maandag 9 mei 2016

Fictie

Het kriebelt. Het kriebelt al langer. Maar door een directe vraag van een vriendin heeft de kriebel aandacht gekregen en is daardoor gegroeid.
Haar vraag was direct maar simpel: ”Schrijf jij eigenlijk nog?” En ik kon niet anders dan schoorvoetend toegeven dat ik al in geen eeuwigheid meer fictie had geschreven. En ik weet ook niet of ik het alweer kan. Of aandurf. Het kost al zo ontzettend veel tijd en moeite om  ‘gewoon’ te bloggen.

Het is geen onwil. Zeker niet. Ik heb namelijk altijd veel plezier beleefd aan het proces van hersenspinseltje tot voltooid verhaal. Het bedenken van mogelijke ontwikkelingen. Het proberen uit te werken van een wild idee en het dan toch volledig schrappen omdat het niet klopt met je personage. Of het verhaal vertraagd, onnodig ingewikkeld maakt of zelfs verstoord.
Het verbaasde en plezierde mij enorm om te zien wat ik met wat woorden tot stand kon brengen. Ik ben ondanks al mijn onzekerheid ook altijd erg trots geweest op mijn verhalen op ‘Cin verzint’.
En daar wringt ‘m de schoen. Ik ben bang dat ik dat niveau wat ik van mijzelf eis niet meer kan bereiken.

Ik heb vorig jaar een beste optater gehad. Een optater die zowel lichamelijk als geestelijk sporen heeft achtergelaten. Een van die sporen was een enorme woordverwardheid. Ik kon woorden niet terug vinden, ik had moeite met synoniemen en ook mijn zinsopbouw liet geregeld te wensen over.
Maar ook mijn concentratievermogen en geheugen hadden te lijden gehad. Informatie kwam nauwelijks binnen en anders zorgde mijn geheugen er wel voor dat het verkeerd werd opgeslagen. Ik had al moeite te onthouden welk onderwerp de zin had die ik was begonnen, laat staan dat ik een hele alinea kon schrijven. Er waren wel verhaalideetjes en zelfs af en toe een schrijfpoging maar de verhaallijnen raakten meer verstrikt dan een streng kerstlichtjes.
En toen heb ik het ondenkbare gedaan. Ik heb het opgegeven. Weliswaar tijdelijk, maar toch. Ik zag het niet meer zitten. Ik kon me niet indenken dat ik ooit weer een volledig verhaal zou kunnen schrijven.


Maar de kriebel is er. En de kriebel is behoorlijk toegenomen. Er beginnen zich weer verhaallijntjes in mijn hoofd te ontspinnen. Er worden weer personages en achtergronden bedacht. Er wordt weer nagedacht over gebeurtenissen, plots en twisten. Ik wil mijn fantasie weer aan het werk zetten en de bevrediging voelen van de laatste punt achter een goed verhaal. En hoewel ik nog wel vastloop in de opstart voel ik aan mijn water dat er binnenkort eindelijk weer leven in de brouwerij komt op mijn andere blog.

zondag 8 mei 2016

#WOT deel 18

Niks ~ 1) De kosten van de zonsopgang (crypt.) 2) Geen zier 3) Geen enkel ding 4) In het geheel niets 5) Minder dan iets 6) Minder dan weinig 7) Mis 8) Noppes 9) Nihil 10) Niets 11) Niet 12) Nada 13) Niemendal 14) Nog minder dan niets (crypt.) 15) Niemendal 16) Niets anders dan ’n x (crypt.) 17) Nul 18) Ontkennend telwoord 19) Onbepaald voornaamwoord

We doen het allemaal wel eens. De een iets meer dan de ander maar wanneer er ons word gevraagd of er iets scheelt, is ons antwoord al snel ‘niks’. Niet omdat ons  daadwerkelijk niets mankeert maar meer omdat we geen sociaal ongewenst antwoord willen geven.

Natuurlijk doe ik dit zelf ook. Hoewel ik mij lang geleden al eens had voorgenomen eerlijker antwoord te geven op zo’n vraag merk ik dat het nog al uitmaakt wat er aan scheelt of ik dat doe. Er zijn nou eenmaal een aantal onderwerpen waar je het niet zomaar over hebt. Dingen die sociaal nog niet heel erg worden geaccepteerd als normaal gespreksonderwerp.

Mocht je nu denken dat dat onzin is moet je je maar eens afvragen hoe je het zou vinden als ik zou zeggen: ”Nee, het gaat niet zo goed. Ik ben ongesteld geworden en heb de halve nacht wakker gelegen van de buikkrampen. Ze waren zo hevig dat ik droomde dat ik heftige weeën had en ging bevallen.”
Het zou zomaar kunnen dat je je een beetje ongemakkelijk voelt bij zoveel openhartigheid over vrouwenkwaaltjes. Misschien vind je het aanstellerij, want alle vrouwen menstrueren en hebben allemaal wel eens een beetje last van kramp. Misschien vind je dat ik een beetje te openhartig ben over mijn persoonlijke ellende. Maar vooral is het een antwoord wat je niet verwacht en dat wil nog wel eens voor sociale ongemakkelijkheid zorgen.


