij gender niet overeenkomst met hoe de persoon eruit ziet. Een land dat vind dat mensen mogen zijn wie ze zijn als ze dat maar niet in het openbaar doen.

Ik ben boos dat deze mensen mijn kind afschilderen als iets vies, iets fouts, iets monsterlijks. Want mijn kind is geen freakshow. Mijn kind is een prachtig mens. Een gevoelige ziel. Een loyale vriend. Een liefdevol kind. Een prima werkkracht. Een pientere stagiaire. Een intelligente leerling. En af en toe een vreselijke puber.

 

Ik ben niet dapper en dus reageer ik niet op de mensonterende reacties van dit soort mensen. Ik ben niet dapper dus ik schreeuw mijn onmacht niet uit. Ik ben niet dapper daarom huil ik niet hardop.

Maar mijn hart weent zachtjes voor al het verdriet, het onrecht en de ongelijkheid waar alle mensen die zich onder de regenboogvlag scharen dag in, dag uit mee worden geconfronteerd.

 



P.S. ons jongste kind is transvrouw wat inhoudt dat ze als jongen/man geboren is maar zich meisje/vrouw voelt. Na een lange wachtlijst heeft ze een traject doorlopen waardoor ze nu wettelijk vrouw is. De huidige wachtlijst voor een intake voor dit traject is ongeveer 36 weken. De wachttijd voor de genderpoli bedraagt momenteel meer dan 2  en 1/2 jaar (bron:UMCG)

zondag 14 april 2024

Sociaal niet zo handig

 

Het is altijd lastig voor me geweest, het maken van vrienden. Niet het legen van contacten, dat gaat me redelijk makkelijk af. Alleen de vervolgstap vind ik altijd een dingetje. Ja, dat heeft absoluut voeten in het verleden maar het is ook een soort van sociale onhandigheid.

Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe je dat doet. Ik vind het lastig een contact uit te diepen omdat ik mezelf niet wil opdringen. Ik weet niet zo goed waar de grenzen liggen in oprechte belangstelling tonen en contact zoeken. Als ik met iemand app weet ik niet zo goed hoe en wanneer te stoppen. Als iemand niet terug appt vind ik het lastig om het gesprek later te herstarten.

 

Hoe doen mensen dat toch? Hoe zetten ze vriendschappelijke contacten om in vriendschap?

 

De reden dat dit me momenteel zo bezig houdt is dat ik de afgelopen maanden heb gemerkt dat mijn sociale cirkel wel erg klein is geworden. Niet op rare manieren maar door natuurlijk verloop. Met sommige vrienden is het contact verwaterd omdat we beiden een andere kant op zijn gegaan in ons leven.

Bij anderen is het contact minder geworden omdat we door verhuizingen minder dicht bij elkaar in de buurt wonen en elkaar daardoor niet meer tegenkomen. En dat was wel precies hoe dat contact altijd is geweest. Bij belangrijke dingen appen we, voor de rest bespraken we veel als we elkaar tegenkwamen en dan een koffieafspraak maakten.

 

Maar dit heeft er dus wel voor gezorgd dat ik na de covid-maatregelen een zeer uitgedund sociaal netwerk heb. Helemaal nu met die stomme gezondheidsklachten is mijn wereldje wel heel klein geworden. Even naar Meedhuizen om lekker bij te beppen met mijn vriendin zit er niet echt in.

En ik mis het. Het ouwehoeren, het lachen, het serieuze gesprek, het bijna vanzelfsprekende, Het delen van wat je bezig houdt, het jezelf kunnen zijn en laten zien.

Natuurlijk kan dat thuis, Maar soms wil ik wel eens andere ogen, oren en meningen. Of met iemand praten die het ook leuk vind om te haken. Of om over boeken die we lezen te praten. Of één van de andere honderden redenen waarom vriendschappen goed zijn voor een mens.

