vrijdag 23 februari 2018

#WOT deel 8-2018


Woord ~ 1) Afgepaald stuk grond 2) Afgeperkt stuk land 3) Belofte 4) Bewoording 5) Deel van een hoofdstuk 6) Deel van een zin 7) Dier 8) Een zin 9) Erewoord 10) Formulering 11) Geheel van spraakklanken 12) Grammaticale term 13) Is nooit zinloos 14) Letterwoord 15) Logos 16) Omschrijving 17) Rede 18) Spraakklank 19) Taalkundige term 20) Taalteken 21) Term


Op de lagere school bleek al vroeg dat ik zeer taalgevoelig was. Ik begreep als vanzelf hoe spelling werkte. Hoe zinnen in elkaar staken pikte ik snel op. En mijn grote woordenschat werd geprezen. Ik vond bezig zijn met taal ook leuk dus toen het tijd werd een middelbare school te kiezen koos ik voor een gymnasium.

Eenmaal op dat gymnasium bleek ik inderdaad zeer taalgevoelig maar wel een met een groot mankement. Ik had absoluut geen aanleg voor stampwerk. Rijtjes leren was een drama. Om over idioom maar niet te spreken. Mijn eerste onvoldoendes prijkten op de overhoringen van woordenlijsten.
Natuurlijk probeerde ik het wel, maar het bleef onvoldoendes regenen. De woorden bleven niet hangen. Ik wist wel welke woorden er in de te leren lijst stonden, ook wist ik echt wel betekenissen. Ik wist alleen niet welk woord bij welke betekenis hoorde.

De onvoldoendes voor iets simpels als woordjes leren werd niet echt begrepen. Ik kreeg preken dat ik harder moest leren. Dat ik gewoon domweg moest gaan stampen, dat ik beter mijn best moest doen. En altijd met dezelfde redenatie. Zonder woordenschat kun je een taal niet doorgronden en zal je ook onvoldoendes halen op de belangrijkste toetsen, de tekstverklaringen.

Ook toen ik naar de HAVO overstapte bleef idioom een struikelblok. Vooral bij Duits waar bij de woordenlijsten op alfabetische volgorde moesten worden geleerd. En ook hier kreeg ik de wind van voren. Want ook hier was men ervan overtuigd, zonder gedegen woordkennis kon iemand onmogelijk begrijpen waar een tekst over gaat, laat staan er vragen over beantwoorden.
De enige die dat durfde te betwisten was ik. Ik snapte namelijk wel waar de teksten over gingen. Nee, ik wist niet van elk woord exact de betekenis, maar ik doorzag de strekking van de tekst waardoor ik als vanzelf de ontbrekende woorden kon invullen. Ik haalde altijd hoge cijfers op tekstverklaring. Ik dacht dat ik zo taalgevoelig was dat ik me ook zonder die woordjes op het examen wel zou redden.
Ik werd niet geloofd. Onmogelijk, onzin, ze zouden nog wel eens zien. En het zou me ontzettend berouwen dat ik zo eigenwijs was.

Ik ben er niet trots op dat ik door een 1,2 op idioom zwaar onvoldoende mijn Duits-examen inging. Wel op de 9 op de examentekst die dat ruimschoots compenseerde.
Ik heb die dag een aantal leraren en een conrector hun woorden laten opeten. Soms is aanleg belangrijker dan het feilloos kunnen opdreunen van kennis.


3 opmerkingen:

  1. Ja! De strekking begrijpen is veel belangrijker dan suf woordjes stampen. Bovendien hebben we tegenwoordig Google translate en internet!

    BeantwoordenVerwijderen