Het lijkt wel of er een code is. Er zijn een aantal onderwerpen die je niet aanroert als iemand vraagt of er iets mankeert. Je hebt het niet over vrouwenkwalen. Je spreekt niet over dingen die vies worden gevonden zoals diarree of bloed op rare plaatsen. Je hebt het ook niet over financiële tegenslagen. Je zwakt eventuele fysieke klachten af. En je houdt je mond over psychische aandoeningen. Maar om helemaal veilig te zijn geef je gewoon ‘niks’ als antwoord, dan kun je je in ieder geval niet vergissen in hoe vrij je bent in je antwoord.

dinsdag 3 mei 2016

#sg16 - Kok


Vandaag neem ik een kijkje op het blog van Carel. Even spieken wat voor woord hij dit keer heeft bedacht voor #sg16. Wie weet inspireert het me. Wanneer ik het lees, schiet ik in de lach. Geen erg nette reactie maar ik moet denken aan een van de redenen die hij ooit opgaf om #sg16 te starten, het veelal foutieve gebruik van spreekwoorden en gezegden, de verhaspelingen. En laat ik toch meteen moeten denken aan de grootste verhaspeling die ik op spreekwoordgebied ken! Na lang nadenken over andere spreekwoorden en kort twijfelen of ik dan toch de verhaspeling zal nemen als onderwerp neem ik een besluit. Ik doe het.


Het is al een aantal jaren geleden dat manlief en ik een item werden. En zoals zoveel jonge items wilden we vooral heel veel bij elkaar zijn. Ik woonde in een klein studentenkamertje, manlief woonde met enkel zijn moeder in een grote eengezinswoning. Tel daar bij op dat daar altijd eten in huis was en ik moest rondkomen van een studiebeursje en een ieder zal begrijpen dat we veel tijd doorbrachten bij manlief thuis.

Zoals gemeld woonde manlief thuis bij zijn moeder, een vrouw die hem de liefde voor taal en taalspelletjes met de paplepel had ingegoten. Ik leerde een heel nieuw arsenaal aan woordgrappen.
Zo deed mijn knalrood geverfde haar mijn schoonmoeder uitroepen: “C’est trop tard!” een zin die de punchline bleek van wat vroeger bij haar thuis een populair mopje was.
Ik leerde wat mumsels zijn. En wat poekeltjespap is. Maar wat ik vooral leerde was het opzettelijk verhaspelen van spreekwoorden. Uiteindelijk is enkel die van die kok blijven hangen, maar die is dan ook zo sterk overeind gebleven dat ik altijd even moet nadenken hoe het oorspronkelijke spreekwoord ook al weer ging. Want ik heb de kok wel horen fluiten,  maar ik weet niet waar de lepel hangt.

Wat ik nou het allerleukste vind? Dat het oorspronkelijke spreekwoord zo lekker verwoord wat hierboven fout zou kunnen zijn gegaan.


zondag 1 mei 2016

#WOT deel 17

Rust ~ 1) Adempauze 2) Bekende personen en groepen 3) Bezitting 4) Beheerstheid 5) Bedaardheid 6) Commando 7) Cesuur 8) Caesuur 9) Deel van wedstrijd 10) Deel van een schip 11) Deel van muziekschrift 12) Dat roest zonder te oxideren (crypt.) 13) Gemoedsrust 14) Gerustheid 15) Glasplaat 16) Gemak 17) Geruststelling 18) Halftime 19) Het niet actief zijn


Het is momenteel nogal eens onrustig in ons huis. Het wegvallen van de logeeropvang, het (nog) niet voldoende geïndiceerd krijgen voor andere logeeropvang en de wachtlijsten voor als we het budget wel naar onze zin rond hebben vergen veel van ons allemaal. Onzekerheid is funest voor de rust in een gezin en nog wat meer in een gezin met autisme en ADHD.
Veel professionals raden ons dan ook aan om goed voor onszelf te zorgen en eens lekker een dagje er tussen uit te knijpen. Even wat afstand van de drukte en de zorgen. Even tijd voor onszelf. Even helemaal ontspannen.

Afgelopen week vond ik het tijd worden weer eens zo’n dagje weg te organiseren. Eerst maar eens via vakantieveilingen iets binnen ons budget op de kop tikken. Dat lukt wonderwel snel. Een teken dat een dagje relaxen ons gegund wordt? Dat, of fikse mazzel.

Dan komt het tweede punt, het regelen van de zaken thuis zodat we ook echt onbekommerd weg kunnen. Niet eenvoudig want doordat in onze omgeving de basisscholen vanaf zaterdag pas vakantie hebben is de opvang van de boerderij niet open.
Vorige maand heb ik vriendin Marijke ingeschakeld toen we heel graag naar en feestje wilden. Om haar dan nu weer te vragen voelt niet goed (al weet ik dat zij het geen probleem vindt) dus vraag ik andere vrienden of middelste een etmaaltje welkom is. En gelukkig kan dat. Dat geeft rust want jongste en oudste kunnen met een flinke instructie zich wel een dagje samen redden. Daar vallen niet zo snel rake klappen of gewonden als die samen thuis zijn. En omdat oudste thuis is hoeft jongst niet lang alleen te zijn dus daar hoef ik dan geen opvang voor te vinden.

Middelste merkt wel op dat hij nu al voor de tweede keer in twee maanden ergens heen gaat terwijl de anderen thuis blijven. Best confronterend, zowel voor hem als voor mij, maar gelukkig snapt hij wel waarom en vindt ook wel dat hij een beetje mazzel heeft dat hij mag logeren bij leuke mensen.

Vrijdag is het dan eindelijk zover. Na vier dagen regelen, voorbereiden en instrueren stappen we in de auto naar Voorst. Daar wacht ons een heerlijk saunacomplex waar we na enige opstartproblemen dan eindelijk weer een beetje ontspannen. We komen tijdelijk helemaal tot rust. En dat is best wat geregel waard.