dinsdag 30 juni 2015

Hartzaken

Afgelopen vrijdag had ik een afspraak bij de cardioloog. Er waren diverse onderzoeken gedaan en daar kreeg ik de uitslagen van.

Er was veelal positief nieuws. De fietstest was goed. Ik fietste keurig boven de norm. Niet ruim,maar wel ruim genoeg.
Het ecg liet nogmaals een verbetering zien. De hartslag is eindelijk omlaag en ook de bloeddruk was netjes.
Op het filmpje van de hartecho was het gebied waar het infarct is geweest wel heel duidelijk te herkennen. Een stukje van het hart doet niet meer mee in de samentrekkingsdans. Het huppelt nog wel maar dat komt doordat de rest het meetrekt.

De cardioloog was zeer tevreden over de pompfuntie. Deze is normaal 55%. Vlak na het infarct was mijn pompfunctie 35-40% en bij de hartecho bleek hij tot 45-50% te zijn hersteld. Verder herstel is helaas hoogst onwaarschijnlijk maar de cardioloog was met dit resultaat al dik tevreden. Dit percentage valt namelijk binnen de norm. Het herstel is dus zeer goed verlopen. Zelfs boven verwachting. Al dat sporten geeft dus zeker resultaat. Nu zorgen dat die pompfunctie zo goed blijft.

Het bloedonderzoek leverde wel nog een vraagtekentje op. Op zich waren alle waarden helemaal goed. Het cholesterolgehalte was zelfs keurig, maarde onderverdeling van ‘goed’ en ‘slecht’ cholesterol was wel vreemd. Ik bleek nauwelijks ‘goed’ cholesterol te hebben. En daar wist de cardioloog helaas geen tovermiddeltje voor. Zelfs geen medicatie. Maar ik mag binnenkort op visite bij een vasculair internist. Die zijn wat meer gespecialiseerd in dat soort vraagstukken. Misschien dat deze nog wel een idee heeft om die verhouding te verbeteren.

Bij de cardioloog hoef ik over een half jaar pas weer te komen. En tot die tijd is het een kwestie van blijven sporten, blijven bewegen, met voedsel mijn gezonde verstand gebruiken, niet te gaan roken en vooral rustig te blijven ademhalen.


donderdag 25 juni 2015

Beweginsuitdaging

Twee weken geleden was mijn laatste fysio-sessie. En hoewel ik er nooit met tegenzin heen ben gegaan was ik er wel blij mee. Ik was wel een beetje klaar met heuveltjes fietsen op een hometrainer. Hoog tijd om wat anders te gaan doen. Maar wat dan?

Voor mijzelf lagen een aantal dingen al vast. Voorlopig wil ik op dezelfde dagen op ongeveer dezelfde tijd sporten.  Op die dagen en tijdstippen stond het al in de agenda. Daar is dus tijd en ruimte en ook zit dat ritme er na zeven weken wel aardig in. En ik wil zwemmen. Niet omdat ik dat extreem leuk vind maar makkelijk te doen, minder erg dan hardlopen en er komen geen fitness-apparaten aan te pas.

Ik wil ook wel iets anders erbij gaan doen, maar het ‘wat’ blijft lastig. Ik vind zo weinig sporten leuk om te doen. Een brainstormsessie met een vriendin levert in zoverre iets op dat we nu weten dat het enige waar we geen van beiden een extreem grote afkeer van hebben badminton is. En wandelen. Deze conclusie heeft nog niet echt tot meer beweging of een nieuwe hobby geleid. Maar dat is vast niet heel raar.

Om in ieder geval goed te starten zwem ik twee keer per week. Een uur baantjestrekken per keer. Dat gaat lekker. En nu vooral ook volhouden. 
Maar toch blijft het kriebelen. Ik zoek iets extra’s. Ik wil een doel, liefst met wat uitdaging.

Dan lees ik een gedeeld bericht op facebook over de Samenloop voor Hoop. Het kietelt mijn brein. Maar ik twijfel.
Ik vind wat meer informatie en voel de kriebel groter worden. Maar de uitdaging is wel erg groot.

Ik denk er nog eens over na en begin te denken dat het wel zou moeten kunnen.
Ik praat erover met een vriendin. Ook zij ziet de uitdaging, maar ook zij ziet dat het mogelijk kan zijn.
Ik slaap er een nachtje over en weet het dan zeker. Ik wil de Samenloop voor Hoop lopen. Maar daarvoor heb ik een team nodig. Ik zal dus moeten proberen iets van de grond te krijgen.

Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en een eerste oproep geplaatst op facebook. En ik herhaal hem hier.
Wie wil een uitdaging aan gaan? Wie wil het leven vieren? Wie wil samen met mij de Samenloop voor Hoop lopen?

Eerst meer informatie? Klik op deze link.








dinsdag 16 juni 2015

Gezinsrevalidatie

Na mijn tranendal-blog van de vorige keer duurde het lang voor ik weer de behoefte voelde mijn ervaringen en gevoelens met een groter publiek te delen. Deels omdat ik me een beetje schaamde voor mijn gedrag, deels omdat ik sommige dingen toch graag privé houd. En dan is het niet handig om met een boos hoofd te gaan bloggen.

De afgelopen weken waren niet zonder strijd of traan. Verandering is nooit eenvoudig en roept altijd verzet op. En toch was verandering noodzakelijk. Niet van mensen, wel van taken. Dat vooral de pubers hier niet zomaar in meegingen is heel begrijpelijk maar was tegelijkertijd ook zeer ergerlijk. De grote valkuil bleek voor mij het niet zielig willen doen waardoor ik meer leek te kunnen hebben dan ik daadwerkelijk kon. Hierdoor liepen meningsverschillen over wat ze welen niet zelf hoeven te doen al snel uit op machts-  en krachtsstrijd. Dodelijk vermoeiend en zwaar levensvreugd bedervend.
En ook tussen manlief en mij heerste er ongemakkelijkheid. Dit dan weer niet uit machtsstrijd en meningsverschillen maar meer uit voor elkaar denken. Ook de  ander niet willen kwetsen of  overvragen en dus erg veel zwijgen bleek een valstrik. Hoewel goedbedoeld deed het de onderlinge verstandhouding meer kwaad dan goed.

Gelukkig hebben we regelmatig afspraken met maatschappelijk werk. Het heeft me erg geholpen toch de confrontatie aan te gaan met de jongens en hardop te zeggen wat ze eigenlijk wel wisten. Misschien dat het nog iets beter met me gaat gaan, maar zoals het was zal het nooit meer worden en het is ook niet de bedoeling dat het ooit weer zo gaat worden. Hun takenpakket wordt uitgebreid om het mijne te verlichten of ze het nou leuk vinden of niet.
Het heeft me ook geholpen te blijven communiceren met manlief over wat me wel lukt en wat niet zonder dat hij zich geroepen voelt dat wat niet lukt direct over te nemen. (En dan te chagrijnen omdat ook hij het niet ‘even’ kan doen) Hierdoor voelt het alsof er meer ruimte is te mogen mislukken en dus ruimte om uit te proberen. En daarmee ruimte om te groeien.


We zijn er nog lang niet. Ik ben er nog lang niet. Ons gezin is er nog lang niet maar het voelt niet meer alsof alles pas weer goed is als het weer precies zo is als het was voor mijn infarct. Ik revalideer en mijn mannen revalideren mee.