 

Nee, ik ben niet zielig. Wel voel ik me soms een beetje eenzaam en dan vraag ik me af hoe andere mensen dat toch doen, vriendschappen opbouwen en onderhouden.


zondag 3 maart 2024

#wow deel 8, 2024

 

Hoewel er geregeld de meest wilde ideeën en plannen aan mijn brein ontspruiten ben ik niet zo van het initiatief nemen. Daarvoor laat ik mij te veel hinderen door realiteit, een negatieve zelfblik en een gebrek aan zelfvertrouwen zeer zeker aan ten gronde. Terwijl ik nog vol enthousiasme alle mogelijkheden in mijn hoofd aan het doornemen ben zie ik meteen al beren op de weg.

 

Initiatief: het ondernemen van actie zonder hier door anderen toe aangezet te worden.
– (plan) het bedenken van een nieuw idee of plan en het ondernemen van stappen om dit idee of plan te realiseren;

 

Gelukkig woon ik in een klein stadje met een groor aantal mensen met de meest uiteenlopende initiatieven. En voor die initiatieven zoeken ze altijd wel meedenkende ondersteuners. Er ligt hier op elke straathoek een mogelijkheid tot vrijwilligerswerk.

De keuze is reuze. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is iemand bezig met het opstarten, uitvoeren, in beweging houden van jouw briljante inval.

 

Ik heb zeer veel bewondering voor mensen die dat aangaan. Het vanuit het niets een idee neerzetten en er gewoon voor gaan. Meestal onder het motto “niet geschoten is altijd mis”.

Ik durf het niet. Ik ben van nature een bangebroek op dat gebied. Wat ik dan wel weer durf is de durvers ondersteunen. Soms door simpelweg berichten te delen, mensen te enthousiasmeren voor een initiatief en soms door diverse hand- en spandiensten te verrichten.

En zo breng ik de boel weer in evenwicht. Ik mag dan geen durver zijn, als doener kan ik zeker mijn steentje bijdragen.


Onder de afbeelding een aantal links naar een paar van die prachtinitiatieven.



Stichting Regenboog Meppel

buurtgezinnen

Meppel voor Elkaar

Meppel Diep Geluk

Grachtenfestival

woensdag 28 februari 2024

#wow deel 8, 2024

 

Het woord van afgelopen week is mij verre van vreemd. Gezien het feit dat ik deze blog een volle week later plaats dan dat het woord is verschenen geeft al aan dat ik mij zeer geregeld schuldig maak aan uitstelgedrag.

 

Uitstelgedrag: specifiek bij studeren ook wel studie-ontwijkend gedrag (‘sog’)) is het uitstellen van taken die men eigenlijk wil of moet doen en waarbij men weet dat het uitstel waarschijnlijk niet goed is en tot moeilijkheden of extra stress zal leiden. Daarom wordt dit soms ook irrationeel uitstel genoemd.

[bron https://nl.wikipedia.org/wiki/Uitstelgedrag]

 

Het zit een beetje in me, het uitstellen van dingen die gedaan moeten worden. Niet met opzet, tenminste, over het algemeen is het niet expres. Ik heb dan echt alle intentie om binnen afzienbare tijd te doen wat ik me heb voorgenomen. Alleen dat brein van mij he. Dat brein dat werkt nog wel eens tegen. Of eigenlijk niet weleens, mijn brein is mijn allergrootste valkuil.

Eerst vertelt het me dat ik me nergens zorgen over hoef te maken of er tegenaan te hikken want ik heb nog tijd zat. Dan vertelt het me dat ik eerst even wat anders moet doen en dan heb ik meer dan genoeg tijd. Dan zegt het dat ik toch nog even snel iets anders moet. Vervolgens raakt het in paniek en slaat lam. En plots ben ik zeven dagen verder en heb nog steeds geen blog.

 

Zoals het gaat met mijn blogs gaat het met veel in mijn leven. Zodra ik tijd zat heb om iets te doen komt er niets uit mijn handen en als het dan haast begint te krijgen sla ik vast. Om vervolgens op de valreep als een idioot aan de slag te gaan, me twee slagen in de rondte te werken om dan steen kapot het alsnog op tijd af hebben. Tenminste, als er een harde deadline is. Geen harde deadline kan zomaar betekenen dat het op den duur misschien weleens een keer als het meezit af komt.

 

Zoals eerder gemeld zitten we momenteel in een klusperiode. Morgen komen ze de keuken updaten. Een keer raden wat ik vandaag eindelijk heb gedaan.