vrijdag 2 april 2021

#wot deel 14, 2021

 

Afgelopen woensdag was het Transgender day of visibility. Donderdag was het 20 jaar geleden dat het burgerlijk huwelijk werd opengesteld voor paren van het gelijke geslacht. Twee dagen die in mijn kleine bubbel om een feestje vragen. Twee dagen om zichtbaarheid, acceptatie en normalisering vieren. Maar ik was even wat minder slim en las de reacties op sociale media over deze twee bijzondere dagen. Sindsdien weent mijn moederhart.

Het huilt om het onbegrip, de vuilspuiterij, de intolerantie en de ongefundeerde oordelen die ik lees. Het huilt voor mijn kind dat er zoveel haat leeft voor iemand als zij bij mensen die haar niet kennen. Tegelijkertijd ben ik een beetje jaloers op deze mensen. Vooral op hun onwetendheid.

 

Deze mensen hebben hun kind niet zien vechten met zichzelf. Hun kleuter is nooit uitgescholden voor vuile homo, waardoor het woord homo als iets negatiefs wordt ervaren want het is toch vies?

Ze hebben hun kind nooit overstuur thuis gehad omdat kinderen op school zeggen dat een roze shirt niet voor echte jongens is.

Ze hebben nooit meegemaakt dat ze haar lievelingsbroek niet meer aan durft omdat er een roze streepje in zit en dan word ze uitgescholden voor mietje.

Dat ze op ballet te horen krijgen dat ze best mee mogen doen maar niet in een balletpakje zoals alle andere kinderen in de les.

Dat ze van ballet afgaan omdat de meisjes uit de les het zo lastig vinden dat er een jongen mee wil doen.

Dat ze van wildvreemden te horen krijgen dat zo’n elfenjurkje echt prachtig is maar toch niets voor een echte jongen.

Dat mensen het fantastisch vinden dat je een speelkeukentje in je woonkamer hebt tot ze horen dat je enkel zonen hebt.

Deze mensen hebben nog nooit de wanhoop in hun kind gezien omdat ze voor het eerst verliefd zijn geworden op iemand van het eigen geslacht. Ze hebben niet de vertwijfeling gezien toen ze erachter kwamen dat ze ook vallen op mensen van het andere geslacht.

Deze mensen hebben nog nooit moeten toekijken terwijl hun kind worstelde met zichzelf, met zijn/haar lijf, met de genderverwachtingen bij opleidingskeuze, bij de kledingkeuze of haarstijl en hobby’s.

 

Als ouder probeer ik mijn kind elke dag opnieuw mee te geven dat het er mag zijn. Dat het mag zijn wie het is. Dat het niet uitmaakt op wie het wel of niet verliefd wordt. Dat het kind zelf niet is veranderd, enkel het geslacht en dat ik blij ben dat ze meer en meer zichzelf wordt.

 

Als moeder houd ik mijn hart vast want we maken al 16 jaar mee dat Nederland niet zo tolerant is als ze zelf denken. Homohaat is nog steeds aanwezig en echt niet alleen in religieuze hoek. Ik heb vaak genoeg mogen horen dat het “vast nog wel goed komt ondanks dat ie nu zo’n voorkeur heeft voor meisjesdingen”.

Als moeder vind ik het extreem dapper en extreem eng dat ze nu als meisje over straat loopt. Ze zal maar de verkeerde tegenkomen die haar herkent.

Als moeder ben ik bang voor de toekomst waarin baanzekerheid, woongenot, arbeidsplezier en basisveiligheid volgens statistieken minder vanzelfsprekend zijn.

Als moeder vrees ik genderdysforie, depressie, automutilatie en suïcidale gedachten.

 

Als mens ben ik boos. Boos dat ik denk ”Jullie hebben makkelijk lullen.”. Boos dat mensen dit over mijn kind durven te denken. Boos dat deze mensen mijn prachtige, kwetsbare kind als een bedreiging zien. Nog bozer dat ze hun vuiligheid met droge ogen durven optikken. Boos dat het land waar ik opgroeide zichzelf zo op de borst klopt over homoacceptatie, tolerantie en emancipatie, terwijl datzelfde land makelaars heeft die heen woning verhuren aan homostellen. Een land dat contracten niet verlengd omdat iemand er achter is gekomen dat het kruisje bij gender niet overeenkomst met hoe de persoon eruit ziet. Een land dat vind dat mensen mogen zijn wie ze zijn als ze dat maar niet in het openbaar doen.

Ik ben boos dat deze mensen mijn kind afschilderen als iets vies, iets fouts, iets monsterlijks. Want mijn kind is geen freakshow. Mijn kind is een prachtig mens. Een gevoelige ziel. Een loyale vriend. Een liefdevol kind. Een prima werkkracht. Een pientere stagiaire. Een intelligente leerling. En af en toe een vreselijke puber.

 

Ik ben niet dapper en dus reageer ik niet op de mensonterende reacties van dit soort mensen. Ik ben niet dapper dus ik schreeuw mijn onmacht niet uit. Ik ben niet dapper daarom huil ik niet hardop.

Maar mijn hart weent zachtjes voor al het verdriet, het onrecht en de ongelijkheid waar alle mensen die zich onder de regenboogvlag scharen dag in, dag uit mee worden geconfronteerd.

 

Wenen = 1) Europese hoofdstad 2) Huilen 3) Janken 4) Krijten 5) Oostenrijkse hoofdstad 6) Schreien 7) Snikken 8) Grienen.


P.S. ons jongste kind is transvrouw wat inhoudt dat ze als jongen/man geboren is maar zich meisje/vrouw voelt. Momenteel staat ze op de wachtlijst voor ondersteuning vanuit een erkende psychologenpraktijk. De huidige wachtlijst is ongeveer 24 weken. De wachttijd voor de genderpoli bedraagt momenteel meer dan 2 jaar (bron:UMCG)

 

 

3 opmerkingen: