maandag 19 maart 2012

Redelijk of niet?


Ik ben een redelijk mens. Als je mij met argumenten aanspreekt op mijn meningen of keuzes ben ik altijd bereid te luisteren. Ik ga zelfs nog verder dan dat. Ik ben volledig bereid mijn mening bij te stellen of mijn keuzes te herzien. Zelf vind ik dit een van mijn beste eigenschappen. Het stelt mij in staat mijn eigen argumenten onder ogen te zien en eventuele vooroordelen aan de kant te zetten.
Maar zoals altijd zit er aan deze goede eigenschap ook een slechte kant. In de tijd waarin ik veel en ingrijpende beslissingen moest nemen, voedde mijn redelijkheid mijn onzekerheid. Bij elk argument wat een ander aandroeg sloeg de twijfel over mijn keuze toe. Als er dan nog een argument op tafel kwam, steekhoudend of niet, won mijn onzekerheid het en maakte een andere keuze. Dit pakte in een aantal gevallen niet goed uit. De keuzes die ik had gemaakt voelden niet als de mijnen waardoor ik er niet 100 % achter stond. Niet erg handig als je wel op deze keuzes wordt aangesproken.
Vlak voor het tijdstip waarop ik overspannen werd verklaard, zag ik nog een nadeel van mijn eigen redelijkheid. Omdat ik zelf mijn best deed altijd redelijk te zijn, zag ik pas laat in dat daar geregeld onredelijkheid tegenover werd gezet. Men kwam wel met argumenten maar als ik deze had weersproken of zelfs weerlegd kwam men niet met nieuwe argumenten maar herhaalde gewoon de oude. Ondanks al mijn redelijkheid werd er dus niet geluisterd naar mijn argumenten voor of tegen iets, men ging er van uit zelf de wijsheid in pacht te hebben en ik was waarschijnlijk te dom, te geƫmotioneerd of te koppig om dat in te zien. En daar had ik helemaal geen zin meer in. Je mag van mij alle redelijkheid verwachten die ik in me heb maar dan verwacht ik dat je mij precies hetzelfde geeft. Blijven onze standpunten dan toch verschillend dan zullen we allebei moeten accepteren en respecteren dat we van mening verschillen. Punt.
Het blijkt dat deze houding niet erg prijs gesteld wordt. Vooral in hulpverleningsland stuit het geregeld op onbegrip. Het heeft me zelfs meerdere keren in een heftig conflict gebracht. Er werd mij gevraagd een keuze te maken waar mijn gevoel en mijn verstand het niet mee eens konden zijn. Ik slikte mijn emotie weg en sprak ze aan op hun argumenten, vertelde waarom ik het niet met hun argumentatie eens was. Dat werd niet op prijs gesteld. Iedere keer werd me voor de voeten geworpen dat ik niet zo onredelijk moest zijn en hun kant van de zaak moest bekijken. Het zal geen verrassing zijn dat zo een opmerking erg kwetst als je continu bezig bent met het afwegen van je eigen en hun argumenten en dus de discussie in alle redelijkheid hebt gevoerd. Nu ben ik intelligent genoeg om te weten dat deze mensen op dat moment net zo uit emotie reageren als elk ander mens wat meent het beste voor te hebben met de ander, maar toch doet het zeer. Tegelijkertijd is zo’n opmerking weer een uitstekende voedingsbodem voor mijn altijd aanwezige onzekerheid. Ben ik echt wel zo redelijk als ik zelf denk? Houd ik niet veel te koppig vast aan mijn eigen overtuiging? Heb ik deze beslissing uit emotie genomen? Uiteindelijk is de conclusie toch dat geen van voorstaande het geval was, maar voordat ik zover ben zijn we al snel weer 3 slapeloze nachten verder.
Van deze conflicten heb ik geleerd toch weer wat minder voortvarend in discussies te stappen. Kort geleden is mij gevraagd een beslissing te herzien (dat gebeurt nog al eens als je met hulpverlening te maken hebt) Ik heb geluisterd naar de argumenten, heb ze een keer herhaald en gezegd dat ik erover na zal denken en hun argumenten zal meenemen in mijn afweging. Dit alles heb ik gedaan en ik heb besloten mijn keuze niet te herzien.
Wat denk jij, is dat onredelijk of mag ik grenzen stellen aan mijn eigen redelijkheid?

donderdag 15 maart 2012

Wanneer is het zover?


Het gonsde vanmorgen op de social media. Zou het vandaag zo ver zijn? Zou het alweer rokjesdag zijn? Het valt te raden dat vooral mannen zich dit afvroegen. Vrouwen schudden enkel meewarig hun hoofd. Vanmorgen moesten de autoruiten nog gekrabd worden. Op de fiets waren handschoenen en een sjaal nog erg gewenst. Het was nog lang geen tijd voor rokjesdag.
Het is vandaag dan misschien wel de eerste mooie lentedag, maar voor rokjesdag is toch echt wat meer nodig. Wel luidt een mooie dag als deze de voorbereidingen in. De garderobe wordt bekeken op actualiteit en eventueel ge-update. Het wintervachtje moet hoognodig worden verwijderd dus er moet nieuw ontharingsspul worden gehaald. Het kleurtje is nog wel erg intens wit dus meteen maar aan de smeer met zelfbruinende lotion of elke middag even met de beentjes bloot in het zonnetje. Alles wat nodig is om op de uiteindelijke rokjesdag met benen te voorschijn te komen die het aanzien waard zijn.
“Maar wanneer is het dan wel rokjesdag?”  zie ik de mannen in gedachten al peinzen. Tja, dat is lastig. Rokjesdag valt op die ene mooie dag in april dat alle beentjes er klaar voor zijn en het collectief vrouwelijk bewustzijn weet ”NU! Nu is het tijd om de kousen uit te trekken en in oktober pas weer aan te doen.”
Er zijn natuurlijk wel een aantal punten die een rokjesdag kunnen aankondigen. Zo is de nachttemperatuur rond de 10 graden geweest, zodat we  ‘s ochtends in blote benen kunnen fietsen. We zijn dan misschien wel bikkels maar neit helemaal gek. We kunnen best wat kou hebben maar niet teveel want dat verknald je zorgvuldig bewerkte huid. We moeten niet hoeven te werken want dan is zo’n rok vaak niet praktisch. Een dag in het weekend maakt daarom het meeste kans. En het allerbelangrijkste, we moeten lekker met onze ontblote benen in het zonnetje kunnen zitten, staan of lopen.
Kortom, beste heren, het is nog lang geen rokjesdag. Pas als je erover denkt ’s middags in de korte hemdsmouwen op een terrasje te gaan zitten met een witbier voor je neus, dan pas is het de tijd voor een rokjesdag.