Afgelopen vrijdag mocht ik weer op visite bij de
longarts. Even bijbabbelen over het slapen met de cpap en de astma. Zoals
altijd kwam hij langs. De door mij gevreesde vraag. “Hoe gaat het nu met u?”
Een aantal jaren zou ik zonder nadenken hebben verteld
hoe het op dat moment ging. Goed of slecht, ik nam geen blad voor de mond. Ik
zit namelijk niet voor niks bij een arts. Daar hoef ik me niet groot te houden
of beter voordoen dan ik me voel. Maar sinds een tijdje merk ik dat ik minder
spontaan antwoord geef. Ik twijfel. Helemaal als ik denk dat het best heel
aardig gaat.
Het was een vreemde gewaarwording toen ik vrijdag
merkte dat ik terughoudend was in het benoemen van de positieve veranderingen
die er zijn. Alsof ik met het uitspreken dat het zoveel beter met me gaat de
Goden verzoek. Alsof ik het noodlot over me afroep. Alsof ik hoogmoedig ben.
De psychologe van de koude grond in mij kan dat best
verklaren. Er zijn de afgelopen jaren nogal wat momenten geweest dat ik me vlak
voor het mis ging net weer wat beter begon te voelen.
Nee, dat overdrijf ik. Het is meer dat er enige tijd
een stijgende lijn leek te zitten in mijn gezondheid, welbevinden en energie
maar dat die in plaats van doorzetten, afboog en langzaam maar zeker weer ging
dalen naar een nieuw dieptepunt op die vlakken.
Mijn optimistische ik ergerde zich nogal aan die
psychologe en die bibberkip. Die zou juist wel van de daken willen schreeuwen
dat nu eindelijk echt ontdekt is waar ik al die jaren al last van heb. Die ik
wil aan de slag, dingen ondernemen, eindelijk afvallen, al die dingen die al
die tijd zover buiten mijn bereik leken.
Mijn nuchtere ik bekeek al die ikken eens van een
afstandje en schudde haar hoofd. Ik ben optimistisch maar wel voorzichtig
optimistisch. De wonden van de vorige tegenslagen zijn nog erg voelbaar dus
voorzichtig zijn mag. Zelfs bang zijn dat dit nog niet het einde van de
gezondheidsellende is mag. Ik mag zelfs boos zijn dat het me nog steeds niet
snel genoeg vooruit gaat.
Want als ik echt eerlijk ben tegen mezelf, gaat het
gewoon goed. Elke week gaat het beter dan de week ervoor. De stappen zijn
klein, maar de schade is ook in lange tijd opgebouwd. Dan kost het herstel ook
veel tijd. Ik merk nu pas hoeveel ik niet meer kon, deed of durfde. En ook
hoeveel daarvan ik nu wel weer doe.
Dus misschien ben ik er nog lang niet, ik ben heel
blij dat ik onderweg ben.
goed te lezen dat het beter gaat
BeantwoordenVerwijderen